Dat voetbal de belangrijkste bijzaak in het leven is, werd in 1997 gevisualiseerd met de film All Stars, die liet zien hoe de sport in de levens van zeven jongemannen zelfs de enige zingeving was. Want hoezeer de spelers van amateurclubje Swift Boys ook van elkaar verschilden en hoe hevig hun individuele levens ook overhoop lagen, de zondag waarop ze samen op het veld stonden (en vaak dik werden ingemaakt), bleek voor hen de enige dag waarop ze zich nog onoverwinnelijke jongetjes van zeven mochten voelen. Zelfs al liepen ze inmiddels allemaal tegen de dertig. Ze waren immers, zoals een van de personages het treffend omschreef, elkaars jeugdsentiment. De film was geen hoogvlieger maar had genoeg eigen smoel om een mooi succesje te worden en te leiden tot een gelijknamige televisieserie, die eindigde toen door het wegvallen van de meeste acteurs de essentie steeds meer verloren raakte.
Veertien jaar later blijkt iedereen wel weer te porren voor een als vervolgfilm vermomde reünie. De gebeurtenissen uit de serie worden grotendeels genegeerd (keeper Willem is nog gewoon in leven) en iedereen keert terug in zijn oude rol. Althans, bijna iedereen. Want waar het de bedoeling was dat ook het personage Hero zou terugkeren, daar zagen de makers zich een jaar geleden ineens geconfronteerd met de onverwachte zelfmoord van diens vertolker Antonie Kamerling. Als oplossing is het bijna gelijknamige broertje Nemo opgetrommeld, die in de serie ook al fungeerde als invaller. De serie moet aan de ene kant dus worden genegeerd, maar blijkt aan de andere kant toch wel degelijk bestaansrecht te hebben... Het is dit zinloze van twee walletjes dat de film wel vaker opbreekt.
De inbreng van Nemo blijkt niet bepaald de gelukkigste keuze. Kijkers die de serie nooit hebben gezien, worden immers opgezadeld met een onbekend personage. Vreemd genoeg blijkt Nemo ook nog eens de verteller te zijn, terwijl hij niet eens deel uitmaakt van de jeugdervaringen die de anderen wel hebben. Een groter contrast met de inzichtelijke vertelstijl van het eerste deel door Bram is daardoor moeilijk denkbaar. Sowieso is er iets goed mis met je film wanneer je een gestorven personage uit het eerste deel een korte cameo moet geven om alle nog levende personages te herintroduceren en al het nieuwe beeldmateriaal van het voetbalveld moet afwisselen met gelijksoortige beelden uit de eerste film. Alsof de kijker zelf geen gelijkenissen kan herkennen
Vanwege het grote hiaat tussen deze film en de vorige, is duidelijk dat voor niemand de tijd heeft stilgestaan. Dat had kunnen worden aangewend voor boeiende bespiegelingen, zoals bijvoorbeeld Before Sunset dat deed ten opzichte van zijn voorganger Before Sunrise; daarin bleken de personages intussen enkele rimpels rijker en illusies armer te zijn. Er zijn momenten waarop Old Stars hetzelfde poogt te doen, maar daar staan steeds tientallen momenten tegenover waarop enkel voor de goedkope humor wordt gekozen. De film mist focus en evenwicht en de makers blijken te weinig tact te hebben voor de onderwerpen waar ze mee willen stoeien. En dat terwijl ze veertien jaar geleden de sluimerende homoseksualiteit van een van de personages nog zo subtiel in het plot wisten te verwerken.
In interviews heeft regisseur Jean van de Velde de film regelmatig een eerbetoon aan Antonie Kamerling genoemd. De vraag dringt zich op welke passages hij daarbij in gedachten had. De kluchtige taferelen op een Duitse nudistencamping en de onnozele aanvaringen met de Franse gendarmerie getuigen immers van weinig goede smaak, noch zeggen ze iets over Kamerling of zijn personage. De dood van Hero wordt al vroeg gesuggereerd maar pas in het laatste kwartier uitgesproken, waarmee het elke mogelijke impact op het plot mist. Wanneer daarmee was begonnen, had dat het startsein kunnen zijn voor een volwassen film, waarin de overgebleven teamleden door de dood van hun jeugdvriend werden geconfronteerd met hun eigen sterfelijkheid en hun rouw hadden moeten overwinnen. In plaats daarvan moeten we het stellen met een speler die noodgedwongen een volle krat bier met zijn erectie optilt
De eerste All Stars balanceerde humor en drama zeer kundig. Zelfs in de minder hoogstaande scènes sloeg de film in geen enkel facet te ver door. Hoe anders is dat bij dit vervolgdeel. De materie nodigt uit tot een integer drama met relativerende humor, maar in plaats daarvan krijgen we een te lange komedie met veel onsamenhangende flauwigheden, waarin tegen het einde krampachtig gepoogd wordt ook iets serieus in te brengen. En het voetbal? Dat is in dit geval gedegradeerd tot de minst belangrijke bijzaak van alles. Enkel wanneer de Swift Boys wat tijd te doden hebben, wordt er een balletje getrapt. Misschien hadden de makers van deze film dat ook gewoon moeten doen, om na afloop bij een biertje te besluiten dat een vervolgfilm eigenlijk nergens voor nodig was.