Breakfast on Pluto
Recensie

Breakfast on Pluto (2005)

Vrij drukke film.

in Recensies
Leestijd: 2 min 49 sec
Regie: Neil Jordan | Cast: Cillian Murphy (Patrick ‘Kitten’ Braden), Liam Neeson (Father Bernard), Stephen Rea (Bertie), Brendan Gleeson (John-Joe) e.a. | Speelduur: 135 minuten

Scenariotrucje: we zien het hoofdpersonage in een belangrijke fase van zijn of haar leven. Dan maken we een tijdsduik het verleden in om de gebeurtenissen te vatten die tot dit moment hebben geleid. Als deze scène tegen het einde van de film opnieuw voorbijkomt, zijn we het karakter meester en volgt de finale. Vaak blijft het bij een trucje, al heeft het in Breakfast on Pluto een heldere functie.

We maken in ons hoofd direct een totaalplaatje bij een als vrouw verklede Cillian Murphy (Batman Begins) die opgewekt met een kinderwagen door Dublin wandelt. Met veel bravoure en een hoog opgezet stemmetje groet ze de bouwvakkers terug die ‘haar’ nawuiven. Een typetje, denken we, iemand die openlijk koketteert met zijn seksuele geaardheid. Maar al kort na de tijdsprong moeten we dit beeld bijstellen. Het leven van Patrick, die zich meer een Patricia voelt en het liefst met ‘Kitten’ wordt aangesproken, is een sprookje, maar wel een met rouwrealistische randjes.

In het eerste hoofdstuk (de film heeft er niet minder dan 36!) volgen we twee roodborstjes die, fladderend over het Ierland van de jaren vijftig, verzeild raken in een dialoog (getjilp ondertiteld) tot ze neerdalen op de stoep van een pastorie waar ze uit de melkfles pikken. Op hetzelfde moment wordt een babymand met inhoud voor de deur gezet. De vondeling blijkt al snel een outsider. Als hij op een dag wordt betrapt in de kleding van zijn pleegmoeder krijgt hij een draai om zijn oren. Op zijn tiende heeft Patrick zijn identiteit al gevonden en staat hij er telkens van versteld dat zijn omgeving daar afkeurend op reageert.

Kitten geeft zichzelf een tweeledige missie. Niet alleen wil hij zijn moeder vinden (met als enige aanwijzing dat ze lijkt op musicalster Mitzi Gaynor), maar ook een plek waar zijn identiteit geen struikelblok hoeft te zijn. Het is een symbolische tocht in de geest van Charles Dickens waar telkens opmerkelijke ontmoetingen plaatsvinden. Met een illusionist bijvoorbeeld, gespeeld door de altijd prachtig tergend kijkende Stephen Rea en een gefrustreerde man die als baantje de hele dag kinderen moet vermaken in een soort Teletubbie-pak. Het zijn, om bij Dickens te blijven, de geestverschijningen in het verhaal.

Kitten moet het hebben van de vriendelijkheid van vreemden, zelfs in de meest uitzichtloze situaties. Een agent ziet hem tippelen in Londen om hem vervolgens af te zetten voor een peepshow. “Ga daar maar werken, het is er veiliger en nog legaal ook.” Met zijn constante staat van dromerige ontkenning lijkt hij niet thuis te horen op deze planeet. De ‘tekortkomingen’ in het voor Kitten merkwaardige wereldje vult hij bijna noodgedwongen aan met zijn eigen fantasie. Op die manier weet hij zich steeds net staande te houden.

Maar er is meer. Zo wil Breakfast on Pluto ook in vogelvlucht de turbulente geschiedenis van Ierland aanstippen inclusief de glamrockperiode en de bloederige aanslagen van de IRA. Gelukkig zat Neil Jordan aan het roer van deze film, wiens soms overvolle producties nooit beladen aanvoelen. Toch was zijn vorige boekverfilming van Patrick McCabe, het meesterwerkje The Butcher Boy, wat evenwichtiger. Zijn dynamische regieaanpak is precies de juiste, volgens de geestestoestand en waarnemingen van Kitten zelf. Net even zwevend boven de grond en de ernst van de wereld niet begrijpend. Als een kleurrijke fabel.