The Boys in the Band [Netflix]
Recensie

The Boys in the Band [Netflix] (2020)

Overbodige verfilming van een gedateerd maar in de kern nog altijd relevant toneelstuk, had een toneelstuk moeten blijven.

in Recensies
Leestijd: 3 min 51 sec
Regie: Joe Mantello | Scenario: Mart Crowley en Ned Martel | Cast: Jim Parsons (Michael), Zachary Quinto (Harold), Matt Bomer (Donald), Andrew Rannells (Larry), Charlie Carver (Cowboy), Robin de Jesús (Emory), Brian Hutchison (Alan), Michael Benjamin Washington (Bernard), Tuc Watkins (Hank), e.a. | Speelduur: 121 minuten | Jaar: 2020

Afgekeurd door de buitenwereld en oncomfortabel met zichzelf. Netflix' The Boys in the Band, een nieuwe verfilming van Mart Crowleys baanbrekende toneelstuk uit 1968, toont een inkijkje in het leven van een groep homoseksuele vrienden die bijeenkomen voor een verjaardagspartijtje. Door alle zelfhaat, drank en opgekropte geheimen loopt het echter al snel uit de hand. Destijds was The Boys in the Band een voorbode van cruciaal activisme, de nieuwe verfilming is vooral een zware terugblik.

Even terug in de tijd. The Boys in the Band beleefde zijn première een jaar voor een belangrijk keerpunt in de roze geschiedenis: de Stonewall-rellen. In die tijd was homoseksualiteit in bijna de hele Verenigde Staten illegaal. Homoseksuelen werden door velen geminacht en dreigden bij de minste verdenking hun baan te verliezen. Ze werden zelfs onderworpen aan aversietherapieën, chemische castraties en andere mensonterende kwellingen. The Boys in the Band was het eerste toneelstuk waarin de belevingswereld van homoseksuelen onomwonden werd weergegeven en daarmee ontegenzeggelijk grensverleggend voor zijn tijd.

Twee jaar later maakte William Friedkin (die later The Exorcist zou maken) met dezelfde toneelspelers een even sterke filmversie. In feite herhaalt de geschiedenis zich nu. In 2018 bracht Joe Mantello het stuk naar Broadway ter ere van het vijftigjarige jubileum en deze keer is het Ryan Murphy (American Horror Story) die dezelfde regisseur en sterrencast, allen openlijk homoseksueel, heeft opgetrommeld voor een adaptatie. Een vrij letterlijke wel te verstaan, want The Boys in the Band schreeuwt in alles toneel. Had een simpele registratie van de Broadway-voorstelling niet volstaan? Het antwoord is blijkbaar nee.

Mantello neemt de toeschouwer met levendige en dynamische camerabewegingen mee naar de bekende setting: het appartement van gastheer Michael dat als toneellijst voor vrijwel de gehele film dient. Simpel, maar fraai vormgegeven. Op die plek komen de mannen samen om te toosten op de jarige job Harold. Op dit soort momenten konden de kastdeurtjes open en kon men even ontsnappen aan de benauwende druk van de samenleving die onherstelbare schrammen van schaamte en een even verstikkende zelfhaat achterliet.

De avond begint goed. Een drankorgel aan venijnige sneren en geestige oneliners zet de toon. Maar wanneer Alan, een oude studievriend van Michael en mogelijke kasthomo, onverwachts op de stoep staat, slaat de sfeer flink om. Zie je met zoveel drank op maar eens als hetero te gedragen. Gaat niet. Later neemt het feest helemaal een andere wending wanneer het gezelschap, op aandringen van Michael, aan een spel begint waarbij men iemand voor wie men oprechte liefde koestert op moet bellen om deze opgekropte gevoelens op te biechten.

In deze tweede akte maken enkele sterke monologen de film een prima vehikel om het acteertalent van enkele castleden te etaleren. Vooral Washington weet hierbij indruk te maken, maar toch wringt het een beetje. Zo is het spel van Parsons en Quinto wel heel groot en aangezet. Dat werkt prima op het toneel, maar voor film is een verfijndere mimiek toch wenselijker, omdat het op beeld al snel cartoonesk en ongeloofwaardig dreigt te worden. Bomer, die sowieso qua voorkomen uit de toon valt, lijkt dan weer met enkele expliciete naaktscènes à la Murphy puur een publiekslokkertje.

De meerwaarde van deze nieuwe versie lijkt beperkt, al blijven de aangesneden thema's in de kern relevant. Oók in Nederland. Ons land mag dan vaak worden gezien als open en progressief, maar uit onderzoek blijkt toch dat een kwart van bevolking nog altijd negatief staat tegenover homoseksualiteit. Hoewel Netflix misschien het ideale medium is om een stuk als The Boys in the Band tentoon te stellen aan het grote publiek, is het nog maar de vraag hoeveel mensen daadwerkelijk zin hebben om te kijken naar een twee uur durende en redelijk gedateerde bekvechtshow die maar zelden echt weet raken en overtuigen.

De stereotiepe zelfhaat en losbandigheid van de feestgangers, die weliswaar onlosmakelijk is verbonden met de tijd waarin het verhaal zich afspeelt, zou de jonge kijkers weleens meer kwaad dan goed kunnen doen (de regenbooggemeenschap liet zich hier enkele jaren na het verschijnen van het toneelstuk overigens al kritisch over uit). Want hoewel er nog de nodige stappen te zetten zijn, heeft de homo-emancipatie ten opzichte van 1968 een reuzensprong gemaakt. Een meer eigentijdse invulling van The Boys in the Band was wat dat betreft interessanter en betekenisvoller geweest. Laat toneel nu vooral maar toneel zijn.

The Boys in the Band is te zien bij Netflix.