Liza, the Fox-Fairy
Recensie

Liza, the Fox-Fairy (2015)

Eenzame verpleegster zoekt prins op het witte paard, maar wordt geteisterd door de geest van een Japanse popster. Heerlijk eigenaardig Hongaars sprookje.

in Recensies
Leestijd: 3 min 21 sec
Regie: Károly Ujj Mészáros | Cast: Mónika Balsai (Liza), Szabolcs Bede Fazekas (Zoltán), David Sakurai (Tomy Tani), e.a. | Speelduur: 98 minuten | Jaar: 2015

Het doldwaze moderne sprookje Liza, the Fox-Fairy doet enigszins laat zijn intrede in de Nederlandse bioscopen. Verleden jaar sleepte het debuut van de Hongaarse regisseur Károly Ujj Mészáros immers al de Zilveren Meliès in de wacht op het Imagine Filmfestival. Beter laat dan nooit, zullen we maar zeggen, maar gelukkig komt de film met een goedmakertje: de aandoenlijke korte animatiefilm Edmond van de Nederlandse Nina Gantz met waarschijnlijk de meest knuffelbare kannibaal die ooit op een scherm te bewonderen was. Een fraai opwarmertje voor de hoofdfilm, die al minstens net zo apart is.

Hoofdpersonage Liza, een typetje à la Bridget Jones, is net de dertig gepasseerd en wacht met smart op haar prins op het witte paard. Ze brengt haar dagen door met het verplegen van een corpulente oude dame en het lezen van zoetsappige Japanse zwijmelromannetjes, gevuld met passages als ‘haar krabburger werd koud terwijl ze verdronk in de ogen van de mysterieuze vreemdeling’. Ondertussen heeft ze gezelschap van haar denkbeeldige vriendje Tomy Tani, een Japanse popster uitgedost in een felgekleurd turkooizen kostuum. Wanneer Liza afspraakjes begint te krijgen, blijkt de jaloerse Tani een kwaadaardige inborst te hebben. Het leidt tot een reeks merkwaardige, maar bovenal komische gebeurtenissen waarbij alle nieuwe aanbidders op curieuze wijze om het leven komen.

In zijn debuutfilm put Mészáros naar hartenlust uit verschillende genres en mengt deze tot een kleurrijke cocktail met een reeks uiteenlopende en grappige typetjes – van een detective met een voorliefde voor Finse cowboymuziek tot een morsige weduwnaar wiens liefde wel erg letterlijk door de maag gaat. Romantiek en komedie voeren de boventoon, maar ook invloeden van fantasy, horror en zelfs een vleugje western zijn terug te vinden, evenals een grote hoeveelheid special effects die er voor een relatief kleine buitenlandse producties heel aardig uitzien. Naast de vele Japanse elementen zijn er ook nog een aantal westerse invloeden terug te vinden: zo lijken sommige personages zo te zijn weggelopen uit een Wes Anderson-productie en hadden bepaalde muzikale intermezzo’s zelfs niet misstaan in een Tarantino-film.

Daarmee duikt natuurlijk al snel het risico op dat Liza, the Fox-Fairy een allegaartje van van alles en nog wat wordt zonder een eigen smoel, maar die valkuil weet Mészáros vakkundig te omzeilen. Een grote verdienste is de hoeveelheid aandacht die gestoken is in het opbouwen van de ietwat surrealistische filmwereld. Van de toffe jarenzeventigaankleding tot aandacht voor de details, zoals de vervallen letters op het aftandse politiebureau van Boedapest of de scheef hangende schilderijtjes in Liza’s appartement. Zelfs de meer lugubere details zoals bloedspetters op de muur en de kalkomlijningen op de vloer ogen uitermate vrolijk en cartoonesk.

In de haast tekenfilmachtige wereld laat Mészáros bovendien geen kansen onbenut om hier en daar een wat satirische subtekst aan te brengen, waarbij voornamelijk de draak gestoken wordt met de makkelijk beïnvloedbare consument. Van grote billboards in de stad, tell-sellreclames op tv tot artikelen uit een damesglossy die stap voor stap uitleggen hoe een jonge vrouw de juiste man aan de haak kan slaan. Hoewel het eerder bij wat knipoogjes dan een volle satire blijft, gaat de gedachte niet verloren. Net als de gemiddelde consument is de eenzame Liza simpelweg op zoek naar maakbaar (of koopbaar) geluk. Het is dan ook geen toeval dat het merendeel van de romantische ontmoetingen plaatsvinden in het plaatselijke Mekk-restaurant, een fastfoodketen die in meer dan alleen zijn naam een hoop wegheeft van de welbekende hamburgertent.

Richting het einde toe komt de satire wat meer op de achtergrond te staan: het is immers een sprookje over de ware liefde. In de finale, die wat groter gemaakt wordt dan nodig is, schiet Mészáros wellicht net iets te ver door, maar mede dankzij de solide, lekker karikaturale vertolkingen van de cast gaat het nergens vervelen. Een prima filmdebuut, dat in zijn originaliteit en lichtvoetigheid uitstekend weet te vermaken.