Judd Apatow wordt volwassen. Dat is de belangrijkste conclusie na het kijken van Funny People, de derde film van een van de machtigste personen in de Amerikaanse komediewereld. De regisseur van The 40 Year Old Virigin en Knocked Up, en producent van een hele rits succesvolle Amerikaanse komedies, had de laatste jaren het patent op films met veel puberale seksgrappen die uiteindelijk toch maar een klein hartje bleken te hebben. De seksgrappen zijn er nog steeds, maar met Funny People zet Apatow nu toch een belangrijke volgende stap in zijn carrière en toont hij ook op het dramatische vlak over voldoende talent als filmmaker te beschikken.
Ging de eerste film van Apatow nog expliciet over volwassen worden, in Knocked Up behandelde hij al themas als het ouderschap en het huwelijk. In Funny People gaat hij nog een stapje verder en ruimt hij een prominente rol in voor de dood. George Simmons is een succesvolle stand-up comedian en filmster en bewoont een immens huis in Los Angeles. Op een dag krijgt hij echter te horen dat hij lijdt aan een levensbedreigende ziekte en beseft dan pas hoe leeg zijn leven eigenlijk is. Hij heeft de liefde van zijn leven een aantal jaren terug bedrogen en realiseert zich dat hij geen enkele goede vriend heeft. Parallel hieraan loopt het verhaal van Ira Wright, een jonge komiek die het probeert te maken in Hollywood. Hij woont samen met twee goede vrienden, die beiden meer succes hebben dan hij, en krijgt zijn grote kans als George Simmons besluit hem onder zijn hoede te nemen.
Funny People is een erg ambitieuze film. In eerste instantie gaat het natuurlijk vooral om de verandering in de houding van George Simmons, maar de ervaringen van Ira Wright, de personificatie van een jonge Judd Apatow, zijn minstens even belangrijk. Daarnaast besteedt Apatow ook veel aandacht aan de huwelijksproblemen tussen Laura, de grote liefde van George, en haar man Clark die er uiteindelijk toe leiden dat Laura een keuze moet maken tussen de twee.
Het is erg jammer dat dit laatste verhaal in de tweede helft van de film de bovenhand krijgt, omdat de relatie tussen George en Ira vele malen interessanter is. De driehoeksrelatie wordt veel te lang uitgesponnen en weet ook dramatisch te weinig te boeien, waardoor de film hier veel van zijn kracht verliest en Apatow niet goed lijkt te weten waar hij precies heen wil. Hier komt bij dat het op den duur gaat irriteren dat Apatow zijn persoonlijke leven zo betrekt in zijn films. Zo zijn de twee dochters van de regisseur wederom van de partij en zit je op een gegeven moment te kijken naar een homevideo waarin de oudste dochter van Apatow Memory uit de musical Cats zingt.
Toch kent de film voldoende mooie momenten om dit niet geslaagde subplot snel te vergeten. Zo is Funny People visueel een grote stap voorwaarts voor Apatow dankzij het kleurrijke camerawerk van Janusz Kaminski, sinds Schindlers List de vaste director of photography van Steven Spielberg. Ook de acteurs zijn prima op dreef. Het is even wennen om Seth Rogen zo mager te zien, maar hij is uitstekend in een mooie, ingetogen rol. Ook Adam Sandler laat, na Punch Drunk Love, wederom zien dat hij wel degelijk een getalenteerde acteur is die veel in zijn mars heeft. Deze aspecten, gecombineerd met een prachtige eerste helft waarin Apatow er glansrijk in slaagt de komische en dramatische elementen evenwichtig te balanceren, maken van Funny People een interessante film die weliswaar niet helemaal perfect is, maar wel een leuk avondje oplevert en bovendien illustreert dat Judd Apatow veel meer in huis heeft dan we tot nu toe gezien hebben. Hopelijk komt dat er in zijn volgende film nóg beter uit.