Piranha's. Nietsontziende alleseters voor wie het altijd voedertijd is. Alles wat op eten lijkt wordt aangevallen, opgevroten, opgeslokt. Steek een teen in het water, hun terrein, en je bent hem kwijt. Duizenden kleine, maar vlijmscherpe tandjes, in tientallen monden, trekken aan wat ze willen, net zo lang tot ze het hebben. Angst bestaat niet, terugdeinzen bestaat niet, consequenties bestaan niet. Precies wat een bende Napolitaanse straatschoffies in hun wijk verwordt als ze de maffiosi verdrijven en zelf de macht grijpen: piranha's.
Silvestri laat geen mogelijkheid onbenut om te benadrukken dat het boek en de film niet zijn gebaseerd op feiten. Toch is de realiteit dat de laatste decennia steeds vaker tieners de macht grijpen door het wegvallen van de gevestigde orde. Mochten de jongens in dit verhaal echt zijn geweest, dan had je ze bij de filmpremière waarschijnlijk niet op de rode loper gezien, hooguit op het witte doek onder de woorden 'in memoriam'. De ene domme actie wordt gerepareerd met de volgende domme actie, tot aanslagen op gevestigde maffiabazen aan toe. Silvestri was voor gek verklaard als hij had beweerd dat dit verhaal, een groep jongens die als schooiers geweigerd werden bij een discotheek en als reactie daarop een paar maanden later duizenden euro's per dag verdienden, een waargebeurd verhaal was.
Het verhaal gaat constant in de hoogste versnelling, waardoor binnen een uur een paar kwajongens in trainingsjacks zijn veranderd in machinegeweer dragende mini-maffiosi, zonder enig moment vernuftig of slim te werk te zijn gegaan. Slechts brutaliteit en opportunisme, gedreven door wanhoop en een gebrek aan uitzicht. En ineens staat de minderjarige Nicola, wonend met zijn moeder en broertje in een klein en bouwvallig flatje, aan het hoofd van zijn Napolitaanse wijk. De pogingen van Giovannesi om de ongekende opmars te nuanceren, bijvoorbeeld door deze tienermaffiabaas te laten ruziën met zijn broertje om een rol koekjes, zijn echter zo opzichtig dat ze nauwelijks werken en vooral het tempo verstoren.
Piranhas is daardoor een film over vrienden die voor elkaar door het vuur gaan, ongetwijfeld letterlijk. Een grimmig jongensboek waarin lange tijd niks fout lijkt te kunnen gaan, maar waar de machinegeweren uiteindelijk zo dominant zijn dat het ook zeker niet goed kan aflopen. Het tempo ligt alleen zo moordend hoog dat de jongens uit het laatste shot helaas nog maar weinig te maken hebben met de jongens die in de openingsscène een kerstboom in de fik zetten. De onschuldig in een vieze vissenkom rondzwemmende goudvissen blijken nadat je een paar keer met de ogen geknipperd hebt ineens vervangen door een groep vleesetende piranha's. Van de sympathieke goudvissen ontbreekt ieder spoor.