Black Gold
Recensie

Black Gold (2011)

Jean-Jacques Annauds nieuwste is een langdradige woestijnsoap die wel erg veel tijd in de opbouw stopt. De aandacht is waarschijnlijk al verslapt wanneer de actie losbarst.

in Recensies
Leestijd: 3 min 9 sec
Regie: Jean-Jacques Annaud | Cast: Tahar Rahim (Auda), Mark Strong (Amar), Antonio Banderas (Emir Nesib), Freida Pinto (Leyla), Akin Gazi (Saleeh), e.a. | Speelduur: 129 minuten | Jaar: 2011

Het is alweer een dikke vier jaar geleden dat Jean-Jacques Annaud van zich heeft laten horen. Zijn laatste Engelstalige project, Enemy at the Gates is zelfs alweer ruim een decennium oud. Voor de Fransman is het geen uitzonderlijke situatie, want de cineast die we nog het beste kennen van visuele juweeltjes als The Name of the Rose en Seven Years in Tibet, neemt graag de tijd om zijn projecten grondig uit te werken. Dat deze aanpak kan leiden tot enorme oogkleppen blijkt wel uit zijn epische woestijnsoap Black Gold.

Spanjaard Antonio Banderas en Brit Mark Strong spelen twee royalty’s die een haat-liefdeverhouding met elkaar onderhouden. Al in de introductie brengt de behoudende sultan Amar zijn twee zoons Saleeh en Auda onder bij de vooruitstrevende Emir Nesib, waar ze opgroeien met diens dochter Leyla. De uitwisseling maakt deel uit van een pact tussen de twee rijken. De vrede blijft gehandhaafd zolang niemand aanspraak maakt op het stuk niemandsland dat hun twee grondgebieden scheidt. Als er echter olie in deze Gouden Gordel wordt gevonden, kan Nesib de verleiding niet weerstaan. Zijn pleegzoons voelen zich steeds meer de speelbal in het slepende conflict.

Annaud en de Nederlandse scenarist Menno Meyjes doen hun stinkende best om veel betrokkenheid bij de kijker op te roepen, maar stoken hierbij het vuurtje nauwelijks op. De Arabische tegeltjeswijsheden vliegen je om de oren, waar een belerend toontje van uitgaat. Er wordt buitensporig veel tijd uitgetrokken voor het optuigen van het verhaal dat zich afspeelt in de jaren dertig van de vorige eeuw. Hierbij wordt vooral flink ingezoomd op de ogenschijnlijke tegenstrijdigheden en verschillen van de personages. Amar is conservatief, zijn tegenstander Nesib progressief. Prins Saleeh is de vechter en zijn broer Auda is de boekenwurm. De verwikkelingen en karakterontwikkelingen binnen de twee gezinnen zouden niet misstaan in een televisiesoap. De kitscherige dialogen en accentjes doen er nog een schepje bovenop.

Je zou verwachten dat de Amerikaanse oliemaatschappij die het conflict doet oplaaien tot gemeenschappelijke vijand zou worden gebombardeerd. De Arabieren voelen zich naar eigen zeggen de kelners van de wereld, daarbij doelend op het Westen. Maar in deze bewerking van het boek van Hans Ruesch geven de staatshoofden elkaar de schuld. Het plot draait grotendeels om prins Auda die het contact met zijn echte vader wil aanhalen, maar zo in een onmogelijke spagaat komt. Als hij eenmaal met prinses Leyla is getrouwd, wordt de situatie alleen maar ingewikkelder. De Frans-Algerijnse acteur Tahar Rahim liet in het meeslepende Un Prophète zien dat hij behoorlijk wat in zijn mars heeft, maar dreigt in Black Gold kopje onder te gaan in het drijfzand.

We hebben anderhalf uur naar eindeloze zandvlaktes en gesteggel tussen de twee kampen zitten kijken voor Annaud er wat actie tegenaan gooit en de strijd ook in fysieke zin losbarst. Het vormt het hoogtepunt van dit langdradige zandbakepos, al is het maar omdat het eindelijk voor de broodnodige afwisseling zorgt. Hier laat Annaud zien waar de kracht van zijn woestijndrama zit: betoverende plaatjes combineren met een goed verhaal en meeslepende actie. Deze apotheose zet echter te laat in. Bovendien wordt in alle oorlogsvoering nog weer een nieuw plotelement ingevoegd, waardoor de strijd uiteindelijk letterlijk en figuurlijk verzandt in ellenlange verwikkelingen die de vaart er flink uithalen.

Door de richtingloosheid aarzelt Black Gold te veel en is het weinig stijlvast. Rahim komt binnen de beperkingen van zijn rol nog het best er vanaf. Freida Pinto heeft teleurstellend weinig te doen en op de opening na zijn Strong en Banderas nauwelijks samen in beeld te zien. Een tweede Lawrence of Arabia is deze pretentieuze, eerste internationale coproductie uit Qatar dan ook zeker niet.