Spencer
Recensie

Spencer (2021)

Prinses Diana is een geest in haar eigen sprookje. Bij gebrek aan subtiliteit reduceert de film haar tot haar gekte.

in Recensies
Leestijd: 2 min 42 sec
Regie: Pablo Larraín | Scenario: Steven Knight | Cast: Kristen Stewart (Prinses Diana), Timothy Spall (Major Gregory), Sally Hawkins (Maggie), Jack Farthing (Prins Charles), Sean Harris (Darren) e.a. | Speelduur: 111 minuten | Jaar: 2021

Spencer is Pablo Larraíns derde film op rij die de naam van het vrouwelijke hoofdpersonage draagt. Deze keer gaat het niet om een staatsvrouw met veel decorum zoals in Jackie of een kille danseres zoals in Ema, maar om de iconische prinses Diana Spencer die in een kerstweekend haar grip op de realiteit verliest. Diana's beklemmende wereld wordt tot leven gebracht in een cinematografisch te gelikte film.

Dat Kristen Stewarts vertolking van Diana de tongen losmaakt en leidt tot Oscarrumoer is niet verrassend. Het ongemak van Diana doet soms denken aan Stewarts eerdere rollen en haar wat zenuwachtige gedrag op de rode loper. Diana en Stewart lijken zich beiden niet helemaal thuis te voelen in hun omgeving. Gelukkig gaat Stewart het grootste gedeelte van de tijd volledig op in haar rol, versterkt door haar compleet onherkenbare stem en accent. Het is met gemak haar meest geslaagde transformatie tot nu toe.

De Diana die Stewart ten tonele brengt is mentaal instabiel. Ze is een vrouw die gebukt gaat onder zwaarwegende tradities. De verstikkende conventies komen tot uiting in de vaak symmetrische decors die onberispelijk gekadreerd zijn. Tegelijkertijd is de belichting helder en wordt Diana omringd door pastelkleuren; van een geel mantelpakje tot lichtgroene erwtensoep. Alsof de film, net als Diana's schoonfamilie, het 'gezellig' wil houden.

Uiteraard bedriegt de schijn. Diana heeft last van hallucinaties, haar eetstoornis en denkt aan zelfverminking. Ze vereenzelvigt zich met prinses Anna Boleyn, die door Henry VIII onthoofd werd omdat ze een minnaar zou hebben, terwijl hij juist vreemdging. Het gaat zover dat Diana zich inbeeldt advies van Anna te krijgen. Geleidelijk gaat ze steeds meer weghebben van een geestverschijning, net zoals Anna Boleyn in haar hallucinaties.

Diana's eetproblemen en haar ongelukkige leven met de daaruit voortvloeiende hallucinaties gaan gepaard met een groot gevoel voor drama. Als ze zichzelf verliest, zwelt de muziek van Radioheads Jonny Greenwood aan en is het camerawerk desoriënterend. Deze aanpak reduceert Diana erg veel tot haar 'gekte'.

Slechts de gesprekken met haar zoons geven af en toe het beeld van de moeder die ze moet zijn geweest. In deze zeldzame momenten laat Spencer de afstandelijkheid varen, want verder is de stijl zo doordacht dat het vooral een esthetische ervaring blijft. Dat voelt cru, zeker omdat Diana zich in de film zelf afvraagt hoe ze later gezien gaat worden.

Larraín en scriptschrijver Steven Knight zijn zich dus duidelijk bewust van de kracht van geschiedschrijving. Niet alleen Diana, maar ook de andere personages reflecteren meer dan eens op hoe de buitenwereld naar het koningshuis kijkt. Spencer voegt een nieuwe invalshoek aan deze geschiedschrijving toe. De film knaagt aan het beeld van een geliefde prinses en laat haar duistere kant zien.

Dit biedt aan de ene kant nuancering, maar aan de andere kant doet het opzoeken van een nieuw uiterste af aan de ervaring. Spencer zou Diana van een symbool kunnen veranderen in een mens van vlees en bloed, maar toont haar vooral als personificatie van wat er gebeurt als conventies een mens beklemmen. De mooie plaatjes resoneren, maar Diana blijft een schim.