In 2021 trilt de financiële wereld op haar grondvesten wanneer een groep amateurbeleggers, aangevoerd door YouTuber Roaring Kitty, massaal investeert in aandelen GameStop. De quasi-gecoördineerde beweging bereikte zelfs ons kikkerlandje want ook hier belegden bijna dertigduizend mensen in de videogame- en elektronicawinkel. De beleggingswereld stond op zijn kop en Ben Mezrich heeft de absurde gebeurtenissen te boek gesteld. Dumb Money is de gedramatiseerde verfilming van zijn kroniek en vertelt hoe een aantal kleine beleggers - door de grote institutionele beleggers schertsend aangeduid als 'dumb money' - een van Wall Streets grootste hedgefondsen op zijn knieën kreeg.
Speculerend op een dalende koers gaat Gabe Plotkin - oprichter en CIO van hefboomfonds Melvin Capital - 'short' op effecten van het slecht draaiende GameStop, wat extreem ongenuanceerd inhoudt dat hij meer verdient naarmate het slechter gaat met het bedrijf. Moreel verwerpelijk maar niet strafbaar. Dankzij het leger van amateurbeleggers schiet de koers echter hard omhoog en Melvin Capital moet de 'geleende' aandelen waar het short op is gegaan terugkopen tegen de hogere prijs. Dit fenomeen heet een short squeeze en de film opent met een in alle staten zijnde Plotkin, want hij staat op het punt miljarden te verliezen.
We springen een half jaar terug in de tijd. Amateurbelegger Keith Gill investeert zijn hele hebben en houden in aandelen GameStop en post dit op de Reddit-subpagina WallStreetsBets. Onder het pseudoniem Roaring Kitty prijst hij in vlogs de volgens hem ondergewaardeerde effecten aan en zijn advies wordt onverhoopt massaal opgepakt. Het aandeel, en hiermee ook zijn leven, ontploft en hij wakkert onbedoeld een hetze jegens het oppermachtige Wall Street aan. De kleine belegger ziet zijn kans schoon om het grote kapitaal een hak te zetten en regisseur Craig Gillespie windt er geen doekjes om aan wiens kant hij staat.
De grote spelers van Wall Street worden extreem aangedikt neergezet als decadente, in megavilla's wonende, onsympathieke hufters. Lijnrecht hiertegenover plaatst Gillespie de normale Amerikaan: hardwerkend, nauwelijks rondkomend en vooral moreel zuiver. De film wisselt de perikelen rondom de impliciete strijd tussen Keith en Melvin Capital af met drie kleine subplots waarin een zuster, een studente en een GameStop-medewerker de kleine belegger en het gezicht van de tegenbeweging symboliseren.
De keuze voor deze opzet is begrijpelijk, want de ietwat droge materie van het ingewikkelde hoofdplot behoeft absoluut enig 'menselijk' tegenwicht, maar de zijverhaallijnen zijn slecht uitgewerkt. De drie personages gaan allemaal all-in op aandelen GameStop, om zo een invoelbare spanning aan de koersbeweging te geven, maar de verhaaltjes zijn oninteressant en volledig inwisselbaar. Een enkel, beter uitgewerkt subplot was beter geweest. Gelukkig is het hoofdverhaal wel mega-interessant.
Alles wordt fraai in beeld gebracht en de montage is superstrak. Met leuke bruggetjes wordt in hoog tempo geschakeld tussen de diverse verhaallijnen terwijl harde hiphopmuziek de kijker bij de les houdt. Sprongetjes in de tijd worden gemaakt met het vertonen van echte mediabeelden en deze blijken helaas ook noodzakelijk om de massaliteit van de GameStop-hype weer te geven. Het plot slaagt hier namelijk niet helemaal in. Er staat ontzettend veel op het spel, voor alle personages, maar geen van hen weet dit benauwende sentiment over te brengen.
Dit ligt niet zozeer aan de cast maar aan de uitwerking van de personages, die door de overvloed aan verhaallijnen noodgedwongen summier blijft. Het monotone spel van hoofdrolspeler Paul Dano maakt het er niet beter op en zijn vertolking van Kitty is eerder tam dan 'roaring'. Enkel Seth Rogen weet de urgentie van alles te vangen en het is leuk om hem eens in een niet-komische rol te zien. Tegelijkertijd is de beslissing om Rogens 'slechte' personage bewust als semi-sympathiek neer te zetten heel apart, want het botst met het wij-tegen-zij-narratief van de film.
Zo zwart-wit als de David-tegen-Goliath-insteek van het plot, zo fluctuerend is Gillespies koers voor de rest van de film. Hij schiet zichzelf voorbij in zijn doel om er een makkelijk verteerbaar geheel van te maken. Zijn sporadische poging tot humor via het stonerpersonage van Pete Davidson voegt werkelijk niks toe en het rauwe randje van de harde hiphopmuziek voelt geforceerd. Net als de ontzettend gekunstelde dialogen waarmee hij uitleg verschaft over de ingewikkelde materie. The Big Short deed dat beter met een champagnedrinkende Margot Robbie in een bubbelbad.
In tegenstelling tot zijn personages durft Gillespie geen risico's te nemen en all-in te gaan. In plaats van te geloven in de kredietwaardigheid van het hoofdverhaal investeert hij in onnodige opsmuk en overbodige subplots. Het is echter juist het intrigerende hoofdverhaal dat Dumb Money de moeite waard maakt en het is jammer dat hij hier niet het volle rendement uit haalt. Een leuke maar rommelige film die je met een cynische nasmaak jegens de financiële wereld achterlaat.