In 2002 verscheen Ju-On van scenarist-regisseur Takashi Shimizu. Deze griezelfilm was in Japan een dermate groot succes dat horrorproducent Sam Raimi besloot om Shimizu naar Hollywood te halen. Daar mocht de Japanse cineast zijn kunstje herhalen - ditmaal voor de westerse filmmarkt. Het resultaat volgde twee jaar later met remake The Grudge en nog eens twee jaar later met het vervolg The Grudge 2.
Maar daarmee was de kous nog niet af. Met het verschijnen van The Grudge 3 - onder regie van Toby Wilkins - kwam er aan de Amerikaanse tak van de horrorfranchise in 2009 een voorlopig einde. Elf jaar lang bleef het vervolgens angstvallig stil rondom Japanse spookmeisjes, die kunnen reutelen als een duivels espressoapparaat. Waarom worden deze helleploerten nu alsnog uit de mottenballen gehaald? Vanwege het geld natuurlijk. Misschien een tikkeltje cynisch, maar dat is wel het enige eerlijke antwoord.
Met een commerciële film is niets mis, maar hij moet natuurlijk wel goed gemaakt zijn. Helaas behoort The Grudge van scenarist-regisseur Nicolas Pesce (die een bescheiden festivalhitje te pakken had met The Eyes of My Mother) niet tot die categorie. Hoewel de poster 'a twisted new vision' belooft - mooi marketingpraatje - ondernemen de makers geen enkele poging om de franchise een nieuwe, gewaagde kant op te sturen. En dat is jammer, want van nummertje zoveel in een horrorreeks mag je toch op z'n minst wat mythologische verbreding verwachten.
Dat laatste is dus niet het geval in deze nieuwe Grudge-film. Kort gezegd draait het nog steeds hierom: zodra iemand in een vlaag van razernij sterft, ontstaat op de plaats delict een vloek. Mensen die deze plaats naderhand bezoeken, worden gekweld door enge spookkinderen, die hen tot waanzin drijven en hen bovendien moordlustig maken. Je moet vooral niet te lang en uitgebreid stilstaan bij de werking van deze gewelddadige bezwering, want dan kom je tot de conclusie dat er wel erg veel schort aan de logica. Waarom laat deze vloek zich op de ene plek wel vastpinnen en op de andere niet?
Bovendien rijst de vraag: hoe dit kwaad te bestrijden? Zowel de personages als de kijker tasten in het duister. Soms kan een gebrek aan achtergrondinformatie juist helpen om de spanning in een verhaal te verhogen, maar dat geldt niet in het geval van The Grudge. Het is duidelijk dat de makers zelf ook geen flauw benul hebben hoe dit kwaad te stoppen valt, dus kiezen ze aan het einde van de film maar voor de meest gemakkelijke uitweg. Daar komt nog eens bij dat personage Fiona Landers - of beter gezegd: de géést van Fiona Landers - eraan te pas moet komen om een aantal gruwelijke zaken te verhelderen.
Ongetwijfeld bedoeld voor bioscoopgangers die niet goed hebben opgelet en de halve speelduur met hun neus in een bak met popcorn hebben gezeten. Voor ieder ander is The Grudge prima te volgen, ook al switcht het verhaal continu tussen drie verschillende tijdlijnen, die dicht tegen elkaar aan schurken. Pesce' film heeft - net als het origineel Ju-On - een puzzelachtige opzet. Het onderzoek van rechercheur Muldoon dient daarbij als leidraad. Of dat genoeg is, valt te betwijfelen, want aan het slot weet deze cynicus nauwelijks meer dan aan het begin.
Wie met een vergrootglas naar The Grudge kijkt, ziet dat de film een aantal dingen lijkt te suggereren, die onvoldoende worden uitgewerkt. Het meest opvallende is dat Muldoons collega (die de weinig verhullende naam Goodman draagt) compleet buiten schot blijft. De beste man heeft zijn huis volgehangen met christelijke prullaria. Zouden de personages het onheil kunnen afwenden als ze zich allemaal tot het christendom bekeren? Je zou het haast denken, maar het blijft uiteraard speculatie.
Hoewel The Grudge zichzelf bloedserieus neemt, doet de kijker dat allerminst. Binnen no-time is duidelijk naar wat voor een soort film we zitten te kijken: eentje die is doorspekt met 'jumpscares' en matige effecten. De manier waarop de makers hun publiek schrik proberen aan te jagen is bovendien gespeend van elke vorm van creativiteit. Zonde, want voor deze productie zijn toch een aantal prima acteurs opgetrommeld, van wie Andrea Riseborough, Demián Bichir en Lin Shaye het vermelden waard zijn. Shaye (bekend van de Insidious-films) mag de meest memorabele scènes op haar conto schrijven. Ze laat zien waarvoor een keukenmes binnen het horrorgenre bedoeld is. Van dat soort bloederige taferelen hadden we graag meer gezien.