Je zou denken dat makers van horrorfilms bepaalde dingen nu wel onder de knie zouden hebben. Het creëren van dat moment waarop de kijker iets dieper wegzakt in de bioscoopstoel uit angst voor het aankomend schrikmoment. Toch zijn er nog steeds nieuwe films die hier op mikken maar het niet lukt. The Offering wel! Zoals zo vaak is het verder niet echt een boeiende film, maar wel leuk dat hij in deze opzet slaagt.
Art neemt zijn zwangere vriendin Claire mee naar zijn vader, die vanuit huis zijn begrafenisonderneming runt. Het is lang geleden, want vaderlief moest er niks van hebben dat zijn zoon het zoekt bij een niet-Joodse meid. Maar goed, de man lijkt milder te zijn geworden en alles lijkt vergeven. Helaas is er net een lijk afgeleverd waar een demon aan vast zit, die het ook nog eens heeft gemunt op kinderzielen. In de komende dagen zal het gezin heel wat meer moeten oplossen dan alleen familieproblemen.
Het handige aan religie is dat het veel materiaal biedt voor horrorfilms. De demon hier heet Abyzou, wat overigens ook de alternatieve titel is voor deze film. Op zich wordt daar wel over gesproken in oude teksten, maar specifiek Joods lijkt die niet te zijn. Desalniettemin speelt het zich allemaal af binnen de Joodse gemeenschap, want dat geeft het een extra occult tintje. En het geeft Art een reden om zijn vader lang niet te hebben gezien.
The Offering is geregisseerd door Oliver Park, die zijn kost voornamelijk verdiende als acteur in onbekende producties. Vaak gaat dat type regisseurs voor verhalen waarin acteurs helemaal los kunnen gaan op diepzinnig drama. Park kiest voor horror, en heeft daar best wel een neus voor. De openingsscène gaat over de laatste momenten van de man die later in de film als bezeten lijk uit de koeling wordt getrokken. Hij kijkt naar een compleet donkere hoek van zijn huiskamer en spreekt er tegen. Dat alleen al is genoeg om je nerveus te maken; gaat er iets uit die hoek springen, en zo ja, wat dan?
Dat het ordinair effectbejag gaat worden is meteen duidelijk. Enkele seconden na de start van de film komt de eerste schrik via een kip die plots voorbij vliegt en een hard geluid maakt dat je normaal nooit uit pluimvee hoort komen. Wat dramakwaliteit betreft is dat slappe hap. Maar heel wat horrorfans zoeken juist dit soort films op. Heerlijk om om de zoveel minuten even uit je stoel te stuiteren na enkele tellen opbouw en er daarna om te gniffelen.
Maar toch, het blijft jammer dat de film niet meer te bieden heeft dan dit, ook al probeert hij het wel. De zoon die na jaren terugkeert om te verzoenen met zijn vader is niet niks, ook al spreekt vader praktisch uitsluitend in spreekwoorden en gezegden, en is hun breuk bij binnenkomst al gelijmd. Bovendien klopt Art zelf om andere reden bij zijn pa aan, wat voor een botsing zorgt. Toch blijft dit alles natuurlijk puur een excuus om horrorelementen toe te passen.
Het is ook wel fijn dat de horror erin blijft en niet plaats maakt voor een onderzoek in de tweede helft van de film zoals zo vaak. Het mondt wel uit in zo'n schreeuwerige climax, inclusief dingen die eng bedoeld zijn maar ook net zo makkelijk op de lachspieren kunnen werken. Maar goed, tegen die tijd heb je je al prima vermaakt met heel wat griezelmomenten dat het te vergeven is. Dat moet ook eigenlijk wel met een hoofdrolspeler die Nick Blood heet.