Even aftrappen met een persoonlijke anekdote. Verreweg het meest bizarre concert dat ik ooit heb meegemaakt was dat van Grace Jones in Utrecht. De Jamaicaanse diva vertoonde in april 2010 bijbehorend gedrag door maar liefst ruim anderhalf uur te laat op te komen. Het gejoel van afkeur dat vanuit het publiek volgde werd beloond met Jones die met haar zweep sloeg. Niemand verstoort haar feestje waar zij en niemand anders de baas is. Het concert zelf was een grote verkleedpartij, met als toppunt tijdens La Vie en Rose Jones in een enorme Caribische feestjurk waarmee ze als een krab zijwaarts bewoog om na tien minuten te onthullen dat ze van achteren geheel naakt was. Tussen de nummers en verkleedpartijen door bleef de zangeres achter de coulissen doorkletsen, waarbij tussendoor het gesnuif van coke klonk. Maar wat een verschijning.
De in 1948 geboren zangeres begon haar loopbaan als model, waarbij ze samen met Jerry Hall en Jessica Lange in een Parijs appartement bivakkeerde. Gaandeweg richtte Jones zich op muziek en acteerwerk, onder andere als Bond-schurk. Net als bij wel meer beroemdheden is Jones geen muzikaal wonder of een bijzonder begaafd zangeres, maar het totaalplaatje is ongeëvenaard. Haar handelsmerk: haar blockhead kapsel en haar strak getrainde lijf.
De Britse filmmaakster Sophie Fiennes trok bijna twaalf jaar uit om Jones in al haar doen en laten te volgen. Puur, rauw en zonder enige vorm van duiding of uitleg. Fiennes registreert enkel, trok geen betrokkenen voor de camera voor interview en neemt het ook niet al te nauw met de chronologie. Ze gaf haar portret de ondertitel Bloodlight and Bami, dat respectievelijk verwijst naar het rode lichtje van de opnamestudio en een typisch Jamaicaans gerecht.
Onbedoeld doet Fiennes afbreuk aan het extravagante, androgyne voorkomen van Jones. Op het podium is ze gehuld in exotisch make-up en haast buitenaarde kostuums en maskers, maar daarbuiten is ze zakenvrouw, muziekproducent en boven alles familievrouw. Ze heeft een hechte band met haar moeder (die overigens vorig jaar en na afloop van Fiennes' opnameperiode overleed) en de andere omwonenden van het stadje Spanish Town waarin ze tot haar twaalfde opgroeide. Zo is Jones' broer Noel predikant en met de Fransman met wie ze vele fotoshoots en clips maakte zette ze een zoon op de wereld.
Het gebrek aan richting pakt niet altijd even gelukkig uit. Er ontstaat de indruk dat Fiennes er zo af en toe bij was, waarbij ze grote gebeurtenissen heeft gemist. Bloodlight and Bami is dan ook een knipselmap, waarbij we de schaamteloze Jones zich de ene keer zien opwinden om het gebrek aan coöperatie van één van haar muzikanten bij de opnames van haar meest recente album Hurricane om zich een moment later in de rook van het Louvre te goed te doen aan een champagneontbijt. Het resultaat is al even intrigerend als het lijdend voorwerp zelf, maar neigt eveneens naar het normaliseren van een zonderlinge alleskunner. Of we Grace Jones beter hebben leren kennen blijft nog steeds de vraag.