In veel scripts en verhalen is halverwege een omslagpunt, waarbij het plot ineens een andere richting op gaat. In veel films van Christopher Nolan markeert dit het punt waarop de opzet klaar is en de film zich ontvouwt tot een doorlopend actiespektakel. In Barbie was dit het moment waarop Barbie de bron van het probleem ontdekt en Mattel haar gaat achtervolgen. Halverwege gebeurt vaak iets groots. Ook in A Different Man is dit het geval, maar niet alleen het plot verandert. Alles komt vanaf dat moment echt tot leven.
Edward klust wat bij als acteur in New York, maar veel rollen krijgt hij niet vanwege zijn misvormde gezicht. Dat is ook de oorzaak van zijn gebrek aan zelfvertrouwen. Op een dag krijgt hij een nieuwe buur, de Zweedse Ingrid die zich zonder aarzelen met hem bevriendt, hoewel Edward niet zo goed weet wat dit inhoudt. Daarnaast heeft hij zich opgegeven voor een experimentele huidbehandeling, die zijn leven drastisch zal veranderen.
Als je de omschrijving op IMDb nog niet hebt gelezen: mooi zo, niet doen. Die verraadt wat pas rond twee derde in de film gebeurt. A Different Man heeft een trage opbouw, maar niet zonder reden. Behalve dat we Edward en zijn kleine wereldje leren kennen, worden er veel zaadjes geplant die in de tweede helft uitgroeien tot de meest onvoorspelbare oogst.
Terug naar het begin. Bij de openingsbeelden en de eerste klanken van de achtergrondmuziek is meteen duidelijk dat de filmstijl een hommage is aan films uit de tweede helft van de jaren zeventig. Niet de dure blockbusters, maar de vreemde quasi-sciencefiction-, soort-van-horrorproducties die in latere jaren cultstatus verwierven.
Het lijkt de filmstijl ten goede te komen dat het een haastklus was: A Different Man werd in slechts tweeëntwintig dagen opgenomen tijdens de coronapandemie. Dit draagt bij aan het rauwe gevoel, met handgefilmde beelden en camerastandpunten die typisch waren voor die tijd, zoals vlak langs een muur de hoofdpersoon volgen, terwijl deze in achtervolging is.
De korte opnametijd maakt het acteerwerk extra indrukwekkend. Hoofdrolspeler Sebastian Stan (Bucky Barnes uit de Marvelfilms, Tommy Lee in Pam and Tommy) is de enige bekende naam - op een korte cameo na. De rest van de cast bestaat uit onbekende professionals die een zeer natuurlijk spel neerzetten.
Dat is geen makkelijke klus, aangezien de dialogen vaak vreemd en onnatuurlijk zijn (maar wel bijdragen aan de sfeer) en het plot zelf behoorlijk bizar is. Vooral Renate Reinsve als buurvrouw Ingrid zal de komende tijd gegarandeerd vaker opduiken in Amerikaanse producties. Haar personage is zeer grillig, maar Reinsve zet dat volkomen logisch neer.
A Different Man doet veel aan het introduceren en laten terugkregen van bepaalde elementen. Al in het begin raaskalt een zwerver in de metro dat hij in de verkeerde lijn zit, want dit is niet de weg naar glorie. Enkele minuten later spreekt Ingrid dezelfde woorden uit in een gesprek met Eduard. Maar dat is niets vergeleken met details in de eerste helft die later terugkomen. Het is een ijzersterk middel dat filmmaker Aaron Schimberg effectief toepast.
Schimberg heeft kennelijk ook een voorliefde voor mensen met een bijzonder uiterlijk. Er is een grote rol voor Adam Pearson, een man met een onconventioneel gezicht die ook schitterde in Schimbergs vorige film die eveneens over gelaatstrekken ging. Of beter gezegd: om de invloed van iemands uiterlijk op zijn psyche.
Op een gegeven voelt het alsof alles is verteld. Even lijkt het erop dat A Different Man een voor de hand liggende conclusie krijgt. Dat is gelukkig niet het geval, maar wat daarna plaatsvindt voelt als een opgerekte opzet naar een sterker einde. Alles blijft totaal onvoorspelbaar. Maar dan volgt de laatste scène, die de indruk wekt dat Schimberg zelf ook niet wist hoe hij zich uit dit verhaal moest lullen.
In die laatste tien minuten verliest de film alsnog wat van zijn kracht. Het is zeker geen waardeloze afsluiter, maar het voelt wel als een poging om voorspelbaarheid te omzeilen. Zodra het beeld op zwart gaat, denk je misschien 'was het dit?', maar dat doet niets af aan alles wat wel goed was. Dat is meer dan genoeg.
Het plot van A Different Man verkleint de doelgroep, maar iedereen daarbinnen kan zich verheugen op een geslaagde mix van een retrocultplot en een boeiende reis door iemands psyche. Enkele gore momenten doen denken aan David Cronenberg, maar Schimberg drukt er wel degelijk zijn eigen stempel op. Wat dat betreft is hij een filmmaker om in de gaten te houden, want hij weet hoe hij de kijker moet wakker schudden.