Sommige scenarioschrijvers gaan al zo lang mee en hebben zo vaak goede scripts afgeleverd dat ze de ideale persoon zijn om bij aan te kloppen als er snel iets moeten worden neergepend. Neem bijvoorbeeld de Britse Richard Curtis en zijn indrukwekkende cv met onder andere Four Weddings and a Funeral, Notting Hill, Love, Actually en alle Bridget Jones-films. Ook Genie is van zijn hand, maar dit moet haast wel een haastklus zijn geweest.
Bernard stopt teveel tijd in zijn werk, waardoor belangrijke momenten met zijn vrouw en dochter herhaaldelijk aan hem voorbij gaan. Nadat hij niet is komen opdagen voor de verjaardag van zijn kind is zijn echtgenote het beu en vertrekt. Alleen achtergebleven in hun New Yorkse appartement wrijft Bernard over een antiek doosje en verschijnt plots een geest die al zijn wensen belooft te vervullen. Daar gaat Bernard flink gebruik van maken, maar denkt niet na over de consequenties.
Er is een reden dat het voelt alsof er weinig energie in deze productie is gestoken. In de Verenigde Staten is hij gemaakt voor een streamingsdienst die hier niet beschikbaar is. Amerikanen kijken hem op tv, Nederlanders zullen naar het grote doek moeten. En alleen wij, want andere Europese landen toonden geen interesse.
Best jammer, want Genie is helemaal geen slechte film als je enkele technische aspecten buiten beschouwing laat. Neem de cinematografie bijvoorbeeld. De studio zag kennelijk geen reden om begaafde cameramensen in te huren. Iemand zoals Martin Scorsese zorgt dat het ook op Netflix visueel smullen is, maar de meeste filmmakers zien streamingdiensten niet als plek voor mooie plaatjes.
De muziek klinkt als die van zo'n goedkope televisiekerstfilm. Wanneer Bernard met de geest op de bank zit om uitleg te krijgen over wensen doen, klinkt een sullig deuntje dat uit een goedkope komedie uit de jaren negentig afkomstig lijkt. Sowieso wordt muzikaal te hard getracht een kerstsfeer op te roepen middels knipogen naar melodieën uit bekende kerstliedjes.
Het speelt zich weliswaar af tijdens kerst, maar het draait om Bernard, zijn gezin en de geest. Die laatste wordt gespeeld door Melissa McCarthy - een andere reden waarom het resultaat beter had kunnen zijn. McCarthy kan hilarisch zij, maar daarvoor zijn twee dingen nodig: goed geschreven grappen en zo min mogelijk improvisatie. Wat dat laatste betreft laat ze zich graag gaan, maar haar zelfbedachte opmerkingen zijn nooit ijzersterk geweest en haar stijl is inmiddels wat sleets.
Wat op script staat laat ze echter schitteren, zoals het commentaar van geest Flora op de moderne wereld. Aangezien ze tweeduizend jaar in een doosje zat, is de hedendaagse cultuur een en al wonder voor haar. McCarthy reageert er overtuigend, charmant en vaak ook letterlijk op, wat geregeld goed is voor een lach. De logica laat wel sterk te wensen over, want op heel veel dingen reageert ze niet en ze heeft een hedendaagse spreektaal.
Onbegrijpelijk in Curtis' scenario is het gebrek aan begrip voor het hoofdpersonage. Bernard ziet niet wat anderen nodig hebben. Zijn vrouw en kind is hij al kwijt. Maar Flora laat ook doorschemeren dat ze af en toe liever iets anders doet dan aan zijn zijde staan en wensen vervullen. Bernard merkt het niet op, maar hier wordt amper iets mee gedaan. Het doet veel goed voor de sympathie voor zijn personage.
Het duurt lang voordat de consequenties van de wensen om de hoek komen. Dan wordt het spannend, maar het is vrij snel en makkelijk opgelost. Maar de grootste makke is het einde. Flora geeft aan dat de regels niet helemaal zijn zoals ze eerder waren, wat op schandalig simpele wijze de deur opent voor een flauwe oplossing. En wat is toch dat religieuze toontje de hele tijd?
Gelukkig is het geheel vermakelijk genoeg. Melissa McCarthy voelt eerder als een magische peetmoeder dan een geest uit een fles, maar ze is hoe dan ook grappig en hartverwarmend. Vergeleken met de goedkope kersttroep die de streamingsdiensten overspoelt is dit een meesterwerk. En dat rechtvaardigt een bioscooprelease dan weer wel.