Hij noemt zijn broer een domme dikzak. Met zijn leren beenstukken paradeert hij over zijn ranch alsof hij de koning te rijk is. Wanneer het zachtaardige tienerjongetje Peter hem bedient in een restaurant, vernedert hij de knul met genoeg venijn om een buffel te vellen. Phil Burbank is het alfamannetje. De 'head honcho'. Hij laat zich overal gelden, want dat is de les die zijn mentor Bronco Henry hem heeft geleerd: een man te zijn. En dan komt sukkelige broer George thuis met Peters moeder aan zijn hand.
The Piano-regisseur Jane Campion moet in het gelijknamige boek van Thomas Savage hebben gelezen hoe een piano naar een afgelegen plek werd gesleept, en hebben gedacht: "Dit is helemaal mijn ding!" Het helpt waarschijnlijk ook dat een kritische blik wordt geworpen op nare mannelijke stereotypes. En dat haar thuisland Nieuw-Zeeland heel erg goed kan doorgaan voor de Amerikaanse staat Montana. Gooi er ook nog eens een fantastische cast tegenaan en je hebt The Power of the Dog.
Dit is het type film dat zonder inmenging van Netflix niet gauw meer gemaakt wordt. Eerder al gaf men gevierd filmmakers zoals de broertjes Coen, Martin Scorsese en Alfonso Cuarón een zak geld om een persoonlijke visie en een geliefd project naar het witte doek te brengen. Bovendien aast de streamingdienst nog steeds op een Oscar voor Beste Film, om zichzelf meer legitimiteit te geven. Nu hebben ze Campion de kans gegeven om voor het eerst in twaalf jaar een speelfilm te maken.
Al binnen een paar shots voel je de hand van een filmmaker die haarfijn weet wat ze doet. De serene camerabeweging, die in de verte de stappen van Benedict Cumberbatch langs een serie open ramen volgt, had zo het onderschrift 'Betekenisvol!' kunnen hebben. En zo druipt van elk shot en elke knip het belang af. Maar meer nog spreekt een diep zelfvertrouwen uit van de keren dat de camera lekker lang blijft hangen om nog meer nuance in zich op te nemen. Elk frame is te veel noch te weinig, en staat precies waar het zou moeten staan.
En hoe Cumberbatch zich ook uitleeft om een bruut van een Phil neer te zetten, de hierboven genoemde nuance is er zeker. De kleine interacties tussen broer George en zijn bruid Rose druipen van de smakelijke details en Kodi Smit-McPhee laveert prachtig tussen een zeer gevoelige, artistieke kant en één waarin hij voor niets blikt of bloost. De jonge Peter kan de schitterendste bloemen vouwen van papier, maar droomt er ook van om chirurg te worden. Oftewel, hij moet oefenen.
Hoe goed de rest ook speelt, de meeste Oscar-buzz hangt vooralsnog rondom Dunst, die als vrouw van een wat zwakkere man medegebukt gaat onder de dominantie van haar afgunstige zwager. Als George speciaal voor Rose een piano heeft gekocht, wil ze haar best doen om niet te slecht te klinken wanneer ze voor de bezoekende gouverneur moet spelen. Ze stuntelt zich door haar oude repertoire. Maar Phil, die de banjo piekfijn beheerst, troeft haar af in een muzikaal machtsspelletje. En als hij later opnieuw zin heeft om haar te pijnigen, fluit hij een paar noten van het vrolijke deuntje dat ze oefende. Dunst spat van het scherm in haar gekwelde machteloosheid.
The Power of the Dog is echter vooral een film van voorwerpen, want soms zegt een rekwisiet meer dan een hele lap dialoog. Een piekfijn opgepoetst zadel van Bronco Henry, een zelfgerolde sigaret, een stuk afgestroopte koeienhuid en een tunnel van dorre takken. Die dingen blijven je bij, misschien nog meer dan het geschreeuw van een boze Phil en de wetende blikken van een zwijgende Peter. Ook de kracht van de hond wordt zichtbaarder gemaakt in de omgeving dan in het spel. Netflix heeft weer een winnaar, maar ook een Oscar-winnaar? Dan moeten ze het momentum nog lang zien vast te houden.