The Great Wall
Recensie

The Great Wall (2016)

De fameuze Zhang Yimou begeeft zich in het fantasygenre en verenigt oost en west. Heerlijk pretentieloos vermaak.

in Recensies
Leestijd: 3 min 44 sec
Regie: Zhang Yimou | Cast: Matt Damon (William), Pedro Pascal (Tovar), Jing Tian (Mae Lin), Willem Dafoe (Ballard), Andy Lau (Wang), Zhang Hanyu (Shao), Eddie Peng (Wu), Lu Han (Peng Yong), Lin Genxin (Chen), e.a. | Speelduur: 103 minuten | Jaar: 2016

Zhang Yimou kreeg flink wat kritiek te verduren toen hij tekende voor de regie van de openingsceremonie van de Olympische Zomerspelen in Peking in 2008. Ook al zag de show er weergaloos en indrukwekkend uit, de totstandkoming was minder florissant. De organisatie veroordeelde de deelnemende acteurs en dansers nagenoeg tot slavenarbeid om een perfect geregisseerde en strakke ceremonie neer te zetten. Dat had in een westers land met vakbonden nooit gekund, aldus Zhang. En dan was er nog dat sneue meisje met die prachtige stem dat kennelijk te lelijk was en werd vervangen door een playbackend kind dat in de ogen van de Chinezen wel esthetisch kloppend was.

Controverse was er ook bij Zhangs nieuwste project, maar dan met name in thuisland China. Zijn The Great Wall ruimt hoofdrollen in voor twee westerlingen, is geschreven door Amerikaanse scenaristen, maar werd grotendeels met Chinees geld opgetuigd. China vormde enkel het decor en werkte mee met verleidelijke belastingdeals. Ook al is de ophef van een andere aard, Zhang heeft weer eens een smet op zijn reputatie opgelopen.

Je zou haast vergeten hoe groot de invloed van Zhang, die zijn carrière nota bene als sociaal bewogen filmmaker begon, is geweest op de westerse beleving van de Chinese cinema. Zhang heeft met martial-artstitels als Hero, The House of Flying Daggers en The Curse of the Golden Flower de grootschalige Chinese film op de kaart gezet en onder de aandacht van de rest van de wereld gebracht. Zijn keuze om juist zijn nieuwste verhaal vanuit het oogpunt van twee westerlingen te vertellen is dan ook niet zo heel vreemd. Zhang heeft wederom geprobeerd de Chinese tradities te verenigen met een westerse blik, zelfs al is hier sprake van fantasy.

De huurlingen William en Tovar zijn rond het verstrijken van het eerste millennium naar het Verre Oosten getrokken om het geheimzinnige zwarte poeder te bemachtigen dat 'lucht in vuur' doet veranderen. Maar voordat hun flink uitgedunde equipe het buskruit op het spoor is gekomen, worden de mannen, in een poging zich te verbergen voor agressieve Chinese bandieten, aangevallen door een monsterlijk groen wezen. William weet een arm van het schepsel af te hakken. Met het afgehakte ledemaat in hun bagage stuit het tweetal op de Chinese muur en besluiten ze zich over te geven. Daar maken de mannen kennis met een tot op de tanden bewapend leger dat de strijd aangaat met de gruwelijk agressieve Taotie-monsters die maar één doel hebben: het complete Chinese leger uitroeien.

Zhang windt er weinig doekjes om dat dit verhaal primair om een hoge entertainmentfactor draait. Plotmatig heeft het weinig om het lijf. De vrouwelijke commandant die ze ontmoeten spreekt een aardig mondje Engels door toedoen van een westerse krijgsgevangene, dus met de taalbarrière wordt al vlot afgerekend. Wat dan overblijft, is een aaneenschakeling van aanvallen en actiescènes, waarbij de groene wezens in enorme kuddes over elkaar heen kruipen. De achilleshiel van het monsterleger is de koningin van de Tao Tei. Het biedt Zhang de gelegenheid om culturen samen te laten komen in de strijd tegen een anonieme gemeenschappelijke vijand en vooral om uit te pakken met groots opgezette belegeringen en aanvallen waarbij de computers overuren hebben gedraaid.

Hierbij wordt ontegenzeggelijk gerefereerd naar The Lord of the Rings-trilogie en dan met name het afsluitende deel, The Return of the King. Dit wordt gecombineerd met de meesterlijke en kleurrijke shots en speciale effecten waar Zhang zo bekend mee is geworden. De filmmaker weet hierbij overigens niet te voorkomen dat overdaad schaadt. Want vooral in de shots waarbij gekatapulteerde vuurballen of afgeschoten pijlen worden gevolgd net iets te duidelijk trucage zijn. De digitaal gegenereerde omgevingen zijn weliswaar imposant, maar het gekoketteer met technisch vernuft ligt er net iets te dik bovenop.

Niet voor niets is dit het duurste Chinese filmproject ooit en Zhang had er verstandig aan gedaan een tandje minder in te zetten op de status van prestigeproject. Dit is pijnlijk merkbaar als Zhang de actie stillegt voor een zijplot. Dit staat in schril contrast met al het oorlogsgeweld, waardoor de aandacht verslapt. Wel verfrissend is het verplaatsen van de actie naar de toenmalige Chinese hoofdstad. The Great Wall is heerlijke ongecompliceerde onzin, maar door het gebrek aan pretentie bekruipt je het gevoel dat er meer in had gezeten.