Het Italiaanse drama Dogman gaat over de complexe band tussen twee mannen, waarvoor geen passend woord bestaat. Vriendschap kunnen we het niet noemen, maar vijandschap dekt de lading ook niet helemaal. Je zou het kunnen afdoen als een soort meester-slaafband, maar dan wel met de voetnoot dat er geen sprake is van dwang. Bij gebrek aan een geschikt woord is het misschien beter een behapbare variant te zoeken. Die is te vinden op een onverwachte plek: de Disneyfilm The Beauty and the Beast. Deze animatiefilm (evenals de latere speelfilmremake) bevat een equivalent in het partnerschap van schurk Gaston en zijn voetveeg Le Fou. In Dogman zien we eveneens een leeghoofdige bullebak die het enkel moet hebben van zijn fysieke kracht en een beduidend kleiner mannetje dat de ander zo goed mogelijk te vriend houdt. Maar buiten de Disneycontext blijkt pas hoe giftig een dergelijke band kan zijn.
De Le Fou van Dogman krijgt een zeer passende introductie met een scène waarin hij getoond wordt in zijn hondentrimsalon. Zijn werk behelst op dat moment een uiterst agressief blaffend bakbeest waar menigeen minstens tien meer bij vandaan zou blijven, maar Marcello behandelt het dier met niets dan vriendelijkheid. Het blijkt een effectieve werkwijze, maar de behoeften van honden zijn dan ook vrij simpel. Bij ex-bokser Simone liggen de zaken heel wat lastiger. Marcello zoekt niet actief diens vriendschap, maar krijgt deze ongewenst doordat hij hem regelmatig van cocaïne voorziet. Het is echter niet bepaald een gelijkwaardige vriendschap en ook zakelijk zit het behoorlijk scheef tussen de twee. Simone maakt namelijk graag gebruik van Marcello's waren, maar betaalt hem daar nooit voor. Maar goed, probeer dit permanent opgefokte heerschap met zijn aversie voor tegenspraak daar maar eens op aan te spreken...
Simone is de typische pestkop aan wie iedereen een hekel aan heeft, maar niemand tegen op durft te staan. Een confrontatie resulteert namelijk altijd in klappen en wanneer de doorgesnoven patser onverhoeds de gevangenis in zou draaien voor mishandeling, zou hij na vrijlating onvermijdelijk terugkomen met een dodelijke vergeldingsdrang. En dus houdt iedereen zich gedeisd, Marcello nog wel het meest van allemaal. De kleine hondentrimmer is fysiek overduidelijk niet tegen de dommekracht opgewassen en dus toont hij zich inschikkelijk wanneer er iets van hem wordt verwacht, in de hoop hem te vriend te houden. Simone weet daar handig gebruik van te maken en blijft dus aandringen tot hij krijgt waar hij op uit is. Marcello zal weliswaar eerst tienmaal nee verkopen, maar wanneer de toon alsmaar agressiever wordt, zal hij onvermijdelijk inbinden.
Maar zelfs een onderdanig type als Marcello heeft een breekpunt. Dogman draait dan ook om de aloude vraag hoe lang een vredelievend mens zich laat pushen voor hij terugslaat. Of om het in termen van de film te houden: hoe lang laat een trouwe hond zich mishandelen voor hij vals wordt richting zijn baasje? Door dat uitgangspunt valt een lijn te trekken richting de misdaadfilm Gomorra, waarmee Matteo Garrone tien jaar geleden naam maakte. Net als destijds heeft hij ook nu geen pasklare antwoorden. Het is weliswaar klip en klaar wie goed is en wie slecht, maar dat wil niet zeggen dat het verhaal zich daaraan conformeert. De film zit vol grijstinten en dat hij eindigt op een manier die nauwelijks bevredigend kan worden genoemd, kan haast niet anders dan het punt zijn. Het enige geruststellende is dat zelfs schurkachtige figuren als Simone bang zijn voor hun eigen moeder.