Tiuri, zoon van Tiuri de Dappere: met zon naam móet je haast wel avonturen beleven. In het met de Griffel der Griffels bekroonde boek van Tonke Dragt - en dus ook in de filmadaptatie - barst het van de fantastische namen. Zo heten de twee landen waar het om draait Dagonaut en Unauwen en luisteren de goede, respectievelijk slechte zoon van de koning van Unauwen naar de namen Viridian en Iridian. Maar de slechtste, sluwste slechterik heet natuurlijk Slupor.
Tiuri komt uit Dagonau. Om ridder te worden hoeft hij nog maar één proef te doorstaan: hij moet, samen met nog vier anderen, een nacht doorbrengen in een kapel zonder te slapen, te eten, te drinken, te spreken en vooral ook zonder de deur voor wie dan ook open te doen. Maar wat doe je als een zwaargewonde man aanklopt, roepend om hulp voor een kwestie van leven of dood? Als je Tiuri, zoon van Tiuri de Dappere bent, kun je het niet laten te helpen, zelfs al stel je daarmee je dappere vader teleur. Al snel krijgt Tiuri van een stervende ridder de brief uit de titel in handen, bestemd voor de koning van Unauwen, en kan het avontuur beginnen.
Het mooie is dat we alles vanuit het perspectief van Tiuri blijven zien, en dat we nooit meer weten dan hij. Zo kom je echt in het verhaal en blijft het gaan om de reis, niet om de politieke intriges die het verhaal mogelijk maken. Tiuri wordt innemend gespeeld door Yannick van de Velde, die met grote blauwe ogen de wereld inkijkt en met verve tegen alle slechteriken vecht. Hij is een echte held, dapper en fundamenteel goed, maar gelukkig niet al te perfect. Hij kan de vele hulp die hij op zijn missie aangeboden krijgt goed gebruiken.
De film is - het moet gezegd worden - wat knullig. Sommige scènes, vooral die met nagesynchroniseerde Duitse acteurs, zijn ronduit houterig te noemen, maar ze doen weinig af aan de charme van de film. Integendeel: ze dragen eraan bij. Victor Reinier en Daan Schuurmans hebben zich indrukwekkende gezichtsbeharing aangemeten om als volwassen, intimiderende ridders te kunnen fungeren, de dochter van de kasteelheer draagt een jurk die zo uit de verkleedkist had kunnen komen en de volwassenen zijn stuk voor stuk gewichtige, wijze, bebaarde mannen. Je krijgt daardoor hetzelfde gevoel als je vroeger had, spelend met houten zwaarden in de achtertuin. Het is spannend maar nooit echt gevaarlijk en vooral erg leuk.
Wie punten van kritiek in deze film wíl vinden zal niet heel veel moeite hebben. Maar wie wil dat nou? Vele generaties kinderen hebben De Brief voor de Koning keer op keer gelezen of voorgelezen gekregen. Het belangrijke is dat de film het gevoel van het boek weet te vangen en je weer een klein kind met grote dromen doet voelen. Zelfs als volwassene krijg je onmiddellijk zin het boek weer eens op te pakken.