Vóór de Tweede Wereldoorlog woonden er ongeveer tachtigduizend joden in Amsterdam. Daarvan zijn er zo'n zestigduizend vermoord tijdens de oorlog. Alleen al de massadeportatie vergde een indrukwekkende logistieke organisatie. Willy Lindwer vraagt zich af hoe dit mogelijk was en dook de archieven in. Daar ontdekte hij onder andere dat het gemeentevervoerbedrijf (GVB) maar al te graag geld verdiende door de nazi's te helpen. Reizend door de stad wordt deze zwarte pagina uit de Nederlandse en Amsterdamse geschiedenis besproken.
In eerste instantie zullen veel mensen denken: wéér een WO2-documentaire? Zeker met Steve McQueens taaie, tijdrovende De Bezette Stad vers in het geheugen lijkt de timing van Verdwenen Stad ongelukkig. Toch is dit hét moment om de film uit te brengen. Holocaustoverlevenden worden er niet jonger op, en nu het einde van de oorlog haar tachtigjarig jubileum nadert nemen steeds meer mensen hun verhalen mee in hun graf.
De titel herbergt verschillende betekenissen. Vóór de oorlog leidde de Joodse gemeenschap in Amsterdam haar eigen leven; veel Joden woonden in dezelfde buurt en gingen amper om met mensen buiten hun kring. Tijdens de oorlog zaten de Joden gevangen in getto's, afgezonderd van de buitenwereld. De Holocaust heeft hun samenleving vrijwel geheel van de kaart geveegd.
Een heel stuk Amsterdamse en Joodse geschiedenis is verdwenen door de oorlog, maar ook veel sporen van de deportatie zijn vergeten. De documentaire neemt je mee in een reis door de stad, en gaat langs verschillende significante plekken uit de oorlog, terwijl regisseur Willy Lindwer en schrijver Guus Luijters reflecteren op dit vergeten deel van de geschiedenis van Amsterdam.
Een van de meest confronterende getuigenissen van Lindwer en Luijters is hun stop bij een tramhalte in de Beethovenstraat. Deze plek was een verzamelpunt voor Joden die gedeporteerd werden. De tramhalte is er nog steeds en er komen dagelijks duizenden mensen langs. Er is geen enkele aanduiding van wat zich op deze specifieke plek afspeelde. Alle sporen van wat zich daar heeft voorgedaan zijn verdwenen.
Terwijl de film langs verschillende locaties gaat, vertellen overlevenden van de oorlog verhalen die verbonden zijn aan die plekken. Beelden van vroeger en nu brengen deze plekken prachtig, maar ook confronterend tot leven. De pleinen, straten en gebouwen zien er nog bijna precies hetzelfde uit. Waar ooit mensen opgesteld stonden voor executies en deportaties staan nu markten, recreatievelden en standbeelden. De film trekt parallellen tussen heden en verleden, wat een hernieuwd gevoel van afschuw en bewustzijn creëert.
Hoewel de documentaire in de kern een reeks met elkaar verbonden verhalen van de oorlog is, zit er een mooi mini-narratief in van de tram. De verhalen volgen als het ware het traject dat de deportatietrams aflegden. Dat doet het verloop van de film natuurlijker aanvoelen en geeft de film een aangename structuur.
Lindwer neemt gelukkig geen genoegen met 'slechts' verhalen van overlevenden. Hij is diep de archieven ingedoken om de rol van de GVB in de oorlog te onderzoeken en komt in deze film met daadwerkelijk nieuwe inzichten. Dit geeft Verdwenen Stad wat extra sensatie zonder ongepaste exploitatie.
Filmtechnisch is de documentaire geen hoogstandje, maar dat hoeft hij ook niet te zijn. Het voornaamste doel is nieuwe verhalen en informatie naar een groter publiek brengen. Dat gaat het makkelijkst door bekende technieken te gebruiken die gegarandeerd toegankelijk zijn. Bovendien compenseert de uitermate boeiende, maar vooral belangrijke inhoud de cinematische tekortkomingen.
Verdwenen Stad is mogelijk de laatste film waar nog levende Holocaustoverlevenden in te zien en te horen zijn. Ernst Verduin, de laatste Nederlandse Auschwitz-overlevende, is tijdens het maken van deze film overleden. Daarmee fungeert de documentaire als reminder dat het verleden verloren kan gaan, maar dat de stad die ooit bestond alleen kan verdwijnen door onvertelde verhalen.