Robinson Crusoe
Recensie

Robinson Crusoe (2016)

De nieuwe animatiefilm uit de koker van Vlaming Ben Stassen is visueel hoogstaand, maar teleurstellend uitgewerkt.

in Recensies
Leestijd: 3 min 12 sec
Regie: Vincent Kesteloot | Cast (stemmen): Tim Douwsma (Robinson Crusoe), Lies Visschedijk (Rosie), Pip Pellens (Kiki ), Yes-R (Carmello), Marcel Hensema (Scrubby), Caroline de Bruijn (May), Erik de Vogel (Mal), Anna Speller (Epi), e.a. | Speelduur: 91 minuten | Jaar: 2015

Het fictief autobiografische Robinson Crusoe van de Brit Daniel Defoe verscheen al in 1719 en markeerde een belangrijk wapenfeit in de wereldliteratuur. Sindsdien bezorgde de roman over een schipbreukeling die terechtkwam op een onbewoond eiland menig filmmaker de nodige inspiratie. Het boek van Defoe is vaak verfilmd, geparodieerd en zelfs gekopieerd. Zonder Robinson Crusoe bijvoorbeeld geen Cast Away. Het lukt maar weinig schrijvers om een roman van dit formaat af te leveren en onmiddellijke roem te verwerven. De naam van de hoofdpersoon wordt al eeuwen geassocieerd met een eenzaam verblijf op een onbewoond eiland. De vermaarde Vlaamse animatieproducent en -regisseur Ben Stassen, die ons eerder aansprekende avonturen als Sammy’s Avonturen en Flits & Het Magische Huis bracht, is met het boek van Defoe aan de haal gegaan. Zijn versie van Robinson Crusoe maakt uitvoerig gebruik van het synoniem voor gestrande schipbreukeling en heeft maar weinig raakvlakken met het oorspronkelijke verhaal.

Verteld in een voor de doelgroep nodeloos ingewikkelde flashback maken we kennis met Robinson die schipbreuk lijdt en aanspoelt op een tropisch bountyeiland waar een keur aan exotische dieren de dienst uitmaakt. Dat het geografisch allemaal niet zo klopt om een levenslustige papegaai met de naam Dinsdag met een Indische tapir, een nagenoeg blinde geit, een Zuid-Amerikaans schubdier, een kameleon, een Australische mierenegel en een ijsvogel één en hetzelfde eiland te laten bevolken zal alleen een kritische kniesoor een zorg zijn. De dieren hebben het onderling best naar hun zin, al wil Dinsdag het liefst de wijde wereld verkennen. De komst van Robinson zou hem wel eens de ogen kunnen openen. Terwijl Robinson en de dieren dikke vriendjes worden en hun levens zien veranderen, ligt het gevaar op de loer. Een stel kwaadaardige katten is ook op het eiland aangekomen en is van plan de boel over te nemen. Alleen gezamenlijk kunnen mens en dier met deze vijand de strijd aangaan.

Ook al zijn de animatiefilms uit de stal van Stassen visueel hoogstaand, de producent holt toch altijd een beetje achter zijn concurrenten aan. Zo was Sammy wel erg sterk geënt op Finding Nemo en moest Flits het ook al niet van de originaliteit hebben. Hetzelfde is het geval bij Robinson Crusoe dat op het eerste oog een samenraapsel van Rio en Madagascar lijkt. Daar komt nog eens bij dat de boodschap die Stassen heeft te verkondigen er altijd duimendik bovenop ligt. Hij introduceert ook hier weer weliswaar aansprekende personages, maar van een soepel geolied, mooi afgerond verhaal is wederom geen sprake. Een groot deel van het eilandavontuur wordt dan ook in beslag genomen door het achterna zitten van de lelijke verlopen katten en de inventiviteit die Robinson en zijn dierenvriendjes laten zien om hun tegenstanders dwars te zitten. Het helpt niet dat Stassens Robinson Crusoe begint met de titelfiguur die aan boord van een piratenschip klimt. Als hier later op wordt teruggegrepen dan wordt de ware reden van de flashbackstructuur blootgelegd, namelijk het rekken van deze animatiefilm met een voorspelbare slotakte.

Op de keper beschouwd valt er dus een boel op Robinson Crusoe in de lezing van Stassen en zijn regisseur Vincent Kesteloot aan te merken. Met het originele verhaal heeft het weinig te maken. Dit is gezien de beestenboel die zijn opwachting maakt een productie die duidelijk gericht is op kids en minder op het hele gezin. Stassen is eerbaar in zijn bedoelingen en heeft de boel bewust simpel willen houden. Voor het oog ziet het er uitstekend uit, maar het mist de inventiviteit en magie van de grote jongens in Hollywood. En dat is toch vooral te wijten aan het simpele verhaaltje en de gekunstelde aanpak, niet aan het veel lagere budget.