Vader en zoon zijn van elkaar vervreemd. Senior is een kunstenaar die al jaren niets fatsoenlijks meer heeft afgeschilderd. Junior is werkzaam in de Londense kunstgalerie van zijn schoonouders en ligt in scheiding. Bijna ex-echtgenote wil het hele spul verkopen, maar geeft haar man nog een maand om met voldoende geld op de proppen te komen. De enige optie is de aftandse Toscaanse villa verkopen waar vader en zoon al decennia geen voet meer over de drempel hebben gezet.
Vader heet in de Britse romantische komedie Made in Italy Robert en wordt gespeeld door Liam Neeson. Zoon draagt de filmnaam Jack en wordt vertolkt door Michaél Richardson. En che sorpresa: Neeson en Richardson zijn ook in het echt vader en zoon. Als dit de unieke verkooptroef is van regisseur en acteur James D'Arcy, dan levert het hem geen bonuspunten op. De wetenschap dat de belangrijkste band in zijn komedie ook in het echte leven doorwerkt is niet voldoende om te bekoren. De vader-zoonrelatie spat ook niet bepaald van het scherm.
In de prachtige Toscaanse heuvels liggen mooie maar ook bittere herinneringen. Jacks moeder, Roberts vrouw, is er om het leven gekomen. Het huis is een regelrechte bouwval, waar zelfs een zwerver niet zijn intrek zou willen nemen. Zelfs de felle, haast agressieve muurschildering van Robert zal potentiële kopers niet over de streep kunnen trekken. Zoals de ongeschreven regels van het romkomgenre voorschrijven komen er nieuwe liefdes voorbij, is er de nodige tegenstand in de opknapwerkzaamheden, worden herinneringen opgehaald en blijkt de band met het Italiaanse krot toch groter dan Jack en Robert dachten.
Dat het genre zich bedient van de nodige clichés mag geen verrassing zijn. Bezwaarlijk is het overigens allerminst. Vaak wordt het nog wel opgeleukt door wat kluchtige voorvallen of charmante bijfiguren. In het door D'Arcy geschreven scenario is de Italiaanse passie echter ver te zoeken. Hij verzandt in afgezaagde, tweedimensionale personages. Jack is een goedzak waarvan je zeker weet dat hij het geluk wel weer zal vinden. Na de dood van zijn vrouw is Robert een rokkenjager die niet eens de naam van zijn scharrels van middelbare leeftijd kan onthouden. Het doek van de Mona Lisa heeft meer diepte.
Hoewel er genoeg gelegenheid is om het samenspel tussen Neeson en Richardson (afkomstig uit een grote acteursfamilie) op scherp te zetten, blijft D'Arcy daarvan angstvallig ver uit de buurt. Kennelijk acht hij zijn Italiaanse avontuur niet geschikt voor een beetje diepgang of drama. Het gevolg is dat zijn Made in Italy weliswaar lekker wegkijkt op de bank, maar nou niet bepaald de film is die in deze barre virustijden het publiek weer massaal (doch met gepaste afstand) de bioscoopzalen in zal krijgen.
Daarvoor is dit te veel een allegaartje; een buffet van antipasto waarbij van elk stuk voedsel een beetje is gepakt, zonder dat dit het een samenhangend voorgerecht oplevert en er voor de hoofdmaaltijd geen plek meer is. Maar hoe symbolisch: ook al zijn de muren en daken van de Toscaanse hut gammel, het skelet van het pand is dik in orde. Was dat ook maar het geval bij D'Arcy's speelfilmdebuut als regisseur en scenarist.