Suske en Wiske & De Texas Rakkers
Recensie

Suske en Wiske & De Texas Rakkers (2009)

Deze nieuwe verfilming van de bekende stripboekenreeks is nog steeds niet wat het zou kunnen zijn, maar zet wel een stap in de goede richting.

in Recensies
Leestijd: 3 min 46 sec
Regie: Mark Mertens en Wim Bien | Cast: Marijn Klaver (Suske), Nanette Drazic (Wiske), Frank Lammers (Lambik), Raymonde de Kuiper (Sidonia), Kees Boot (Jerom), Pierre Bokma (Professor Barabas) | Speelduur: 85 minuten | Jaar: 2009

Met meer dan drie miljoen verkochte stripboeken in Nederland en Vlaanderen per jaar mogen Suske en Wiske zich tot de bekendste stripfiguren van de Lage Landen rekenen. Inmiddels zijn er in totaal meer dan tweehonderd miljoen stuks verkocht en zijn er al verschillende pogingen ondernomen om de stilstaande tekeningen van onze zuiderburen in beweging te zetten. Veel succes werd hier echter niet mee geboekt. De animatiereeks uit de jaren zeventig was niet van erg hoog niveau, hoewel deze qua uiterlijk nog het meest op de strips leek. In 2004 kwam de liveactionverfilming De Duistere Diamant in de bioscoop, die zowel bij de critici als het publiek op weinig bijval kon rekenen. Met een poging om een graantje mee te pikken van het recente succes van computeranimaties is nu besloten om ook Suske en Wiske in een 3D-jasje te steken.

De avonturen van het stripduo spelen zich deze keer af in het broeierige stadje Dark City in het Wilde Westen. Daar bevindt zich namelijk de bandiet Jim Parasijt, die een illegale whiskystokerij bezit. Wanneer Lambik een kist van zijn flessen in bezit krijgt, komt hij tot de ontdekking dat een van deze flessen geen whisky, maar een gekrompen sheriff uit Dark City bevat. Parasijt blijkt van plan te zijn de gehele wereldbevolking te verkleinen, om de simpele reden dat hij op die manier de grootste kan zijn. Genoeg reden voor Suske en Wiske & co om de helikopter naar Amerika te nemen en daar een stokje voor te steken.

Tot zover valt het inhoudelijk gezien redelijk te rijmen met het oorspronkelijke stripalbum uit 1959. Bij de uitvoering is wel het een en ander gewijzigd. Vanaf de eerste scènes valt op dat de makers gepoogd hebben om de film meer van deze tijd te maken. De halve wereld blijkt inmiddels videogameverslaafd te zijn en het gebruik van niet erg nette Engelstalige woorden blijkt ook bij de normale gang van zaken te horen. Rakkers worden Rangers en hier en daar valt zelfs een enorm decolleté te bespeuren. Opvallend is ook dat deze versie niet de oorspronkelijke Vlaamse stemmen heeft behouden, maar nagesynchroniseerd is door BN’ers. Zo horen we Jeroen van der Boom als sheriff Cooper, oefent Javier Guzman zijn Spaans als Manuel en valt verder Frank Lammers in positieve zin op met zijn vertolking van Lambik. Naast alle stemmen wordt de bijbehorende single ook verzorgd door een landgenoot, en wel door Jim Bakkum. Verder zijn de grapjes over Vlaamse voetbalclubs vervangen door opmerkingen over Johan Cruijff en Marco Borsato.

Bij een poging om een nieuw en jong publiek aan te spreken, vallen deze punten goed te begrijpen, hoewel het oudere publiek zich waarschijnlijk een beetje bestolen zal voelen. De vroegere albums in de stripreeks, in het bijzonder de albums die door Vandersteen zelf gemaakt zijn, kenmerkten zich namelijk door zowel de jongere als oudere lezers te vermaken. Visuele grappen werden afgewisseld met gelaagde grappen over arme belastingbetalers. De visuele grappen zijn gebleven, maar de wat politiekere grapjes zijn vervangen door flauwe filmverwijzingen. Arnold Schwarzenegger citeren was tien jaar geleden al niet grappig meer, en ook imitaties van gevechten uit The Matrix hebben we al veel te vaak gezien.

Door een stripfiguur tot leven te wekken zullen er altijd veel fans zijn die ‘hun’ stripfiguur er niet meer in terugzien. Het falen van de menselijke personages van De Duistere Diamant is in die zin begrijpelijk. Door de personages dit keer geen realistische gezichten te geven, blijven ze dezelfde personages met zwarte kraaloogjes die de kijker uit de strips kent. Bovendien is ervoor gekozen om de personages ietwat overdreven te laten bewegen. De personages weerspiegelen dus nog steeds hun alter ego’s uit de strips, waardoor de overstap naar 3D niet zo verschrikkelijk is als het misschien op het eerste gezicht zou lijken.

Met deze verfilming van een Suske en Wiskeverhaal is er een stap in de goede richting gezet. Hoewel de fans van vroeger waarschijnlijk minder enthousiast de zaal zullen verlaten dan het jongere publiek, hoeft er niet met schaamrood gekeken te worden naar een man die de rol van tante Sidonia vertolkt zoals bij De Duistere Diamant het geval was. Als er voor de oudere kijker het een en ander wordt bijgeschaafd in de geplande jaarlijkse verfilmingen valt er in de toekomst meer te genieten. Tot dan moet er geleefd worden met een gedeeltelijk geslaagde verfilming van De Texasrakkers.