Alsof het nog niet genoeg was dat witte immigranten de inheemse Amerikaanse bevolking verdreven, voltrok zich in het interbellum nog een ander drama. In de staat Oklahoma werd olie gevonden. Pech voor de witte 'nieuwe' Amerikanen dat dit veelal plaatsvond in de reservaten van de inheemse bevolking. Daar werd een wrede 'oplossing' voor gevonden. Vele inheemse Amerikanen werden vermoord om hun rijkdom en olierechten.
Veteraan Martin Scorsese trekt bijna drieënhalf uur uit om het boek van David Grann over de zogeheten Osage County Murders te verfilmen. Met medescenarist Eric Roth schetst Scorsese in zijn eerste echte western een werkelijkheid die voor velen onbekend zal zijn. Door de vondst van het zwarte goud nam de welvaart onder de Osage-stam in rap tempo toe. Zo werden de rollen omgedraaid en moest de witte bevolking voor de verandering hen eens van dienst zijn.
Een van die mensen is oorlogsveteraan Ernest Burkhart. Hij is platzak en door een flinke buikwond gehandicapt en kan dus geen zwaar lichamelijk werk verrichten. Hij klopt aan bij zijn oom William Hale, die het liefst met de bijnaam King wordt aangesproken. William helpt zijn neef aan een baan als taxichauffeur. Een van zijn vaste klanten is Mollie, afkomstig van de Osage en met een flinke olieportemonnee. William overtuigt Ernest om met Mollie te trouwen. Ondertussen zet hij een plan in werking om Mollies familieleden uit te schakelen.
Scorsese neemt in zijn zesentwintigste speelfilm zoals gezegd flink de tijd en investeert primair in de relatie tussen Ernest en Mollie. Zij en haar zussen hebben ook wel door waar het Ernest allemaal om te doen is. Maar hun onderlinge relatie is lastig in een zin te vatten. Er is wel degelijk sprake van wederzijdse liefde, ondanks het sterke onuitgesproken wantrouwen tussen de twee. Ernest, een ijzersterke rol van Leonardo DiCaprio met valse tanden en immer afbuigende mondhoeken, laat zich enorm beïnvloeden door zijn oom, maar veinst de zaak compleet in eigen hand te hebben.
Robert De Niro, oudgediende van Scorsese, staat in het stadje Fairfax bekend als weldoener. Hij laat scholen en ziekenhuizen aanleggen, maar blijkt in werkelijkheid een wolf in schaapskleren. Wanneer het stelen van geld en kostbaarheden niet meer voldoet, deinst hij niet terug voor rigoureuzere maatregelen. In feite is William een klassieke filmschurk, maar De Niro weet een boel nuanceringen en grijstinten in zijn personage te stoppen. Overigens bestond William King Hale net als veel andere personages echt.
Westernmakers zijn niet al te sterk in compacte vertellingen, maar in Killers of the Flower Moon lijkt geen frame overbodig. Naast genoemde grote namen laat vooral Lily Gladstone in de rol van de aan suikerziekte lijdende Mollie een diepe indruk achter. In de jaren twintig van de vorige eeuw was behandeling van diabetes met insuline-injecties nog uiterst experimenteel en nauwelijks te betalen. Omdat Mollie zo goed in de slappe was zat, had ze toegang tot deze behandeling.
Tegelijkertijd werden inheemse Amerikanen zoals de Osage handelingsonbekwaam geacht. Mollie moet om elke dollar zeuren bij de bank. Killers of the Flower Moon schetst op weergaloze wijze een tijdsbeeld, dat bovendien een ander licht laat schijnen op vele andere westerns. Het combineert drama en misdaad met historische gebeurtenissen zoals de opkomst van de Ku Klux Klan en het oprichten van de FBI. Scorseses camerateam brengt het bovendien weergaloos in beeld. Ruim tweehonderd minuten lijken een flinke zit, maar de tijd vliegt voorbij.