National Treasure
Recensie

National Treasure (2004)

Een boel lollige onzin gestoken in een leuk jasje.

in Recensies
Leestijd: 4 min 40 sec
Regie: Jon Turteltaub | Cast: Nicolas Cage (Ben Gates), Diane Kruger (Abigail Chase), Justin Bartha (Riley Poole), Sean Bean (Ian Howe), Jon Voight (Patrick Gates), Harvey Keitel (Sadusky), e.a.

National Treasure is het laatste wapenfeit van producent Jerry Bruckheimer, de man achter films als Con Air, Armageddon en Pearl Harbor. Een Bruckheimerfilm kenmerkt zich door een perfect arrangement, veel actie, spektakel en heel veel vaart; maar vaak ook door kartonnen karakters, een vliesdun Mickey Mouse-verhaaltje, een meestal onverteerbare dosis Amerikaans patriottisme en karrevrachten aan heroïsche prietpraat. Een goede dosering van deze elementen kan best een plezierige film opleveren - zoals bijv. Pirates Of The Caribbean - maar helaas slaat de balans ook nog wel eens door naar de verkeerde kant, wat dan - op z’n zachtst gezegd - weinig verheffende films oplevert (denk maar aan bijvoorbeeld Armageddon of Bad Boys II). In National Treasure is die dosering net binnen de toelaatbare normen gebleven, met als resultaat dat je je prima kunt vermaken met leuk verpakte nonsens.

Benjamin Franklin (Nicolas Cage) is al zijn hele leven op zoek naar een vermeende schat. In de loop der tijden zou deze schat over de hele wereld hebben gezworven en zijn uitgegroeid tot de grootste schat aller tijden. Deze enorme hoeveelheid kostbaarheden zou uiteindelijk ergens in Amerika verborgen zijn door de Founding Fathers (de stichters van de Verenigde Staten). Verspreid door heel Amerika zijn aanwijzingen achtergelaten die naar de locatie van de schat leiden. Benjamins levenswerk brengt hem steeds weer van de ene naar de andere aanwijzing en uiteindelijk lijkt het spoor hem te voeren naar een heuse schatkaart… Er is echter een probleem. De schatkaart schijnt achter op de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring te staan. Dit belangrijkste document van Amerika is echter ook het best bewaakte document en daar kom je dus niet zomaar even bij. Maar de tijd dringt, want Benjamins tegenstander Ian Howe (Sean Bean) is ook op de hoogte van de kaart en is vastberaden om het ding te stelen. Er volgt een race tegen de klok waarbij Gates probeert de onafhankelijkheidverklaring uit handen van Ian te houden en zichzelf uit handen van de politie. Daarbij moet hij ook nog eens alle raadsels zien op te lossen om uiteindelijk de grootste schat aller tijden veilig te stellen. Het lijkt een ondoenlijke opgave…

National Treasure moet het absoluut niet hebben van een intelligent verhaal. Van het speuren en ontrafelen van de geheimzinnige raadsels en aanwijzingen moet je je dan ook niet te veel voorstellen; wat dat betreft zat 'Bassie & Adriaan' vele malen beter in elkaar. Eigenlijk is er ook geen tijd voor het uitgebreid ontcijferen van ingewikkelde raadsels. Zoals het een echte Bruckheimer betaamt, verslapt het moordende tempo in de film geen moment en dus wordt elk raadsel - hoe cryptisch ook - binnen enkele seconden opgelost, want we moeten natuurlijk wel weer door. De enorme haast van de filmmakers slaat ook over op de karakters in de film. In één van de eerste scènes zien we Ben met zijn team op expeditie op de zuidpool om de restanten van een eeuwenoud schip op te speuren. Wanneer hun GPS-systeem begint te piepen dat ze op de goede coördinaten zijn aangekomen (hoe ze aan die coördinaten komen weet niemand, maar who cares) stappen ze uit hun snowcat, lopen 5 passen, kijken in het rond, krabben zich op hun kop en zeggen zoiets als: "Naah d'r is hier niks, ik zie geen schip. Dit was een slecht idee, laten we weer naar huis gaan." Als kijker heb je zoiets van "Toe, jongens jullie hebben zoveel moeite gedaan om daar te komen zoek nu nog even een paar minuutjes door." Gelukkig doen ze dat ook en vinden ze het schip. Het vermaledijde ding zat nota bene onder de sneeuw verstopt. Wie had dat kunnen bedenken!

De film bevat een flink aantal onbedoeld grappige scènes als deze. De filmmakers lijken dat overigens wel door te hebben en weten ook donders goed dat ze dit simpele verhaaltje zeker niet te serieus moeten brengen. Ze hebben er daarom ook de nodige (bedoelde) humor in gestopt, onder ander door Cage – die zelf een nogal saaie betweter speelt - een komische sidekick te geven in de vorm van de nerd Riley Poole (Justin Bartha). Ook aan het vrouwelijk schoon is gedacht en daarvoor is Diane Kruger aangetrokken, die de rol speelt van Abigail Chase, de curator van het museum waar de onafhankelijkheidsverklaring ligt opgeslagen.

Een aardig grapje is overigens dat Ben op een gegeven moment de schuilnaam Mr. Brown aanneemt, waarmee Bruckheimer een lange neus lijkt te trekken naar de mensen die nog zitten te touwtrekken om de rechten van de populaire Dan Brown boeken (De Da Vinci Code, Het Bernini Mysterie.) National Treasure lijkt namelijk wel heel erg op het werk van Brown en het verhaal had netzo makkelijk van zijn hand kunnen zijn.
De imposante cast presteert over het algemeen naar behoren, maar blinkt ook niet bepaald uit. Bean doet het eigenlijk altijd goed als sympathieke bad guy; en Voight als Ben’s vader Patrick en Keitel als rechercheur Sanduski spelen leuke bijrollen.

National Treasure heeft een enorme vaart en geeft je nauwelijks tijd om na te denken, wat ook absoluut niet de bedoeling is. Regisseur Jon Turteltaub heeft een superslick actievehikel afgeleverd dat zich als een achtbaanrit laat ervaren. Een kwestie van instappen en ”enjoy the ride”. En net als bij een echte achtbaanrit vraag je je ook niet af wat de achterliggende gedachte is van een looping of een kurkentrekker en waarom je na afloop weer op precies op hetzelfde punt bent aangekomen als waar je begon