Milk
Recensie

Milk (2008)

Regisseur Gus Van Sant maakt na een redelijk experimentele fase weer een vrij conventionele film.

in Recensies
Leestijd: 3 min 34 sec
Regie: Gus van Sant | Cast: Sean Penn (Harvey Milk), James Franco (Scott Smith), Josh Brolin (Dan White), Emile Hirsh (Cleve Jones) e.a. | Speelduur: 128 minuten | Jaar: 2008

Harvey Milk was de eerste openlijk homoseksuele man in de Verenigde Staten die een verkiezing voor een belangrijke post won. Na twee mislukte pogingen in 1973 en 1975 en een verloren verkiezingsrace voor de Californische State Assembly, werd hij in 1977 in San Francisco verkozen tot wethouder. Elf maanden later werd hij samen met de burgemeester doodgeschoten door voormalig collega-wethouder Dan White. Ondanks zijn korte politieke loopbaan werd Milk een icoon van San Francisco en volgens sommigen zelfs een ‘homorechtenmartelaar’.

Gus Van Sant, zelf ook homoseksueel, maakt met zijn portret van Harvey Milk duidelijk waarom de man zo belangrijk was en is geworden voor de homobeweging in Amerika. Niet alleen won hij als openlijk homoseksuele man een verkiezing, maar hij zette zich ook jarenlang in voor homorechten en vocht met succes een wetsvoorstel (‘Proposition 6’) aan dat homofielen uit Amerikaanse scholen zou verbannen. Belangrijk daarbij is dat hij zich als doodgewone Amerikaan presenteerde, terwijl hij tegelijkertijd zijn geaardheid niet onder stoelen of banken stak.

Sean Penn geeft dat prachtig weer. Net op het moment dat Milk zou kunnen doorgaan voor straight is er net dat verwijfde gebaartje dat je heteroseksuele mannen zelden ziet maken. Deze verfijndheid laat zien dat homoseksualiteit niet iets vreemds is, niet alleen iets voor in donkere parkjes en niet iets duivels dat door God is verboden. Homoseksualiteit is gewoon, maar soms op een net even andere manier. Het is niet iets om bang voor te zijn, maar heeft wel een eigen identiteit. Fantastisch is bijvoorbeeld hoe Penn tijdens een debat, dat overigens niets met geaardheid te maken heeft, na een serieus statement zijn tegenstander aankijkt, of hoe hij joviaal naar Dan White zwaait tijdens de doping van diens pasgeboren zoon.

Penn is ontwapenend in zijn beste rol in jaren. Hij doet meer dan het tot in detail imiteren van de subtiele en minder subtiele lichaamstaal van Milk. Penns Harvey Milk is een warme, vriendelijke persoonlijkheid met enorm veel charisma en zijn goede en mindere kanten. Het is niet moeilijk om deze man een brug tussen homo en hetero te zien slaan, terwijl hij ook in hotpants homomannen aanmoedigt uit de kast te komen. Deze portrettering maakt van Milk wel een beetje een hagiografie, zeker met de demonische Anita Bryant als zijn tegenstander.

Wel sterk is dat Van Sant van deze vrouw, die in de jaren zeventig het hele land doorreisde om homorechten te bestrijden, alleen maar archiefmateriaal gebruikt. Haar engheid is dus niet aan een actrice te danken, maar geheel aan haar eigen optreden destijds. Ondertussen maakt Josh Brolin van Dan White een fascinerend figuur, een man die duidelijk met zichzelf in de knoop zit maar niet weet hoe of wat. Brolin heeft erg weinig materiaal om mee te werken en puur op papier blijft het een onbestemd figuur, maar hij maakt vooral met lichaamstaal iets heel bijzonders van zijn rol en steelt zo bijna de film van Penn, Franco en Hirsh (die allebei uitstekende rollen spelen als respectievelijk de lover en medeactivist van Milk).

In een tijd waarin zelfs in het zogenaamd progressieve Californië homoseksuelen nog altijd voor hun rechten vechten, is het verhaal van Harvey Milk nog steeds actueel. Proposition 6 waar hij eind jaren zeventig tegen vocht werd in de Amerikaanse pers al veel vergeleken met ‘Proposition 8’ waarover afgelopen november gestemd werd, wat resulteerde in een definitief verbod op het homohuwelijk. Dit geeft Milk een extra lading mee waardoor het makkelijk te accepteren is dat Milk misschien iets te veel opgehemeld wordt door Van Sant en Penn, ondanks dat ze een driedimensionaal beeld van de man schetsen.

Milk is vooral dankzij de uitmuntende acteerprestaties een mooie, ontroerende biografische film over bijna tien jaar uit het leven van Harvey Milk en over de mensen die hij inspireerde. Gus van Sant ontwijkt onder andere door zijn slimme gebruik van archiefmateriaal deels de valkuilen van het genre, maar dat lukt hem niet altijd. Na al zijn redelijk experimentele films dit decennium levert het in elk geval een voor zijn doen opvallend conventioneel drama op. Van Sant stelt het verhaal zelf voorop in plaats van de manier van vertellen. Dat is wel weer eens prettig, vooral na zijn laatste film.