Wat als Willy Wonka een videogamedesigner was? Met dit idee begon Ernest Cline aan zijn debuutroman Ready Player One. Hij stelt zich een grauw 2045 voor: de wereld is een vuilnisbelt, opgestapelde caravans fungeren als flats en alle wereldproblemen worden genegeerd. De mensheid ontsnapt liever naar de Oasis, een wonderlijke computersimulatie ontworpen door James Halliday. Deloreans, X-Wings, Gundams, King Kong en een T-Rex trekken er ten strijde in het summum van de nostalgietrend. Met zo'n waslijst aan filmlicenties leek het boek een onverfilmbare fantasie... tot Steven Spielberg zich meldde als regisseur.
In de kern blijft Ready Player One een digitale variatie op Sjakie en de Chocoladefabriek. Wanneer James Halliday overlijdt, verspreidt hij geen gouden tickets maar drie sleutels over de Oasis. De eerste speler die ze alle drie vindt, wordt Hallidays erfgenaam. Net als in de klassieker van Roald Dahl is onze protagonist Wade Watts een arme knul die het moet afleggen tegen ambitieuze concurrenten. Onder hen Art3mis en het zielloze bedrijf IOI dat de wedstrijd puur om het geld wil winnen.
De charme van Ready Player One zit niet in het sprookjesachtige verhaal, en nee, zelfs niet in de nostalgie-clusterbom. Het is de manier waarop mensen communiceren met filmquotes en geobsedeerd zijn door de tijdgeest van de jaren tachtig. Iedereen leeft in het verleden, James Halliday nog wel het meest als een introverte kluizenaar die de mensheid heeft meegesleurd in zijn digitale droom. Spielberg is snugger genoeg om de focus van de film gaandeweg naar hem te verschuiven en - al is het een tikje hypocriet - een boodschap over te brengen over de gevaren van escapisme.
De eerste grote actiescène is een epische race, fantastisch in beeld gebracht en zonder een afleidende soundtrack. Gewoon een paar minuten onafgebroken actie, ronkende motoren en heerlijke choreografie. In eerste instantie wilde Spielberg geen Delorean inzetten, want dat zou te veel neigen naar zelfverheerlijking. Je merkt dat hij zich probeert in te houden met zijn referenties. Terwijl Cline makkelijk een heel hoofdstuk aan een 'ken je dit nog?'-moment besteedt, gaat Spielberg voor de Who-Framed-Roger-Rabbit-tactiek. Tijdens de race vliegt een heel leger aan iconische voertuigen door het beeld, waarvan er minstens eentje je hart een sprongetje zal laten maken. Of het nu de futuristische motor uit Akira is die langszoeft of de Batmobile uit de jaren zestig die van een verhoogde snelweg dondert. Gelukkig blijven deze momentjes van herkenning ondergeschikt aan het verhaal van Wade Watts en James Halliday.
Totdat Spielberg zijn innerlijke fanboy ontdekt. Halverwege de film is er een extravagante scène waar het gastrolletje van de Delorean niets bij is. Wanneer een groep 'easter egg'-jagers een virtuele bioscoop bezoekt gaat de regisseur plots aan de haal met een filmklassieker. Welke dat is kan het best even geheim blijven. Spielberg zet namelijk vol in op de verrassingsfactor en een stevige dosis voorpret zodra je de boel herkent. Gezien de originele auteur is de scène eigenlijk ketterij, maar je voelt het enthousiasme van Spielberg in zijn eerbetoon.
De essentie van het boek en de personages blijven veelal intact. Wade is een beetje ongemakkelijk, Samantha blijft charmant en Sorrento is een soort karikatuur van menig Silicon Valley-CEO. Maar er is ook een hoop veranderd. De drie grote uitdagingen zijn aangepast naar filmvriendelijkere alternatieven en Wade en Samantha zijn iets minder oppervlakkig geworden. In het boek was hij een rasechte Mary Sue, zij vooral een lustobject. In de film is dat opgelost door een subplot en een reeks heldhaftige acties van Samantha, waar beide personages beter van worden. Niet alle obscure referenties in het boek zijn bewaard gebleven, maar een paar toppers die in geen enkele trailer verklapt zijn, zijn nog intact.
Ready Player One is een superdruk filmavontuur, maar op de een of andere manier weet Spielberg een balans te vinden. Fantastische actie, een sterk gevoel voor humor en een prima opbouw naar een sentimenteel einde. Dit past geheel in de avonturenfilms die hij probeert te emuleren, maar hij laat jammer genoeg wel een aantal duistere elementen uit het boek achterwege, waardoor de film net iets te zoet wordt. Ready Player One is geen perfecte verfilming of nieuw meesterwerk van Spielberg. Ook zal Wade Watts geen filmicoon worden. Als ode aan de film- en popcultuur is Ready Player One echter wel genieten geblazen voor genrefans, filmfanaten en nerds die in de jaren tachtig zijn blijven hangen. Precies waar Ernest Cline van droomde.