Open Water
Recensie

Open Water (2003)

Het gebrek aan cinematografische verfijning werkt aan de ene kant een gevoel van realisme in de hand, maar zorgt er tevens voor dat dit verhaal over twee op volle zee achtergelaten duikers nooit uitstijgt boven die paar – doeltreffende – scènes waarin de

in Recensies
Leestijd: 3 min 18 sec
Regie: Chris Kentis | Cast: Blanchard Ryan (Susan), Daniel Travis (Daniel), e.a.

Dat Jaws altijd overeind zal blijven als een absoluut meesterwerkje van spanning en effectbejag moge duidelijk zijn. Of het rubberen hoofdrolspeler ‘Bruce’ in deze tijden van alsmaar geliktere CG-monsters nog zou lukken om ons, verwende filmconsumenten, de schrik om het lijf te jagen is een tweede. Daarom besloot regisseur Chris Kentis het voor zijn op digitale video vastgelegde Open Water over een andere boeg te gooien. Hij filmde zijn verhaal over twee duikers die per ongeluk midden op zee worden achtergelaten (“gebaseerd op waargebeurde feiten!”) in een echte oceaan, en met echte haaien. Urenlang dobberden de twee hoofdrolspelers op en neer in het koude water, slechts beschermd door harnassen die hun lichamen onder de waterspiegel moesten beschermen tegen al te enthousiaste figuranten. Die aanpak is simpel maar doeltreffend: als kijker krijg je het regelmatig iets te benauwd wanneer er weer een glimmende zwarte rugvin naast de acteurs opduikt. De regie mag houterig zijn, en het acteerwerk niet bijster indrukwekkend, maar met die momenten scoort Kentis toch de nodige puntjes.

Hoe krijg je het als boot-crew in godsnaam voor elkaar om niet te merken dat je met twee duikers minder terugkeert dan waarmee je bent uitgevaren? Dat is vraag één wanneer je leest dat Kentis zijn film baseerde op een feitelijk incident. Open Water laat zien hoe stompzinnig simpel een dergelijke fout gemaakt kan worden, en wat de gevolgen kunnen zijn. We maken kennis met Susan en Daniel, een modern en drukbezet koppel, op de eerste dag van hun vakantie. Om de stress van het dagelijks leven te ontvluchten vertrekken ze naar een onbenoemd Caribisch eiland om daar te gaan duiken; iets wat ze blijkbaar wel eerder hebben gedaan, maar niet heel vaak. Het voert te ver (en is eerlijk gezegd ook te saai) om in detail uit te leggen hoe het zover komt dat Susan en Daniel worden vergeten wanneer hun boot weer richting aanlegplaats vertrekt, maar je kunt je voorstellen dat het zo gebeurd is, en dat is voldoende.

Nadat bij het koppel het besef is doorgedrongen dat het nog wel eens heel lang zou kunnen duren voordat er iemand naar ze begint te zoeken, doorlopen ze stadia van ongeloof, woede (“we actually paid to be here!”), ruzie en naakte angst. Intussen slaan ook de kou, de vermoeidheid, en de uitdroging toe. Wat we met Susan en Daniel zien gebeuren terwijl ze hulpeloos op die eindeloze zee dobberen is ongetwijfeld erg realistisch; jammer genoeg is het niet vreselijk boeiend. De dialogen zijn zo alledaags en de acteurs bij tijd en wijle zo ongeïnspireerd, dat deze tachtig minuten durende film alsnog langdradig dreigt te worden. Het vlakke aanzien van de digitale fotografie en Kentis’ onbeholpen scènewisselingen (shots van het eilandleven voorzien van irritante ‘etnische’ zang) helpen ook al niet mee.

Daar tegenover staan de scènes waarin Susan en Daniel op het punt staan te worden opgenomen in de voedselketen van het oceaanleven. De haaien hebben meer gevoel voor theater dan de acteurs en kiezen ervoor om pas ’s nachts hun echte entree te maken, tijdens een storm waarbij slechts een enkele bliksemschicht licht werpt op de vinnen die vlakbij de duikers door de waterspiegel snijden – een scène waar geen trucage aan te pas is gekomen.

Op die momenten vergeet je even dat je naar een speelfilm zit te kijken, en zijn de kou, de angst en de verlatenheid van Susan en Daniel maar al te voelbaar. De film eindigt abrupt, op een manier die tegelijkertijd onthutsend en weinig spectaculair is, en dat is dan dat. Sommige films zijn groter dan de som van hun delen; Open Water is dat duidelijk niet. Als kijker krijg je goedkope cinematografie, middelmatige acteurs en dialogen, en behoorlijk effectieve scènes met haaien voorgeschoteld. Een pakket dat voldoende is om er een keer voor naar de videotheek te gaan – voor de prijs van een bioscoopkaartje biedt het net niet genoeg.