Voor de lens van Stadsomroep Venlo beschilderde Herman Brood ooit een auto. Geheel gerechtvaardigd vroeg de journalist of de blote kont die Brood zojuist had geschilderd van iemand specifiek was, waarop Brood geërgerd antwoordde dat het gewoon een kont was. De journalist moest er niet zo veel achter zoeken. Dat is wat moderne kunst kan zijn: gewoon wat aanrommelen en het publiek verzint er zelf de gelaagdheid bij. Blind Willow, Sleeping Woman maakt zich daar mogelijk ook schuldig aan, want naast het interessante is hij erg open voor interpretatie.
De film is gebaseerd op korte verhalen van Haruki Murakami. In een daarvan krijgt meneer Katagiri bezoek van een grote kikker die om zijn hulp vraagt. De kikker moet binnenkort het gevecht aangaan met een reusachtige worm onder Tokio die op het punt staat een aardbeving te veroorzaken. Een ander relaas volgt Kyoko die haar man Komura heeft verlaten en vertelt over die ene keer dat ze een vreemde ontmoeting had met een hoteleigenaar. En in weer een andere vertelling zoekt Komura zijn kat, gaat met zijn neef mee naar het ziekenhuis en ontmoet een vrouw tijdens een korte vakantie.
Blind Willow, Sleeping Woman is geen tekenfilm voor kinderen. Het plot is niet aan hen besteed, maar ook de ruwe animatiestijl zal ze niet echt aanspreken. Bijna alles is met de hand getekend (wat sommige mensen ongetwijfeld prachtig en gedetailleerd vinden), maar de kwaliteit legt het af tegen andere Japanse producties - of sommige Amerikaanse.
De eigenzinnigheid verdient wel waardering. Stilistisch is namelijk een bijzondere keuze gemaakt: figuranten en irrelevante voorwerpen op de achtergrond zijn doorzichtig. Mappen op een kantoor, mensen in de metro: je ziet ze, maar je kunt ook door ze heen kijken. Op een luchthaven zijn voorbijgangers zelfs gewoon een kleurvlek in menselijke vorm. Over de reden mag je na afloop filosoferen. Het voelt tenminste wel alsof er een bewuste gedachte achter zit.
Alsof er al niet genoeg in zit om over na te denken. Pierre Földes neemt namelijk niet de volledige korte verhalen van Murakami, maar slechts delen ervan. Stel je voor dat iemand Patrick Süskinds De Duif verfilmt maar alleen laat zien hoe het misantropische hoofdpersonage zijn woning verlaat vol angst voor die duif in de trappenhal. Dan mis je dus de hele clou van het verhaal waar hij zich in een hotelkamer realiseert dat hij eigenlijk niet zonder mensen zou willen leven.
Földes neemt uit Murakami's werk wat hij er zelf zo mooi aan vindt, de gesprekken tussen de personages. Dat neefje van Komura dat bij een bushalte vragen stelt over zijn horloge, dat buurmeisje dat hem vertelt over haar wens om een lijk open te snijden om te zien wat er in een mens zit, de vrouw op Komura's hotelkamer die vertelt dat ze eens met een belletje moest blijven rinkelen tijdens seks in het bos om beren op afstand te houden.
Aan de andere kant is het ook weer niet zo dat Murakami's verhalen zichzelf verklaren. Ze bestaan grotendeels uit dit soort ongewone situaties. Maar toch heb je het volledige verhaal nodig om er een eigen conclusie uit te trekken, en dat biedt Blind Willow, Sleeping Woman niet. Het is kunstzinnig, het is een sfeer. Alleen rechtvaardigt dat niet altijd de animatie. Het zou goedkoper en minder tijdrovend zijn geweest om de camera te richten op twee acteurs.
Door het te tekenen kon Földes bepaalde dingen in het shot doorzichtig maken. Dat maakt het kunstzinniger en daarmee 'intellectueel'. Alleen in het verhaal van meneer Katagiri en de grote kikker is animatie een noodzaak. Hij is tevens het meest interessante personage, vreemd genoeg door een ontzettend saai mens te zijn; hij is zich hiervan bewust en met tranen in zijn ogen zegt hij dit. Meneer Katagiri komt echter het minst aan bod, de meeste tijd gaat naar Komura die apathisch loopt te zeveren.
Kunst gemaakt vanuit de gedachte "ik wil dat mensen eruit halen wat ze eruit willen halen" is lui. Of dat hier het geval is, is niet met zekerheid te zeggen, maar bepaalde delen geven wel dat gevoel. Zelfs David Lynch riep ooit in de montagekamer "O, dat is wat ik bedoelde!", maar hij compenseerde dat tenminste met veel creativiteit en humor. Blind Willow, Sleeping Woman is zo creatief niet, en zelfs een pratende kikker maakt geen komedie.
De fundering van verhalen van Murakami zorgt voor een bepaalde energie die blijft boeien, maar de film is verre van briljant. Wees echter niet verbaasd als tal van collega-recensenten de film de hemel in prijzen als intellectueel meesterwerk en vervolgens zelf verzinnen waarom. Ik zou liever de uitleg van Földes willen horen, maar het antwoord is vast een geërgerd "Het is gewoon een kont".