Buzzy de Gelukskat is het type animatiefilm dat mikt op dusdanig jonge kijkers dat niemand verrast zal zijn dat hij enkel wordt uitgebracht in een Nederlands gesproken versie. Volkomen prima, maar waarom moeten die kindvriendelijke releases het hier toch altijd doen met zulke suffe titels en naamsveranderingen? In de originele Engelse versie heet de hoofdpersoon Beckett. Mogelijk is die vervangen door Buzzy omdat zijn baasje een professionele interesse heeft in bijen. Het is echter onwaarschijnlijk dat dit Nederlandse kinderen iets zal zeggen. Hier buzzen bijen niet, maar zoemen ze.
De originele titel van deze animatiefilm is 10 Lives. Ook niet erg bijzonder, maar wel meer tot de verbeelding sprekend: katten hebben naar verluidt negen levens en deze heeft er eentje meer. Dat werkt als volgt: de egocentrische kater Buzzy heeft al zijn negen levens opgebruikt (niet bepaald een gelukskat dus), maar in het hiernamaals wordt hem een herkansing gegund. Waarom precies? Euh... om een beter huisdier te worden, geloof ik? Niet te lang over nadenken. Gooi het er maar op dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn. Ook wat betreft het reïncarneren van huisdieren.
Voor zijn negen nieuwe levens moet Buzzy het overigens doen met andere gedaantes. Na iedere dood (hij houdt het nooit lang vol) reïncarneert hij als een ander dier. Daar lijkt aanvankelijk nog een gedachte achter te zitten wanneer hij opduikt als dieren waar mensen doorgaans niet op zitten te wachten (rat, kakkerlak), waardoor zijn bezorgde baasje hem niet met open armen ontvangt maar het huis uit jaagt. Maar zodra ook populaire dieren (hond, paard) aan bod komen, blijkt een constant in andere gedaantes opduikende hoofdpersoon niet veel meer dan een gimmick.
Dit gegeven is qua animatie wel netjes uitgevoerd. Dankzij zijn twee verschillend gekleurde ogen is Buzzy als elk dier goed herkenbaar, maar ook in de rest van de vormgeving van de verschillende dieren waarin hij reïncarneert zijn subtiel wat fysieke gelijkenissen te vinden. En hoewel er narratief niet echt een concrete reden is voor al die reïncarnaties, is het best bewonderenswaardig dat een kinderfilm het aandurft om de hoofdpersoon continu dood te laten gaan.
Het is daarom jammer dat al het andere aan Buzzy de Gelukskat zo enorm braaf is. Vooral de titelfiguur zelf is een gemiste kans. Die lijkt bedoeld als een vrolijke cynicus met volop ruimte voor verbetering, maar zijn persoonlijkheid is vooral beperkt tot wat snedige opmerkingen. Echt scherpe randjes heeft hij niet, waarmee de noodzaak een beter huisdier te worden niet uit de verf komt.
Buzzy's verhaal begint wanneer de ex-vriend van zijn baasje opduikt, wat zorgt voor angst dat deze zijn comfortabele plekje zal nemen. Een poging deze 'indringer' weg te pesten door gebruik te maken van zijn kattenallergie gaat echter niet ver genoeg. Voor de ernst van de situatie had hij op zijn minst in het ziekenhuis moeten belanden, niet een beetje snotteren en weer vrolijk doorgaan. Vergelijk dat met de eerste Toy Story, waarin de jaloerse cowboy de net gearriveerde astronaut uit het raam gooide om zijn positie veilig te stellen.
Ook matchen Buzzy's belevenissen niet enorm goed met hoe zijn baasje ondertussen de massale bijensterfte een halt probeert toe te roepen. Thematisch hebben deze plotlijnen namelijk maar weinig raakvlakken. Pas vrij laat in de film komt Buzzy erachter dat iemand haar onderzoek probeert te saboteren en het duurt nog heel wat langer voordat Buzzy op aarde terugkeert als bij. Misschien was het passender geweest als hij het grootste deel van de film als bij had doorgebracht? Maar ja, dan kun je niet elke vijf minuten een nieuw dier opvoeren om de aandacht vast te houden.