Terribly Happy
Recensie

Terribly Happy (2008)

Deense Oscarinzending van dit jaar is een heel aardige kruising tussen een spaghettiwestern, een Coen-film en talloze andere filmgenres.

in Recensies
Leestijd: 2 min 30 sec
Regie: Henrik Ruben Genz | Cast: Jakob Cedergen (Robert Hansen), Lena Maria Christensen (Ingerlise Buhl), Kim Bodnia (Jørgen Buhl), Lars Brygmann (Dr. Zerleng) e.a. | Speelduur: 115 minuten | Jaar: 2008

Het is moeilijk te geloven dat Terribly Happy is gebaseerd op ware gebeurtenissen, zoals in het begin wordt gemeld. De Deense film van Henrik Ruben Genz, die in eigen land alle belangrijke filmprijzen in de wacht sleepte en voor de Oscars is ingestuurd, loopt namelijk over van de absurdistische taferelen. In de kruising tussen dit absurdisme en de realistische elementen van het verhaal, schuilt de kracht van deze genreoverschrijdende film.

Het begint allemaal nog heel overzichtelijk. Politieagent Robert Hansen is door zijn superieuren verbannen uit hoofdstad Kopenhagen (om redenen die pas later duidelijk worden) en wordt naar een verlaten provinciestadje gestuurd. Op het eerste oog is dit een rustig, klein dorpje zoals er zo veel zijn, maar gaandeweg wordt het voor Hansen duidelijk dat hier in Zuid-Jutland dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen. Het begint al met de wijze waarop de plaatselijke bevolking omgaat met kinderen die iets stelen uit de supermarkt. Geen vermaning of boete, maar een ouderwets pak rammel valt hen ten deel.

Gaandeweg gebeuren er echter steeds vreemdere dingen in het pittoreske dorpje, waar Hansen meer en meer bij betrokken raakt. Als de mysterieuze Ingerlise Buhl plotseling voor zijn neus staat en hem vertelt dat ze mishandeld wordt door haar man, is er helemaal geen weg meer terug. Ingerlise vraagt om bescherming tegen haar man, maar weigert een aanklacht in te dienen waardoor er veel twijfel ontstaat over haar betrouwbaarheid. Beetje bij beetje transformeert Robert Hansen van een buitenstaander in een dorpeling en komt uiteindelijk voor de keuze te staan of hij terug moet keren naar zijn oude leventje of zich definitief moet vestigen in Zuid-Jutland, met alle gevolgen van dien.

Het verhaal van Terribly Happy vertoont opmerkelijk veel gelijkenissen met dat van Hot Fuzz, maar de toon van de films had niet anders kunnen zijn. Was de Britse film van Edgar Wright nog een vrolijke satire op actie- en buddycopfilms, Henrik Ruben Genz heeft heel andere bedoelingen. Zijn film is in de eerste plaats namelijk een virtuoze stijloefening. Met behulp van prachtig, statisch camerawerk treft hij in de film precies de juiste (absurdistische) toon, die bij vlagen doet denken aan het beste werk van de broertjes Coen. Daarnaast husselt Ruben Genz ook met verschillende filmgenres, zoals de spaghettiwestern, getuige lang aangehouden shots van het Deense landschap en de cowboyachtige verschijning van Jorgen Buhl, en de Scandinavische thriller.

Wat Terribly Happy bij vlagen echter parten speelt, is de te serieuze toon die wordt aangeslagen. Het ontbreekt de film aan de nodige zwarte humor die wat verlichting aanbrengt in de gitzwarte, depressieve omgeving van Zuid-Jutland, waardoor het geheel wel erg zwaar wordt. Het weerhoudt Terribly Happy ervan het niveau van een film als Fargo te bereiken, maar het strakke camerawerk en de vervlechting van verschillende uitgekauwde genres zijn op zichzelf al voldoende reden de film toch eens te bekijken.