Wie kent de mythe van koning Arthur niet? Het romantische verhaal over de driehoeksrelatie tussen Arthur, Guinevere en Lancelot, de tovenaar Merlin en het magische zwaard Excalibur is sinds het eind van de Middeleeuwen een van de populairste verhalen uit de Westerse mythologie. Historici deden Arthur dan ook af als een mythisch figuur zonder enige historische waarde, vooral omdat er geen enkel historisch feit overeenkomt met de mythe, gezien de tijd waarin deze zich afspeelt. Maar er zijn verscheidene bronnen en onderzoeken waaruit blijkt dat er wel een historisch figuur heeft bestaan waarop Arthur gebaseerd zou kunnen zijn. Ene Lucius Artorius Castus, een Romeinse legeraanvoerder die op het Britse eiland huishield in de 5de en 6de eeuw. Welnu, de film King Arthur gaat over hem.
Artorius, of Arthur, zoals hij in de film ook vaak genoemd wordt, is een half Romeinse, half Britse ridder die een Sarmatiaanse cavalerie-eenheid leidt. De Sarmatianen zijn een (nu niet meer bestaand) volk uit Oost-Europa dat door de Romeinen is ingelijfd bij hun rijk en leger. Hun ruiters worden gevreesd in heel het Romeinse rijk. Al vijftien jaar vechten zij onder leiding van Arthur tegen de Woads, de oorspronkelijke bewoners van Brittannië. Zij hebben de namen van de ridders van de ronde tafel uit de mythe, zoals Lancelot, Bors en Galahad. Voordat hen de vrijheid wordt geschonken en ze terug kunnen keren naar hun thuisland, moeten ze nog een laatste missie volbrengen. De Romeinen trekken zich terug van het eiland, terwijl de Saxen het binnenvallen. Voordat ze vertrekken, willen ze echter nog een peetzoon van de Paus die zich nog in vijandelijk gebied bevindt redden. Dit moet Arthur met zijn ruiters doen. Het is op deze reis dat hij Guinevere tegenkomt, een jonge Britse vrouw die hem met zwoele blikken weet in te palmen, tot ongenoegen van Lancelot. Zij probeert hem over te halen zijn Romeinse idealen achter zich te laten en de Britten te helpen in de strijd tegen de Saxen, terwijl ze hem helpt de Saxen te verslaan die hen op dat moment aanvallen.
De scène, waarin de Saxen de ruiters van Arthur voor het eerst aanvallen, is één van de beste van de film. Een gevecht van acht strijders (Guinevere vecht ook mee) tegen tweehonderd anderen op ijs dat elk moment kan breken levert een spectaculair gevecht op waar qua spanning menig spektakelfilm een puntje aan kan zuigen. Het laatste grote massagevecht is ook enigszins imponerend door het complete gevoel van chaos, terwijl even daarvoor nog zo gestructureerd en tactisch werd gevochten. Wat de gevechtscènes ook onderscheidt van de massale gevechtscènes uit andere films, is de hardere toon en het ietwat korrelige beeld, waardoor alle gebruikelijke Hollywood-glamour verdwijnt. Wat ook opvalt is dat tijdens de gevechten Guinevere feller en ruiger overkomt dan al die stoere mannen in de film, iets waar Keira Knightley trots op mag zijn, want met name Ray Winstone, Stellan Skarsgård en Clive Owen staan ook zeker hun (flinke) mannetje.
Het acteerwerk in King Arthur is prima. Het is een goede keuze geweest om niet voor al te grote sterren te kiezen, omdat je deze acteurs echt als hun historische personage kunt zien en zij als zodanig kunnen overtuigen. Helaas slaagt het script er niet in de personages overtuigende motivaties mee te geven, waardoor je als kijker soms nogal wat vraagtekens kunt neerzetten bij bepaalde acties van bijvoorbeeld Arthur. Het verhaalverloop oogt bij tijd en wijle ook wat rommelig. De muziek van Hans Zimmer is echter wel van hoge kwaliteit, ondersteunt de beelden prima en voegt zelfs zo nu en dan wat toe aan de film. Aan de andere kant is de muziek op sommige momenten iets te overdreven dramatisch. Ray Winstone zorgt sporadisch nog voor de broodnodige ontspanning van de lachspieren.
Al met al is King Arthur een redelijk goed gemaakt actiespektakel met massagevechten, dat niet onder doet voor Troy of Gladiator. De film heeft veel minder vals sentiment en bevat veel minder glamour dan vaak in dit genre het geval is, waardoor de film een stuk realistischer overkomt. Dat is dan ook het doel van de makers, die het realistische, echte verhaal van Arthur wilden vertellen. Hoewel ze ook nog wel wat verwijzingen naar de mythe maken (een ronde tafel, een zwaard dat uit de grond moet worden getrokken) en ze nogal wat veronderstellingen doen over wat er precies gebeurd is, hebben ze wel dat gevoel van realisme enigszins weten over te brengen. Echt realistisch wordt het echter allemaal niet, en dat is geenszins verbazingwekkend met Jerry Bruckheimer als producent, maar de film heeft toch net een streepje voor op de meeste genregenoten, niet in de laatste plaats door sterke personages die goed worden neergezet door de acteurs.