Jim Carrey werd natuurlijk bekend als de man met het elastieken gezicht. Ace Ventura, Liar Liar, Dumb and Dumber, The Mask; telkens vertrouwde Carrey op zijn gekke bekken in plaats van (eventuele) acteerkwaliteiten. De omslag kwam in 1999, toen hij beroepsgek en scriptschrijver Andy Kaufman portretteerde. Op vrij legendarische wijze zelfs. Sindsdien probeert de ex-Saturday Night Live-acteur een evenwichtige mix tussen deze twee genres tot stand te brengen, waarin meesterwerken als Eternal Sunshine of the Spotless mind zich afwisselen met lachfestijnen à la Bruce Almighty. Een nog niet ontgonnen gebied is de thriller, maar met The Number 23 staat ook die op Carreys cv. De vraag rest of het een waardevolle toevoeging is..
Altijd leuk om een acteur in een ander genre te zien. De omslag van lolbroek naar gewaardeerd drama-acteur werd in Carreys geval aanvankelijk met een cynische blik gadegeslagen maar uiteindelijk als zeer positief ervaren. Zeker met Gondrys Eternal Sunshine werd de goede man geaccepteerd in het serieuzere genre. En nu dus de thriller.
Walter (Carrey) krijgt een boek over een man wiens leven om het nummer 23 draait. Gaandeweg raakt hij geobsedeerd door het boek en daarmee ook door het cijfer zelf. Want het komt overal in terug: de cijfers van zijn verjaardag zijn opgeteld 23, zijn huisnummer ook, evenals zijn sofinummer. Eigenlijk is alles en iedereen gerelateerd aan 23. En dat maakt Walter langzaamaan net zo gek als de hoofdpersoon van het boek dat hij gelezen heeft. Hij belandt in een droomwereld en is ervan overtuigd dat híj het personage uit het boek is. Uiteindelijk krijgt hij zelfs waanbeelden die met name zijn eega (Madsen) danig in gevaar brengen.
Schumacher heeft zijn best gedaan op het weergeven van een beklemmende, donkere sfeer, waardoor de psychische toestand van Carrey benadrukt wordt. Dat is hem wel toevertrouwd als we kijken naar zijn oeuvre met beklemmende producten als Flatliners, 8 MM en Phone Booth. Donkere beelden, veel symboliek en camerawerk dat af en toe net zo warrig is als Walters geest.
The Number 23 is spannend maar níet eng, wat je wel zou mogen verwachten van een dergelijke plot. Op het puntje van je stoel zit je niet, maar of dat te maken heeft met het gebrek aan angstaanjagende kwaliteiten van Carrey valt te betwijfelen. Het ligt waarschijnlijk aan de gehaastheid waarmee Schumacher het verhaal erdoorheen jast en op het visuele focust. Een ander gebrek is de Shyamalan-achtige twist; behoorlijk voorspelbaar voor oplettende kijkers en bovendien niet bijster interessant.
Carrey zet een degelijke prestatie neer. Niet meer, niet minder. Hij heeft in deze rol zijn humoristische kant niet helemaal hoeven laten vallen, maar toch krijg je als toeschouwer het idee dat hij niet helemaal thuis is in dit personage. Wat hij wél voor elkaar krijgt is dat je nog tijdenlang na het kijken van deze film zélf opeens overal 23 ziet. Wat voor ondergetekende al begon in de bioscoopzaal, toen de bioscoopstoel het gedoemde nummer bleek te hebben. Creepy.