De term retcon, een afkorting van 'retroactive continuity', wordt vaak gebruikt voor vervolgen die gebeurtenissen uit eerdere sequels of prequels compleet in de wind slaan. Het is zonder meer van toepassing op het elfde deel van de vermaarde Halloween-reeks. In de vele vervolgen deden zich allerlei ontwikkelingen voor - in 2002 stierf Jamie Lee Curtis' personage zelfs - maar van dit alles is niets meer te merken in David Gordon Greens directe vervolg op de horrorklassieker van John Carpenter uit 1978.
Laurie Strode is levend en wel en tot op de tanden voorbereid op een nieuwe confrontatie met haar boeman. Veertig jaar nadat Myers in een buitenwijk van een stadje in Illinois zijn oudere zus en nog vier tieners aan zijn keukenmes reeg zit de psychopaat veilig achter de tralies. In een zwaarbeveiligde inrichting heeft Myers al die jaren geen woord gezegd. Zelfs als een tweetal podcastjournalisten hem uit de tent proberen te lokken geeft de gestoorde gek, die we enkel vanaf de rug zien maar door dezelfde acteur wordt vertolkt als in 1978, geen kick.
Laurie Strode heeft in die vier decennia haar trauma niet kunnen verwerken. Twee huwelijken heeft ze zien stranden en met haar dochter en kleindochter onderhoudt ze een moeizame verstandhouding. Toch laat ze geen moment ongemoeid om de gebeurtenissen van Halloween veertig jaar geleden ter sprake te brengen. Haar huis is een onneembare vesting vol boobytraps geworden. Het wachten is op het moment dat Myers bij haar aanklopt. Die hernieuwde kennismaking komt geheid, wanneer tijdens een gevangenentransport de gestoorde gek de benen neemt.
In de Verenigde Staten opende deze nieuwe Halloween met ongekend succes. Gordon Green doet zijn uiterste best om het verhaal dat we allemaal maar al te goed kennen meer body te geven. Het gevolg is dat net als bij het originele deel het tempo soms laag is. De filmmaker investeert in de verknipte persoonlijkheid die Strode heeft ontwikkeld. Hij laat haar familie ook spreken van pleinvrees, maar de voormalige babysitter heeft geen moeite om erop uit te gaan en haar aartsvijand op te jagen.
Prettig is de subtiele manier waarop Gordon Green parallellen met het eerste deel legt. Ook nu is er weer een psychiater die Myers op de hielen zit en allerlei theorieën op zijn patiënt loslaat. Daar komt bij dat Gorden Green niet uit is op een enorme 'body count' of veel schrikeffecten. Hij is van de langzame opbouw en wars van effectbejag, al zal dit de ware horrorfan wellicht teleurstellen.
Naast Curtis, die heerlijk op dreef is en een echte power-oma is geworden, en psychopaat Nick Castle (die net als in het origineel veelal het werk door een stand-in liet opknappen) keert slechts één andere acteur in dezelfde rol terug. Het is illustratief voor de stelling dat deze Halloween het beste van de klassieker heeft overgenomen, maar ook met twee benen in de moderne tijd staat.
Gordon Green wijkt niet te veel af van de conventies van het genre. Daar hoort ook een bak ongeloofwaardigheden bij, vooral richting einde. Een kniesoor die erop let. Veertig jaar na dato is dit heerlijk entertainment dat één van de vertegenwoordigers van het horrorcanon eert en ¬¬van een nieuwe toekomst voorziet.