Met weemoed en verlangen blikt Claudia terug op haar knetterende relatie met de charismatische hoogleraar en collega Flavio. Kennelijk spatte de passie ervan af dus je vraagt je af hoe het ooit spaak heeft kunnen lopen tussen die twee. Maar al vlot wordt in het Italiaanse drama Amori Fragili (Breekbare Liefdes) duidelijk dat Claudia tamelijk onuitstaanbaar was. Filmmaakster Francesca Comencini, die uit een echte filmfamilie komt, ontleedt de opbouw en teloorgang van de relatie maar schept vooral veel verwarring en grotesk theater.
De twee, zo blijkt uit Comencini's reconstructie, kenden samen een stormachtig begin en eigenlijk is deze storm nooit meer gaan liggen. Het begint met elkaar verbaal uitdagen in een academische setting, omdat Claudia haar toekomstige partner voor een volle collegezaal in de rede valt in een panel. De aantrekkingskracht tussen de twee academici blijft bijzonder, aangezien Claudia Flavio voor macho verslijt en de twee behoorlijk vaak met elkaar in de clinch liggen.
Zijn het tegenpolen die elkaar aantrekken? Veel verder dan ruzie en passionele seks lijkt het niet te komen en Claudia beleeft de relatie vooral vanuit haar angsten. Comencini schakelt tussen het heden en het verleden. In het nu is de relatie op de klippen gelopen en heeft Flavio Claudia ingeruild voor een vrouw die zijn dochter had kunnen zijn. Tussendoor wordt ook geschakeld naar de flirtpartijen tussen Claudia en een van haar studentes.
Comencini vliegt met de verfilming van haar eigen roman alle kanten op behalve de juiste. Haar Amori Fragili, dat voluit [i]Amori Che Non Sanno Stare Al Mondo[/b] (Liefdes Die Niet Van Deze Wereld Kunnen Zijn) heet, probeert er ook nog eens een lichtkomische bedoening van te maken. De regisseur flirt hierbij met Pedro Almodóvar en Woody Allen. Maar zelfs vergeleken met het werk van de Spanjaard is het te veel soap en naast het oeuvre van haar Amerikaanse vakbroeder te kluchtig en weinig diepgravend op het relationele vlak.
Hoofdrolspeelster Lucia Mascino is een imponerende verschijning, maar ze kan moeilijk uit de voeten met de hysterica die ze moet neerzetten. Elke man - en vrouw - wordt hier na verloop van tijd horendol van. In de opening rent Claudia als een kip zonder kop door het dorp met de sms'jes die ze zogenaamd van Flavio heeft gehad. Ze gelooft zelf kennelijk heilig in wat allang verleden tijd is.
Als je er iets meer een studie van zou maken dan zou je Claudia kunnen betitelen als een uitvergroot, kolderiek geval van manische depressie. Is dit werkelijk een vrouw van de wereld met een hoge mate van intelligentie? Comencini gaat dus mank op de portrettering van haar hoofdpersoon; een weinig consistente karikatuur van een vrouw op zoek naar de liefde met een ziekelijke vorm van verlatingsangst.