Je moet in juni 2018 onder een steen (of in een diepe grot?) hebben geleefd als de reddingsoperatie rondom het Thaise voetbalteam aan je voorbij is gegaan. Vanaf het moment dat de eerste hulptroepen arriveren tot aan de succesvolle afloop richten de wereldwijde media hun spotlichten op de twaalf jochies en hun voetbalcoach, die vier kilometer diep vastzitten in het ondergrondse gangenstelsel Tham Luang. Hun enige hoop: een stelletje oernuchtere Britse grotduikers. Het is het perfecte recept voor regisseurs Jimmy Chin en Elizabeth Chai Vasarhelyi, die met hun zenuwslopende en Oscar-winnende documentaire Free Solo al enige ervaring hebben met sociaal ongemakkelijke sportmannen. Weten ze het dit keer net zo spannend te maken?
The Rescue is in elk geval benauwend, op een goede manier. De grotten waarin de duikers zich voortbewegen zijn donker, dauw en intimiderend smal. Je voelt hoe moeilijk het moet zijn geweest voor reddingsduikers John Volanten en Richard Stanton om zich voort te bewegen. Dit aspect van de docu is des te indrukwekkender wanneer je beseft dat het gros van de beelden een reconstructie is. Dat klopt, er was geen cameraman aanwezig in de smalle onderwatergangetjes in Noord-Thailand in 2018. In plaats daarvan werd alles nagespeeld in een piepschuimgrot in de beroemde Pinewood Studios.
Gereconstrueerde beelden kunnen soms overkomen als overdramatisch of afgezaagd, maar The Rescue trapt niet in die val. Integendeel: de donkere onderwatershots zijn smaakvol geschoten en vallen naadloos in de montage tussen de authentieke beelden (de duikers hadden destijds wel een soort GoPro mee). De illusie houdt stand, mede omdat er geen acteurs gebruikt worden, maar Volanten en Stanton zelf de scènes naspelen. Dit toneelspel is op sommige punten in het verhaal simpelweg noodzakelijk.
Tijdens de uiteindelijke reddingsmissie moesten de jongens onder narcose gebracht worden, zodat ze veilig meegesleurd kunnen worden door een kilometerslange ondergrondse rivier. Na een dikke spuit in hun been liggen de jongens levenloos in het water, het enige wat hun verdrinkingsdood verspert is een waterdicht masker dat de duikers op hun hoofdjes moeten vastzetten. Zonder een waarheidsgetrouwe representatie van dit soort scènes mis je de dramatische impact die dit verhaal verdient.
De grotduikers staan dus centraal in The Rescue en niet het Thaise voetbalteam dat achttien dagen moest overleven in Tham Luang. Dat is niet een bewuste keuze van de regisseurs: de voetbaljongens hadden de rechten van hun verhaal al verkocht aan Netflix. Het zorgt voor een beperkt, westers perspectief op deze internationale operatie. De Thaise reddingtroepen komen nog wel aan het woord, maar deze interviews blijven opvallend oppervlakkig. De Britse grotduikers hinten naar stevige wrijving met hun lokale collega's, maar een reactie op deze claims ontbreekt. Het lijkt alsof er geen kritische vragen gesteld zijn in de Thaise interviews, die soms klinken alsof er een geredigeerd persbericht van hun tong rolt.
Hoe vergelijkt The Rescue zich dan met Chin en Chai Vasarhelyis eerste huzarenstukje? Iedereen die Free Solo kijkt, weet dat berggeit Alex succesvol zal zijn. Hij redt het. Hij beklimt de berg. Je hoeft je geen zorgen te maken. Toch is het onmogelijk om de epische beklimming te bekijken zonder angst. Het is misschien wel de grootste prestatie van een dergelijke documentaire. The Rescue heeft dezelfde uitdaging: het voetbalteam is gered en het is praktisch onmogelijk om zonder die voorkennis de film in te stappen. Blijft het spannend? Het antwoord is overwegend ja. De reconstructie en de hervertelling van de grotduikers maken er een oerdegelijke documentaire van. Maar waar je in Free Solo op het puntje van je stoel zit om het welzijn van die prettig gestoorde rotsklimmer, worden de jongens in The Rescue nooit meer dan de bleke gezichtjes op de onscherpe videobeelden van de grotduikers. Het maakt de missie nog steeds triomfantelijk, maar wel minder persoonlijk.