Op 20 april 1999 schoten twee leerlingen van Columbine High School in Littleton, Colorado, twaalf andere leerlingen en één leraar neer, waarna ze gezamenlijk zelfmoord pleegden. Het is daardoor nooit duidelijk geworden wat hun motieven waren, hoewel vele mensen in veel verschillende richtingen een beschuldigende vinger wezen zonder enig idee te hebben van wat er omging in de hoofden van de twee jongens. Onafhankelijk cineast Gus Van Sant, die eerder films als My Own Private Idaho, Good Will Hunting en Finding Forrester maakte, besloot om met een stel scholieren, die nog nooit eerder geacteerd hadden, een film te maken over dit incident. Hoewel hij het doet voorkomen alsof dit een volkomen fictieve film is, is het grootste deel van wat er gebeurt in de film gelijk aan de werkelijkheid. Dankzij het vele improviseren en de frisheid van de onprofessionele acteurs komt de film zeer natuurlijk over, waardoor de film soms eerder een documentaire dan een speelfilm lijkt, ware het niet dat de film op zeer minimalistische en gestileerde wijze opgenomen is.
Deze manier van filmen zorgt voor rust en kalmte, maar al vanaf het begin van de film weet men dat dit een kalmte voor de storm is. De eerste beelden, van een daglucht die heel snel in een nachtlucht verandert en even later van een langzaam door een woonwijk slingerende auto, die hierbij wat schade oploopt en veroorzaakt, scheppen meteen een licht onheilspellende sfeer.
We volgen daarna een aantal scholieren bij hun dagelijkse beslommeringen aan het begin van een normale schooldag. We beginnen met een jongen, John, die de school binnengaat, en volgen daarna hem en andere leerlingen die allemaal met verschillende dingen bezig zijn. We zien een paar gebeurtenissen meerdere keren uit verschillende standpunten en komen uiteindelijk weer uit bij dezelfde jongen waarmee we begonnen, die nu juist weer naar buiten gaat. Terwijl hij de school uitloopt, wordt hij gepasseerd door twee jongens in militaire kleding met grote zwarte tassen in hun handen. Één van hen zegt tegen hem dat hij buiten moet blijven, want er gaan slechte dingen gebeuren in de school.
Nu gaat het dan gebeuren, zo lijkt het. Niets van dat alles. Van Sant neemt ons terug naar het verleden, naar het verleden van de twee jongens. Hij gaat niet op zoek naar de oorzaak van hun gedrag, maar laat slechts een aantal mogelijkheden terloops de revue passeren. Het enige wat duidelijk wordt, is dat de jongens emotioneel verdoofd zijn en hun situatie als uitzichtloos ervaren.
Dit alles wordt op een bijzondere, minimalistische manier in beeld gebracht. Soms volgt de camera vijf minuten lang de nek van één individu, terwijl deze door de school loopt en lokalen en mensen passeert. Lange shots van de nagenoeg lege school creëren een gevoel van eenzaamheid. Een eenzaamheid die versterkt wordt door de afstandelijkheid die in de school heerst. De mensen in deze school leven bijna allemaal in een eigen wereld en hebben vaak geen oog voor alles wat daarbuiten valt. Zo zien we een ontmoeting tussen twee mensen uit drie verschillende standpunten, die van de twee mensen en die van een derde persoon. Deze derde persoon loopt langs hen, maar dat zien we pas zodra we de ontmoeting vanuit haar standpunt zien. In de twee eerdere scènes was zij simpelweg niet te zien. De conciërge gaat gewoon door met schoonmaken terwijl er in de school geschoten wordt en de twee moordenaars lopen langs hem heen, schijnbaar zonder hem te zien.
De kracht van de film zit hem in deze afstandelijkheid en eenzaamheid, die veel indrukwekkender zijn dan de onvermijdelijke schietpartij waarmee de film eindigt. Ook in deze laatste scènes wordt de kalmte van de rest van de film in stand gehouden, waarna de film onverwacht tot een abrupt einde komt. Van Sant biedt met zijn film geen oplossing, noemt geen oorzaken voor dit soort geweld, maar laat eigenlijk alleen maar zien dát het gebeurt. Het lijkt erop dat hij met deze film wil aangeven dat het probleem diepgeworteld is in onze westerse maatschappij, en dat we er nog maar eens over moeten nadenken over wat er precies aan de hand is. Als dat zijn doel is, is het alleen jammer dat zijn film door diens stijl zeer waarschijnlijk maar voor een klein publiek toegankelijk is. Hierdoor zal de maatschappelijke discussie, die hij voor ogen heeft, slechts door een gering aantal mensen gevoerd worden, en dat is zonde.