Rafiki is Swahili voor 'vriend'. Het is het enige woord dat de Keniaanse meiden Kena en Ziki kunnen gebruiken om hun relatie te duiden, die bij wet verboden is in het homofobe Kenia. Zichzelf publiekelijk partners noemen is uit den boze. In Rafiki komen de dramatische en negatieve gevolgen van hun wederzijdse aantrekking ruimschoots aan bod. Toch is de film vooral een viering van die liefde, en van een vrolijk, jong, kleurrijk en levendig Afrika. Of zoals filmmaakster Wanuri Kahiu het zelf zegt: "een fijn, fel en frivool Afrika".
Niet het Afrika dus van nieuwsreportages over oorlog, ellende, armoede, honger en vluchtelingen. Maar een Afrika dat bruist van het leven, vol vreugde en hoop. Om deze beeldvorming van Kenia en Afrika te promoten, in film, kunst, literatuur en theater, werd het collectief Afrobubblegum opgericht. Toch zijn het paradoxaal genoeg juist die hoop en positiviteit waardoor de film in Kenia verboden werd. Niet alleen omdat het homoseksuele thema en de intentie om het 'lesbianisme' in Kenia te promoten in strijd met de wet zou zijn, maar ook omdat Kahiu weigerde de hoopvolle suggestie aan het einde te veranderen.
Het verbod leidde tot internationaal protest en Kahiu klaagde de overheid aan bij het Hooggerechtshof, met de argumentatie dat de film vertoond moest worden in eigen land om in aanmerking te kunnen komen voor de Oscar voor Beste niet-Engelstalige Film. Dat leverde succes op, waardoor de film vorig jaar september (de wereldpremière was vorig jaar mei tijdens het Cannes filmfestival) één week mocht draaien in hoofdstad Nairobi. Die vertoningen waren uitverkocht. Desondanks werd de film niet geselecteerd als Kenia's kandidaat voor de Oscars, dat werd de film Supa Modo, die vervolgens niet genomineerd werd.
Deze geschiedenis doet misschien vermoeden dat Rafiki een heel heftige film is, maar niets is minder waar. Rafiki is een vrolijke, hoopgevende film vol jeugdig elan. En inderdaad kleurrijk, naar het credo van Afrobubblegum, voornamelijk paars en roze, beginnend met het haar van Ziki. Zachte, warme kleuren overheersen en zetten de toon voor de gevoelige relatie tussen Kena en Ziki, maar ook voor de dromen van de jonge meiden, waarin ze ambities kunnen waarmaken om meer te worden dan van hen verwacht wordt. Hun hele leven is hun ingepeperd dat ze brave echtgenotes moeten worden (ondanks dat dit Kena's moeder niet meer dan een scheiding en een armoedig leven heeft opgeleverd). Kena's droom van een carrière als zuster wordt dankzij Ziki's visie zelfs een ambitie om dokter te worden.
Niet alles in Rafiki is even sterk uitgewerkt. Op Kena's vader na zijn de bijpersonages erg schematisch neergezet, en ondanks dat Kahiu naar eigen zeggen het verhaal in een uitbundig en drukbevolkt Nairobi heeft geplaatst, komt de stad schaars bevolkt over. Wel voelt het aan alsof ze nooit ergens alleen kunnen zijn in het openbaar, maar dat komt meer doordat ze overal dezelfde mensen tegenkomen. Nairobi, een stad met meer dan vier miljoen inwoners, komt zo over als een dorp.
Hierdoor ontstaat zo nu en dan een aparte, verstilde sfeer in de stad, die afgaande op interviews juist niet zo zou moeten overkomen. Al valt natuurlijk niet uit te sluiten dat enkele nuances langs mij heen zijn gegaan als blanke Europeaan. Het mag de pret van het ontroerende liefdes- en coming-of-ageverhaal met een aantal heerlijke muzikale scènes niet drukken.