Nadat het succes van de Saw-reeks met zijn ontelbare delen was uitgedoofd, gingen makers van het horrorgenre naarstig op zoek naar andere manieren om hun martelfantasieën te uiten. Ze kwamen al snel uit bij het populaire fenomeen van de escaperoom, een favoriete activiteit voor menig bedrijfsuitje. Vier jaar geleden resulteerde dit in een alleraardigste horrorproductie waarin de samenwerking tussen een groep jonge potentiële slachtoffers de enige manier was om het er levend vanaf te brengen. Het toepasselijk getitelde Escape Room[i] was niet de zoveelste goedkope [i]Saw-kloon, maar bracht een goede mix van spanning, niet al te veel gorigheid en een riante production value. De slotscène van hintte al behoorlijk opzichtig naar een vervolg en niemand zal verrast zijn dat dit er is gekomen.
Als je vier jaar geleden de boot hebt gemist: geen paniek. Dit vervolg begint met een samenvatting en er wordt regelmatig teruggeblikt. Overlevende Zoey loopt de deur plat bij de zielenknijper om de gebeurtenissen in de diverse moordzuchtige escaperooms een spreekwoordelijk plekje te geven. Samen met lotgenoot Ben probeert ze te achterhalen waar de geheime organisatie die verantwoordelijk is voor de viervoudige slachting zich ophoudt. Het spoor leidt naar New York. Als ze bijna het hoofdkwartier van het bedrijf Minos hebben achterhaald, wordt Zoey beroofd. In hun jacht naar de dief belanden Zoey en Ben in een metro, waar al het gedonder weer van voor af aan begint. Het voertuig blijkt namelijk een nieuwe escaperoom en hun vier medepassagiers andere overlevenden van Minos.
Meer dan het voorgaande deel moet Escape Room: Tournament of Champions het hebben van losse scènes die maar lastig tot een geheel gesmeed kunnen worden. Het duurt dan ook even voordat de zes gelukkigen enigszins doorhebben wat niet alleen hen, maar ook de verschillende ontsnappingsruimtes verbindt. Regisseur Adam Robitel doet dan ook niet al te veel moeite om ons echt kennis te laten maken met de voortdurend in doodsangst verkerende puzzelaars. Het personage dat het eerst bezwijkt onder Minos' wreedheden kennen we zelfs niet eens bij naam. Toegegeven: de locaties zijn origineel en uiteenlopend van een bankgebouw tot een hele strandsetting, maar het hoofd koel houden zit er dit keer niet in. Als kippen zonder kop gaan de kandidaten op zoek naar aanwijzingen.
Dit leidt tot een wilde achtbaanrit, waarbij de tijd voortdurend dringt en de pompende onrustige soundtrack eerder op de zenuwen werkt dan echt de spanning opvoert. Afzonderlijk bekeken zijn de levels waar Ben en Zoey zich doorheen moeten werken enerverend en mooi afgebakend, maar ze wekken ook de indruk de formule nu al sleets begint te raken. Een onverwachte plotwending brengt de opdrachten die de groep moet uitvoeren in een nieuw en fris perspectief, maar het is verstandig er niet al te veel bij na te denken, omdat dan de vele onvolkomenheden en tekortkomingen aan het licht komen.
Ook dit vervolg onderscheidt zich van de vele B-producties die op ons worden uitgestort door de originele puzzelkamers en de sterke visuele uitvoering. Desondanks voelt de film als een herhaling van zetten. Robitel is er niet in geslaagd veel aan zijn eerste deel toe te voegen. Op deze manier kan hij eeuwig doorgaan, zoals hij in de slotscène ook al schaamteloos impliceert.