"Higuita is als een vlieger. Je laat hem vliegen en dan haal je hem weer binnen". Een van de vele bewonderaars van de Colombiaanse showkeeper René Higuita weet het in Higuita: El camino del Escorpión mooi te verwoorden. De doelman liet zich niet aan het lijntje houden en vermomde zich tijdens wedstrijden regelmatig als oprukkende veldspeler. Higuita deed daarmee jarenlang wat je van een keeper juist niét verwacht, en dat alleen al is reden genoeg om nog eens in documentairevorm op zijn carrière terug te blikken. Het resultaat is wat vlakjes, maar voor verstokte voetbalfans wel een feest van herkenning.
Als er in het hedendaagse profvoetbal wordt gezegd dat een keeper moet kunnen 'meevoetballen', bedoelen analisten vaak dat hij in staat moet zijn een bal aan te nemen, zijn verdedigers zuiver aan te spelen en de eerste pion te zijn in een succesvolle aanval. Ze bedoelen niet dat hij met alle risico's van dien het volledige veld moet oversteken, penalty's moet nemen en tegenstanders in eigen strafschopgebied moet uitkappen. Toch zijn dat precies de grillen waarmee René Higuita in de tweede helft van de jaren tachtig naam maakte.
"René heeft alles veranderd", klinkt het aan het begin van Higuita: El camino del Escorpión, de eerste documentaire over zijn carrière en leven. Dat eerste is waarschijnlijk wat overdreven, maar Higuita bewees wel degelijk dat een keeper meer kon doen dan de doellijn bewaken. Waar andere goalies tijdens het wereldkampioenschap van 1990 om de haverklap terugspeelballen in hun handen pakten, ging de Colombiaan liever met de bal op avontuur. Het zorgde na een relatief saai eindtoernooi voor een verandering van de spelregels: een terugspeelbal oppakken mocht niet meer. Met dank aan Higuita, haast de documentaire te onderstrepen.
Deze filmkroniek over de markante keeper rijgt vooral in de tweede helft de memorabele voetbalmomenten aaneen. Als regisseur Luis Ara na verloop van tijd de Colombiaanse prestaties op het genoemde WK 1990 (uitschakeling in de achtste finale) langsgaat, is het even genieten geblazen, en dan moet Higuita's wereldberoemde 'scorpion kick' (een spectaculaire sprong waarbij beide hakken de bal achter het lichaam nog redden) nog volgen. Tegelijk rijst op deze momenten de vraag wat de documentaire los van deze iconische hoogtepunten nog te bieden heeft.
Higuita leidde ook naast het veld een bewogen leven. Zijn beroemdheid in eigen land is vaker dan eens vergeleken met die van stervoetballer Diego Armando Maradona (waarover Asif Kapadia een boeiende documentaire maakte), maar in 1991 kreeg zijn cultstatus een ongelukkige twist toen hij Pablo Escobar opzocht in de gevangenis. Higuita kende de drugsbaron uit de tijd dat laatstgenoemde nog congreslid was, maar waagde het om hem ook onder deze omstandigheden nog als vriend te bestempelen. Het leidde tot een nationale soap waarbij de keeper twee jaar later zelfs een periode in de cel belandde.
Je zou zeggen dat er met zoveel achtergrond genoeg uit te diepen valt, maar de documentaire vertelt weinig wat je met een oppervlakkige zoekbeurt op internet niet kunt achterhalen. Het is begrijpelijk (en voor zover dat nu vast te stellen valt terecht) dat de familieleden voor de camera Higuita's onschuld nog eens bepleiten, maar de inmiddels zevenenvijftigjarige doelman had zelf best wat meer over zijn herinneringen aan Escobar, de cultus rond zijn persoon en zijn spraakmakende aanhouding kunnen delen.
De montage en de generieke, licht opzwepende muziek spelen daarin ook een bepalende rol. Als Higuita zelf aan het woord komt, duurt dat vaak maar kort, en de overwegend lichte toon van het geheel wekt niet de indruk dat de oud-keeper met opvallende ontboezemingen gaat komen. De documentaire is wel gedramatiseerd, maar dan aan de hand van oppervlakkige, gelikte 're-enactments', nagespeelde scènes die Higuita onder meer verbeelden in zijn kindertijd en na zijn aanhouding.
Niet alleen voegen deze vluchtige scènes weinig toe aan wat er al door de betrokkenen verteld wordt, ze leiden ook af, aangezien ze nergens prettig matchen met de interviews en het archiefmateriaal (dat op zichzelf ook echt al overvloedig genoeg is). Re-enactments kunnen fascinerend en onthullend zijn (denk maar aan The Imposter, of de verbijsterende herinneringscultuur in The Act of Killing), maar niet als ze alleen worden ingezet om een film beeldender en daarmee 'aantrekkelijker' te maken.
Higuita: El camino del Escorpión heeft deze kunstmatig versterkte dramatiek niet nodig. Waarom zou je een ongemakkelijke politie-ondervraging nog naspelen als je een beeldarchief hebt dat genoeg sprekende en memorabele momenten bevat? Het zijn hoe dan ook toch de taferelen op het veld die langer beklijven. Vandaag de dag worden keepers verrot gescholden als ze op avontuur gaan zoals Higuita dat tijdens zijn carrière regelmatig deed. Uiteindelijk is dat waarschijnlijk precies waarom de herinnering aan zijn acties nog altijd voortleeft.
Higuita: El camino del Escorpión is te zien bij Netflix.