Toen de eerste John Wick-film in 2014 uitkwam stond de wereld versteld van de halsbrekende actie, de sublieme wereldcreatie en de gepolijste visuals. Het was de wedergeboorte van Keanu Reeves als actiester. De filmreeks, die bekendstaat om zijn eclectische combinatie van guns en kungfu, ook wel gun-fu, vestigt Chad Stahelski als een van de beste actieregisseurs van dit moment. Hij klimt voor dit vierde deel terug in de regisseursstoel en komt met een bijna drie uur durend non-stopactiespektakel dat, op het randje van overdaad schaadt, alles in zich heeft om zijn voorgangers te overtreffen.
John Wick 4 pakt het verhaal op waar Parabellum ons achterliet. Hersteld van zijn gruwelijk botte val zint onze berooide antiheld op wraak en hij besluit de rollen om te draaien. De uit zijn pensioen teruggehaalde huurmoordenaar kiest het offensief en opent de jacht op The High Table, het misdaadsyndicaat dat vanuit de schaduw over de onderwereld heerst. Gemotiveerd door wraak en zijn wil naar vrijheid gaat John de strijd aan met 'the Marquis', de afgezant van het moordenaarsgilde die carte blanche krijgt om de Baba Yaga te stoppen.
De vendetta, die ooit met een vermoorde puppy begon, brengt John Wick ditmaal naar prachtige locaties in Japan, Parijs en Berlijn waar hij zich, als in een computerspel, door legioenen tegenstanders heen werkt. De haast eindeloze symfonie van geweld bestaat uit maar liefst veertien spectaculaire actiescènes die stuk voor stuk niet zouden misstaan als de slotscène in een 'normale' actiefilm. Het fenomenaal gechoreografeerde brute ballet is een beetje van hetzelfde laken een kogelwerend pak als de vorige delen, maar de film doet er een behoorlijke schep bovenop.
Door de overvloed aan actie is het plot niet bijster sterk en dient voornamelijk om John Wick van gevecht naar gevecht te sluizen. Met thema's zoals vriendschap en nalatenschap wordt geprobeerd de film een emotionele laag te geven maar het resulteert voornamelijk in een hoop onbeduidende tegeltjeswijsheden. Je leeft echter wel echt met het op zijn tandvlees lopende titelpersonage mee en Keanu Reeves brengt zijn iconische rol wederom met veel toewijding tot leven. Het is leuk om te zien hoe hij steeds meer in zijn rol is gegroeid.
Het verhaal blijft voornamelijk fier overeind door de fabelachtige wereldcreatie, die zich veel creatieve en plotmatige vrijheden permitteert. Het gestileerde universum, waarin de natuurwetten een beetje worden opgerekt en waar iedereen een huurmoordenaar is, lijkt op de normale wereld maar het is de schaduwversie ervan. Het is een microkosmos met een onderwereldsfeertje van ouwe jongens krentenbrood, waar traditionele regels en gebruiken zich een weg banen in de moderne tijd en waar eerzaamheid en orde het hoogste goed zijn, 'because that's what separates us from the animals'.
De duistere schaduwwereld wordt schitterend in beeld gebracht dankzij de sublieme cinematografie van Dan Laustsen. Met harde lijnen en het voor de filmreeks typerende oranjeblauwe kleurenpalet schildert hij een heus neon-noir kunstwerk op het witte doek. Werkelijk elk beeld is prachtig en de wijze waarop hij, op de meest spectaculaire locaties, de actie in ontiegelijk lange, ononderbroken shots vastlegt is van een ongekend niveau. Met name de scène waarin hij John Wick met een vuurwerk-schietende shotgun in vogelperspectief door een Frans herenhuis volgt, wow! En wat de film klaarspeelt op de rotonde bij de Arc de Triomphe is nauwelijks te bevatten.
Ook productiedesigner Kevin Kavanaugh trekt alle registers open. De sets, waaronder het Japanse Continental-hotel en een Berlijnse nachtclub met watervalmuren, zijn alle even adembenemend als immens. De grandioze decors dienen naast oogstrelerij ook een hoger doel. De weelderige locaties verschaffen de Marquis zijn pompeuze identiteit en de pure massaliteit van alles benadrukt het David versus Goliath-gevoel van Wicks eenzame strijd.
De film introduceert een bont gezelschap aan kleurrijke, vermakelijke vijanden. John vindt eindelijk een waardige tegenstander in de door Donnie Yen fantastisch vertolkte blinde huurmoordenaar Caine. Skarsgård zet met zijn Marquis een James Bond-achtige antagonist neer, inclusief vreselijk Frans accent, en geeft de High Table een makkelijk te haten gezicht. Het tracker-personage, dat samen met zijn bijtgrage viervoeter achter Wick aanzit maar nooit toeslaat is tof maar nogal suf bedacht, net als de dikmaakpak-dragende gangster Killa. De haast cartooneske personages werken perfect bij de insteek van de film, maar zet ze in een wit kader met een tekstballon en je hebt in principe stripfiguren.
John Wick 4 is bigger, better en vooral bruter dan zijn voorgangers en misschien wel een van de tofste actiefilms van deze eeuw. De lange looptijd vraagt wellicht wat veel van de kijker en voor een verhaal waarin 'consequences' centraal staan is hij zelf soms wat inconsequent, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door de epische proporties van de film in zijn totaliteit. Accepteer dat John Wick onverwoestbaar is, neem alles met een korrel zout, en geef je over aan het doldwaze en zinderende spektakel van dit cinematografische meesterwerk.