Niet alleen de liefde van de man gaat door de maag, hetzelfde mag gezegd worden van de filmfanaat. Of het nu een culinair aangelegd knaagdier uit de Pixar-stal is of Amy Adams die het vermaarde receptenboek van de eigenzinnige Julia Child nakookt; het witte doek en voedsel vormen een smakelijke combinatie. En als gerenommeerd chef tel je niet meer mee als je geen eigen kookprogramma op de televisie hebt. Als er een volk is die de kunst van het koken (en het film maken) goed begrepen heeft dan zijn het wel de Fransen. De kookkunsten van de Fransen zijn gevarieerd: van boerenkeuken tot verfijnde haute cuisine. Al net zo veelzijdig dus al de Franse cinema.
Van rare moderne fratsen als de moleculaire keuken moet restaurateur en televisiekok Alexandre Lagarde in ieder geval niets hebben. Elk jaar slaat de stress weer toe als de gastronoom moet vechten om zijn drie Michelinsterren te behouden. De baas van zijn restaurant grijpt elke gelegenheid aan om de toko op te doeken. Als blijkt dat de controleurs van de culinaire gids enorme fan zijn van de experimentele keuken heeft Lagarde, die zijn kookkunsten al jaren niet meer vernieuwt, er nog een probleem bij. Lagarde wordt enorm bewonderd door de beroepsloser Jacky Bonnot. Hij is een man van twaalf ambachten, dertien ongelukken, maar heeft een ongekend talent voor smaak en koken. Als Lagarde bij toeval kennis neemt van Bonnots culinaire talenten nodigt hij hem uit als sous-chef in zijn keuken. De twee koks hebben nogal botsende egos en moeten samen de drie sterren en hun toekomst zeker stellen.
De komedie Comme un Chef is het derde regieproject van acteur en regisseur Daniel Cohen. De komische opzet krijgt nog enig gewicht door het casten van Jean Reno in de hoofdrol. Met zijn karakteristieke kop en zijn doordachte spel is Reno een verfrissende keuze voor een vlotte komedie als deze. Sterrenkok Lagarde is een nors, eigengereid en enigszins arrogant kookwonder, die een interessant contrast vormt met de olijk ogende Michaël Youn, die Bonnot speelt. Het gaat echter mis als zwaargewicht Reno zich moet verlagen tot een gênant verkleedpartijtje. Het tragische dieptepunt dat het overwegende amusante Comme un Chef ontsiert, is namelijk een scène waarin Reno als dikke Japanner en Youn als geisha de moleculaire foefjes van hun concurrenten moeten zien te ontrafelen.
Het punt dat Cohen in zijn zelfgeschreven scenario wil maken komt ondanks de kluchtige scène nog wel aan, al leidt de vorm af van de inhoud. De ware fijnproever is het vast niet met Cohen eens, maar het is behoorlijk onzinnig om de smaak van eend te ontleden en deze in geleiachtige dobbelsteenvorm weer terug te fabriceren, zoals Lagarde en zijn hulpjes na hun undercoveronderzoek trachten te doen. Er schuilt meer van dit soort kritiek in Comme un Chef, bijvoorbeeld het schijnbaar arbitraire op persoonlijke smaak geënte systeem waarmee de Michelinsterren worden toegekend. Of de hype dat elke kok van enige betekenis met zijn gezicht op televisie meent te moeten verschijnen.
Cohen heeft er voor gekozen om deze boodschappen voorzichtig en zonder al te veel diepgang aan te stippen, wellicht omdat hij een komedie als Comme un Chef hiervoor niet het juiste middel achtte. Je kunt het ook gemakkelijk terzijde schuiven en je enkel richten op de missie en beslommeringen van de twee stuntelende koks. Gevolg van deze niets moet, alles mag-instelling is dat Comme un Chef op twee gedachten hinkt. De kritische noten missen venijn en de komische romantiek is niet hilarisch of dweperig genoeg. Cohen had er dus óf wat meer peper óf wat meer suiker bij moeten gooien, om maar in culinaire termen te blijven.
De acteurs kan deze besluiteloze aanpak in ieder geval niet verweten worden. De talrijke contrasten tussen Reno en Youn zijn weliswaar wat afgezaagd, maar effectief in al hun eenvoud. De rollen en de verhaallijn ontwikkelen zich volgens de gebaande paden. Door de charmante aanpak en invulling gaat dit echter niet irriteren, al worden Lagardes relatie met zijn hyperintelligente dochter en een voorzichtige nieuwe liefde er met de haren bijgesleept. Deze openingsfilm van het culinaire programma van het Filmfestival van Berlijn blinkt misschien niet uit in originaliteit of uitgesproken smaak; het is best een lekker luchtig tussendoortje.