Vier weken geleden gooide Sony nog Ratchet & Clank op de flinke stapel van middelmatige gameverfilmingen. Opvallend genoeg was die film geanimeerd door een kleinere studio en is krachtpatser Sony Pictures Animation bewaard gebleven voor een game met een veel groter publiek: Angry Birds. Dankzij de samenwerking met Rovio Entertainment slingeren de felgekleurde veergranaten eindelijk door de bios om groene biggen op te blazen. De grote hamvraag: is Angry Birds onderhand nog wel populair genoeg en een eigen film waardig?
Verhaaltechnisch is het allemaal vrij voorspelbaar gebleven. Op een eiland bezaaid met vreugdevolle vogels lijkt Red de enige pessimist te zijn. Hij heeft een behoorlijk kort lontje, zeker wanneer zijn goede intenties niet afbetalen en de rondborstige omstanders alles er nog even inwrijven. Niet veel later komt hij dan ook terecht bij een cursus woedebeheersing en raakt hij in contact met de hyperactieve Chuck en zelfdestructieve Bomb. Ondertussen wordt het eiland bezocht door verkennende biggen van Piggy Island die met verdacht veel fanfare en vriendelijkheid zich tussen de vogels mengen.
Het verschil in budget met Ratchet & Clank wordt direct duidelijk. De tropische omgevingen en kleurige personages kennen een uitmuntende visuele stijl en worden vergezeld van indrukwekkende animatietechnieken en goed gebruik van 3D. De simpele ontwerpen uit de game blijven vrijwel hetzelfde maar zijn ontzettend fraai op het grote scherm dankzij de spierkracht van Sony Pictures Animation.
De stemmencast is prima. Jason Sudeikis levert aardig werk als de chronisch geïrriteerde Red. Josh Gad is goed gecast voor de Road Runner-achtige gele stuitervogel, maar hier is hij behoorlijk eentonig vergeleken met andere animatierollen. Het grote probleem waar Angy Birds mee zit, is dat de acteurs weinig te verwijten valt. De film zit bomvol animatie- en stemtalent, maar dit wordt allemaal ondermijnd door hopeloos ongeïnspireerde humor en een belabberde vertelling.
In de kern zit potentie. De omgeving van Red is vrolijk tot op het punt van irritatie en de botsing tussen zijn cynisme en het betuttelende gedoe om hem heen had een mooi thema kunnen vormen. Maar dat thema van cynisme komt nooit echt van de grond, zelfs niet wanneer aandoenlijke groene biggen het vogeleiland verraden en Reds duistere kant ineens gewaardeerd wordt door de eilandbewoners. Bij elke kans tot een verdiepende laag schakelt de film snel over tot de makkelijkst mogelijke grappen die kant noch wal raken.
Met alle banale en nimmer scherpe grappen ontstaat een film die voor jongere kijkers met een korte spanningsboog mogelijk prima te pruimen is. Voor de animatiefans is het een oogbalstrelende doch tergende rit. De toon van de film is uiterst lui en smaakloos; doorspekt met meer dan tien popnummers die in vele montages tevergeefs sfeer of lol proberen toe te voegen. Zo wordt Behind Blue Eyes gemakzuchtig ingezet voor een zielige verzameling beelden rondom Red en moet ´Never Gonna Give You Up´ een personage genaamd Mighty Eagle zogenaamd geestig maken. Elke tien minuten een nieuw popnummer begint toch wel op de zenuwen in te werken.
Het laatste half uurtje is nog best tof. Wanneer de Angry Birds het gevecht opzoeken op Piggy Island en een kasteelachtige stad bestormen, zorgt dat voor een puike actiescène. Een explosie van kleur met enkele momenten van goede humor en aandoenlijke biggetjes die rondvliegen in tweedekkers; hier is de game opeens vrij accuraat in beeld gebracht en op de een of andere manier werkt het in alle idiote chaos. Toch mag het niet baten. Terwijl sommige kleine fans de explosies, actie en bezopen humor vast zullen waarderen, zal deze animatiefilm waarschijnlijk niet het hele gezin charmeren. Angry Birds kent een leuke climax en prachtige beelden hij is dan ook geregisseerd door een storyboard artist en een animator maar dankzij een vermoeiend script en een tergende soundtrack is het resultaat niet veel meer dan een bombastische techdemo.