Is het mogelijk om een twee uur durende film over een Centrum voor Gezinsplanning - in de filmtitel spottend de burelen van God genoemd - te maken en er mee weg te komen? Claire Simon bewijst dat het kan. Of het boeiende cinema oplevert is een tweede, want de film bestaat voornamelijk uit de gesprekken die de bezoekers voeren met de adviseurs en de dienstdoende artsen. Gelukkig blijken ze rijk aan verscheidenheid te zijn.
Les Bureaux de Dieu is in vele opzichten een opvallende film. De mise-en-scène is van een simpele theatrale vorm en is steeds ingesloten tussen de vier muren van de wachtkamer en de gespreksruimten. Omgeven door opvallende posters en affiches, de meeste met het bekende feministische gedachtegoed baas in eigen lijf, of iets van die strekking, geven de consulenten van het bureau voornamelijk advies omtrent anticonceptiemiddelen en de morningafterpil en verwijzen ze veelvuldig naar een abortuskliniek in Spanje. Het begrip gezinsplanning moet hier kennelijk niet al te ruim worden opgevat. Het lijkt toch vooral om het voorkomen van bevruchting en het afbreken van zwangerschap te draaien.
De film oogt oprecht en geloofwaardig door de keuze voor het camerawerk. De scènes zelf worden opvallend handheld en in één shot gedraaid. Enkel de scèneovergangen zorgen voor de nodige cuts. Je zou de film wat lang of langdradig kunnen noemen, temeer omdat ergens het gevoel je bekruipt dat je naar een herhaling zit te kijken, naar meer van hetzelfde. Echter, als je bedenkt dat de film daadwerkelijk 122 minuten duurt, blijkt dat erg mee te vallen. Waarschijnlijk is dit te danken aan het feit dat de gesprekken je voldoende kunnen boeien en je erbij betrekken. Deze betrokkenheid bij het relaas wordt daarnaast wederom versterkt door het camerawerk. Het ontbreken van enige vorm van découpage - het in verschillende shots opsnijden van scènes - en de subjectieve kadrering - vrijwel alle gesprekken worden gedraaid in (extreme) close-ups - leveren boeiend beeld op.
Wel opvallend is de keuze van Simon om een Franse sterrencast aan te laten rukken voor de rollen van de consulenten en jonge onervaren acteurs te gebruiken voor de bezoekers van het centrum. Opvallend in die zin dat het niet altijd even goed uitpakt omdat het schijnbare overacteren - want zo komt het namelijk over - van de routiniers in schril contrast komt te staan met de transparantie en de eerlijkheid van de nieuwelingen. Verhoudingsgewijs komen de gedachtewisselingen tussen de medewerkers van het bureau volkomen gekunsteld en zelfs clichématig over.
Het gebruik van de muziek is eveneens opvallend. De keuze voor een solotrompet in een licht melancholiek jazzdeuntje, hier en daar plotseling uit het niets opduikend, is ietwat vreemd. Je krijgt het gevoel dat het willekeurig aan het beeld is vastgeplakt, maar het biedt zo nu en dan ook de nodige ontspanning en relativering. Het houdt je bovendien wakker. Het zou echter te ver gaan deze muziekkeuze te relateren aan het typische Fransstedelijke dakenlandschap dat je vanuit het balkon van het centrum kunt ontwaren.
Het engagement van Claire Simon is prijzenswaardig. Het langdurige onderzoek dat ze tussen 2000 en 2007 verrichtte, werpt duidelijk vruchten af. De film weet zeker te boeien, zonder ook maar enigszins voyeuristisch te worden, maar benut noch de volle kracht van de cinematografie, noch die van de dramaturgie. Het lijkt meer een manifest van vrouwen voor vrouwen. Raken doet het niet en de magie blijkt onbereikbaar.