Jagame Thandiram is een stijlvolle, spannende en spectaculaire actiethriller met een sociale boodschap. Daarmee past de film in een traditie van Indiase genrefilms die politieke cinema en populair entertainment vermakelijk vermengen. De mainstream Hindi-cinema wordt steeds conservatiever, net zoals de politiek van het land, maar in de zuidelijke deelstaten zoals Tamil Nadu blijft de filmindustrie progressief. Daar is de afgelopen vijftien jaar een Tamil New Wave gaande, waarin de balans tussen arthouse, commercie en populaire politiek gevonden wordt. Regisseur Karthik Subbaraj, filmster Dhanush en hun samenwerking Jagame Thandiram liggen in het verlengde daarvan.
De uiterst charmante Dhanush brak begin deze eeuw door met films als Pudhupettai (geregisseerd door zijn broer) en Polladhavan van regisseur Vetrimaaran, beide misdaadfilms met een politieke ondertoon. Hoewel Dhanush sindsdien ook romantische drama's en flauwe komedies maakte, en daar succes mee had, is zijn signatuur toch de misdadiger die tegen grotere, corrupte machten ten strijde trekt (of zo lijkt het tenminste op basis van de weinige films die de westerse wereld bereiken). Als het even kan met een brede glimlach, een imposante snor en/of een stoere zonnebril.
In Jagame Thandiram heeft hij ze alle drie in zijn arsenaal als hij als armlastige gangster Suruli betrokken raakt bij een conflict in Londen tussen een machtige Britse gangsterbaas en een Tamil-smokkelaar. Op de achtergrond spelen racisme, immigratie, vluchtelingen, private gevangenissen en Britse politiek een rol. Suruli wordt naar Londen gehaald door de Britse Peter, die rondrijdt in een witte Rolls Royce met een nummerplaat met de tekst 'white power'. Peter wil dat hij infiltreert in de bende van concurrent Sivadoss. Voor hem zijn het namelijk allemaal immigranten met een bruine huidskleur, en hun wereld is onzichtbaar voor hem. Suruli wordt rijkelijk betaald om de organisatie van Sivadoss in kaart te brengen en aan te vallen. Hij heeft echter geen idee waar hij precies voor ingehuurd is, en welke politieke kwesties daaraan verbonden zijn. Ondertussen wordt hij verliefd op de mooie zangeres Attila. Niets is echter zo simpel als het lijkt.
De politieke lading is redelijk nieuw voor Karthik Subbaraj, die de afgelopen tien jaar vooral zelfbewuste genrefilms maakte die net anders lopen dan je zou verwachten. In 2012 debuteerde hij met Pizza, een horrorfilm die stiekem geen horrorfilm was. Later maakte hij nog een horrorfilm waarin alleen gebarentaal werd gesproken. Subbaraj brak door met de komedie Jigarthanda, waarin een filmmaker (met de voornaam Karthik) wordt ingehuurd door een gangster om een film over zijn leven te maken. Vol verwijzingen naar klassieke Tamil gangsterfilms uiteraard. Dat Subbaraj een echte filmliefhebber is bleek al uit zijn vroege werk, waarna hij 'promoveerde' naar grotere films met de sterren waarnaar hij eerder verwees in zijn films. In 2019 maakte hij Petta met de grootste ster van het zuiden van India: Rajinikanth, aan wie tempels zijn gewijd in Tamil Nadu. Er wordt meerdere keren naar hem verwezen in Jagame Thandiram, wat nog een extra apart laagje krijgt met de kennis dat Dhanush getrouwd is met een dochter van de superster.
Zoals je kunt verwachten van een commerciële Tamil-film, zit er ook een aantal liedjes in. Gecomponeerd door Santosh Narayanan, die de laatste jaren bijna altijd garant staat voor kwaliteit. De meeste nummers dienen als commentaar op de actie of personages, maar worden puur als achtergrond bij montages ingezet. Slechts één nummer krijgt een echte musicaluitvoering met dans en zang in de film. Het is goed mogelijk dat dit een concessie was aan de geldschieters en vooral dienst doet om als promotiemateriaal ingezet te worden op social media (op YouTube stond het nummer al een tijdje online, en op Twitter kreeg het een eigen icoontje). Daarom zit het ook aan het begin van de film, in een subplot dat slechts dient om Suruli neer te zetten als eigenzinnig en wild personage dat nooit echt naar de pijpen van een ander zal dansen. Ook de andere nummers dienen vaak om personages uit te werken, of hun rol in het verhaal als held of schurk kracht bij te zetten. Het is misschien niet de meest memorabele soundtrack van Narayanan (denk daarvoor aan Kaala, Vada Chennai of Pariyerum Perumal), maar dan nog geeft hij een extra dimensie aan de film.
Mede daardoor werkt Jagame Thandiram vooral als vermakelijke, mooi gefilmde misdaadfilm. Er blijven een aantal losse eindjes hangen, maar dat mag de pret niet drukken. De politieke context sluipt langzaam in de film, maar is niet bepaald subtiel. Zeker niet wanneer daar een uitgebreide flashback voor nodig is (waarvoor je ook nog eens enigszins op de hoogte moet zijn van de oorlog tussen de Tamil Tijgers op Sri Lanka en de Sinhalese overheid, en de slachting in 2009 die de strijd beslechtte), om een bepaald personage in een nieuw, gecompliceerder daglicht te stellen. Door dit als plottwist te introduceren, confronteert Subbaraj zowel Suruli als de kijker met zijn onwetendheid.
Subbaraj verweeft zijn politieke boodschap in het gangstergeweld om een punt te maken over hoe men zowel in Engeland als in India met immigranten en vluchtelingen omgaat. En passant legt hij ook nog een link tussen racisme in Groot-Brittannië en kastediscriminatie in India. Subbaraj vergaloppeert zich hier en daar met de sociaalpolitieke onderwerpen die hij aansnijdt, terwijl hij de enige substantiële vrouwenrol meer had mogen uitwerken. Ze had ook een stuk minder dienstbaar ten opzichte van de mannelijke hoofdpersoon mogen zijn. Ondanks zulke gebreken is Jagame Thandiram een sterke politieke film, verpakt in bevredigend spektakel.
Jagame Thandiram is te zien bij Netflix.