Rijendik staan de mensen in Cochabamba, Bolivia, wachtend op de aankomst van een Spaanse filmploeg die in hun stad een grootse film gaat maken over Christopher Columbus. Al weken hebben de inwoners het erover dat ook zij kans maken op een rolletje in de film, waardoor de hele stad is uitgelopen. Als de producent van de film bij aankomst echter ziet hoeveel mensen er op de advertentie hebben gereageerd, fluistert hij de regisseur toe er tien uit te pikken en weer verder te gaan. Om iedereen te zien, daar hebben ze geen tijd voor.
De komst van de grote filmploeg in Cochabamba zorgt voor een kortstondige ophef, maar de inwoners zijn vooral druk bezig met andere zaken. De watervoorraad in de gemeente is namelijk voor honderd procent geprivatiseerd en doorverkocht aan de grote multinational, waardoor de inwoners geen drinkwater meer hebben. De onrust neemt toe in de stad, aangewakkerd door rebellenleider Daniel, die toevallig ook nog eens een grote rol heeft in de speelfilm, waardoor de filmploeg ook betrokken raakt bij het conflict in de stad.
Het scenario van También la Lluvia is geschreven door de Schot Paul Laverty, en dat is weinig verrassend voor kenners van zijn werk. Laverty werkte de afgelopen jaren exclusief samen met Ken Loach aan films die altijd een grote sociaal-maatschappelijke ondertoon hadden. Een ondertoon die ook in También la Lluvia niet ontbreekt. Laverty laat geen moment onbenut om te laten zien waar zijn hart ligt in de strijd tussen de opstandelingen en de overheid, en geeft de film daarmee een ietwat drammerige ondertoon mee, een manco waar zijn projecten met Ken Loach ook weleens onder te lijden hebben gehad.
Toch is dat niet het grootste probleem van También la Lluvia. Dat is namelijk de onduidelijkheid over wie deze film nu precies gaat. Is het een verhaal over de onzekere filmregisseur die met dit dure project zijn magnum opus wil maken of gaat het toch over de producent die met persoonlijke problemen kampt? De laatste optie is de juiste, maar daar kom je als kijker zo laat achter dat identificatie met deze man, overigens voortreffelijk geacteerd door Luis Tosar, bijna niet meer mogelijk is, ook omdat hij zich in het begin van de film zo hard opstelt.
Het komt haast over als een beginnersfout, de wijze waarop Laverty en regisseur Icíar Bollaín de film hebben opgebouwd. Met een paar kleine wijzigingen in het scenario had También la Lluvia zich makkelijk kunnen ontwikkelen tot een meeslepende film over een cynische man wiens idealisme wordt aangewakkerd door het onrecht dat hij om zich heen ziet. Nu liet de film mij onverschillig achter en dat had niet gehoeven.