Een requel, zo legt een van de personages in de vijfde Scream uit, is zowel een reboot als een vervolg. Je introduceert een hele zwik personages en vult deze aan met oudgedienden. De bedoeling is dat de oudjes het niet overleven en dat de nieuwelingen de franchise voortzetten. Of al deze regels altijd uitkomen valt nog te bezien. Maar feit is wel dat vijfentwintig jaar nadat het eerste deel het horrorgenre vernieuwde, dit vijfde deel voortdurend zichzelf bespreekt. Een andere regel is dat je nooit een nummer bij zo'n requel zet. Scream 5 heet dus gewoon weer Scream.
Dit verhaalelement is meta in het kwadraat en begint pas aan het eind van deze slasherkomedie enigszins sleets te raken. Veel is bij het oude gebleven. Het stadje Woodsboro heeft voor een vijfde keer last van een gemaskerde moordenaar. Aan sommige formules moet je niet willen tornen en dat heeft het tweekoppige regisseursteam, bekend van de horrorthriller V/H/, heel goed begrepen. Maar juist het formulematige wordt in dit nieuwe deel voortdurend op de proef gesteld. Zo word je bij elke voorspelling van de gevatte personages aan het twijfelen gebracht om uiteindelijk toch nog verrast te worden.
Dit keer wordt hoofdpersonage Sidney Prescott ingeruild voor Sam Carpenter (logisch met zo'n achternaam). Ze heeft haar zus Tara vijf jaar niet gesproken, maar ze duikt weer op nadat Tara in de wat matige openingsscène het slachtoffer is geworden van de gemaskerde lustmoordenaar. Het is geen spoiler dat de vriendengroep van Tara vervolgens een voor een de moordenaar tegen het lijf loopt. Sam en haar vriendje Richie willen het liefst aan de situatie ontsnappen maar ontkomen er niet aan om de moordenaar op te sporen Ze zoeken hulp bij voormalig sheriff Dewey, die geen zin heeft in nog meer publiciteit. Gale Weathers, inmiddels zijn ex, heeft het geschopt tot presentatrice van een ontbijtshow. Superoverlever Sidney Prescott heeft alle traumatische ervaringen achter zich gelaten.
Binnen de kortste keren zijn echter alle oude rotten weer present, al hebben ze lange tijd enkel de ondankbare rol van aangevers. Regisseurs Bettinelli-Olpin en Gillett zijn echt voornemens om hun nieuwe personages op de voorgrond te zetten, zodat het publiek goed aan ze kan wennen. Ze gaan daarbij gewaagde plotwendingen en -keuzes niet uit de weg, zonder de humor achterwege te laten. Voortdurend spelen ze met de conventies van het genre, door jump scares uit te stellen en de personages deuren van keukenkastjes en ijskasten dicht te laten slaan met de verwachting dat er een moorzuchtige engerd achter staat. Bovendien hebben veel van de nieuwelingen een link met de personages uit de eerste Scream. Zonder al te veel te verklappen wordt zelfs een overleden gewaande veteraan min of meer tot leven gewekt.
Het regieduo ontkomt echter niet aan de clichés naarmate de ontknoping en ontmaskering naderen, misschien omdat de fans dit nou eenmaal van ze verlangen. Requels doen het niet echt lekker bij de diehardfans. Hier wordt vaak nog wel een draai aangegeven, maar de verfrissende spontaniteit van het begin houdt niet de hele speelduur stand. Gelukkig is er met de humor altijd nog een troef achter de hand. De vele zelfverwijzingen zijn misschien soms wat te veel van het goede, maar de goed getimede steekpartijen zijn vaak lachwekkend in hun pijnlijkheid. Dit vijfde deel, dat kan bogen op vertrouwde gezichten maar het zonder vaste scenarist Kevin Williamson moest doen, is opgedragen aan aartsvader Wes Craven. Hij kan tevreden zijn.