De duur van de oorlog in Oekraïne kunnen we inmiddels uitdrukken in weken in plaats van dagen. In de berichtgeving is een aantal keer teruggeblikt naar een conflict dat ongeveer op dezelfde manier begon: de oorlog in Zuid-Ossetië in 2008. Ook toen viel Rusland een buurland binnen, namelijk Georgië, na een periode van spanningen tussen de twee voormalige Sovjetlanden.
De geschiedenis herhaalt zich, dat kunnen we wel stellen. Documentairemaker Ineke Smits maakte een film over de oorlog in Zuid-Ossetië en de nasleep daarvan. In The Little Man, Time and the Troubadour toont ze persoonlijke herinneringen en getuigenissen, met een autobiografische poppenvoorstelling als rode draad.
De troubadour in deze film is Sipa Labakhua. Hij is kunstenaar en trekt met een minitheater en zijn fiets door zijn geboorteland Abchazië. Een poppentheater waarin alle voorwerpen van afval zijn gemaakt. De held in het verhaal dat hij vertelt, is zijn vader, de kleine man. Hij was een idealistische politicus die tijdens de oorlog in Georgië werd gedwongen om met zijn gezin naar Moskou te vluchten.
En de tijd uit de titel? Dat was de grootste vijand van Sipa's vader. Sipa zelf probeert er anders mee om te gaan dan zijn vader deed. Hij is zelf ondertussen teruggekeerd naar huis, wat in zijn geval Abchazië betekent. Het westelijke deel van Georgië dat nog maar weinig erkend is als onafhankelijk land.
Met zijn voorstelling brengt hij een persoonlijk, autobiografisch verhaal waar veel mensen in het publiek zich tegelijkertijd in herkennen. De voorstelling roept dan ook veel reacties op. Sipa durft te vertellen waar niemand over durft te praten, zoals een bezoeker opmerkt. De magische beelden van de voorstelling, die nog eens apart voor de camera is opgevoerd en waarbij in sierlijke letters de vertaling van de vertelling in beeld wordt gebracht, worden afgewisseld met interviews met mensen die in het publiek zaten. Een creatieve vondst die ervoor zorgt dat de documentaire een magisch en uniek tintje krijgt.
Tijdens zijn reis spreekt Sipa verschillende landgenoten, zoals orthodoxe priesters, , Abchazische nationalisten, Syrische vluchtelingen, Georgische boeren en Russische hippies. Ieder vertelt hem zijn of haar persoonlijke herinneringen aan de oorlog en de nasleep daarvan. Dat gebeurt met een lach en een traan, maar steeds komen dezelfde thema's terug. Wat maakt een land een land? Wat en waar is je thuis? En hoe gaan volgende generaties om met het gedachtegoed waaraan hun (groot)ouders vasthouden? Over politiek wordt nauwelijks gesproken, de nadruk in deze gesprekken ligt echt op wat mensen van het gewone volk zelf hebben meegemaakt.
Sommige interviews zijn opgenomen tegenover een prachtig opgebloeid landschap. Het is je nauwelijks voor te stellen dat hier nog niet zo lang geleden een oorlog gaande was, al zijn de littekens nog wel degelijk zichtbaar in de straten, maar ook in de harten van mensen. Het is pijnlijk om te beseffen dat op dit moment opnieuw miljoenen mensen hetzelfde moeten doormaken als hun lotgenoten tijdens de oorlog in Zuid-Ossetië. De huidige situatie in Oekraïne maakt Little Man, Time and the Troubadour jammer genoeg heel actueel.