Resident Evil: Retribution
Recensie

Resident Evil: Retribution (2012)

Milla Jovovich neemt het voor de vijfde keer op tegen hordes bloeddorstige zombies in het nieuwste deel van de populaire actiefranchise.

in Recensies
Leestijd: 2 min 52 sec
Regie: Paul W.S. Anderson | Cast: Milla Jovovich (Alice), Michelle Rodriguez (Rain), Sienna Guillory (Jill Valentine), Johann Urb (Leon S. Kennedy), Shawn Roberts (Albert Wesker), Boris Kodjoe (Luther West), Li Bingbing (Ada Wong), Kevin Durand (Barry Burton), e.a. | Speelduur: 95 minuten | Jaar: 2012

Als er één eigenschap is die Paul W.S. Anderson niet ontzegd kan worden, is het wel zijn doorzettingsvermogen. Waar ieder deel uit de Resident Evil-reeks genadeloos door de pers wordt neergesabeld, blijft de Britse regisseur vrolijk iedere paar jaar een nieuwe episode uitbrengen. Inmiddels zijn we alweer bij het vijfde deel aanbeland, met de ondertitel Retribution. Probeert Anderson in dit geval ook daadwerkelijk zijn vergelding op de critici te halen?

Kort gezegd: nee. Retribution gaat direct verder waar Afterlife ophield. Ook de welbekende Anderson-formule is intact gebleven. Dat wil zeggen: veel actie, weinig subtiliteit en een flinterdun verhaal. Tijdens de openingscredits zien we een spectaculaire achterstevoren afgespeelde shootout waarbij Alice van dezelfde boot uit het vorige deel wordt geblazen. Na een langdradige samenvatting van de voorgaande films, komen we erachter dat Alice wederom in handen van de Umbrella Corporation is gevallen. Dit keer moet ze zien te ontsnappen uit een onder water gelegen researchbasis, die als een testfaciliteit dient voor Umbrella’s biowapens. Via nagebouwde stratenblokken van verschillende metropolen als Tokio, New York en Moskou dient Alice zich langs hordes bloeddorstige zombies en monsters omhoog te vechten.

Het verhaal is dus duidelijk weer een niemendalletje, en niet meer dan een mager excuus voor een nieuwe zombieslachtpartij. Gelukkig staat Alice er ook dit keer niet alleen voor en krijgt ze hulp van een aantal oude bekenden en een paar nog niet eerder gebruikte personages uit het Resident Evil-universum. Voor de fans van de videospellen zal het leuk zijn om vedettes als Leon Kennedy en Ada Wong langs te zien komen, maar helaas missen alle personages stuk voor stuk de nodige diepgang om ze echt interessant te kunnen maken. Ze zorgen enkel voor een aantal bar slechte dialogen tussen de actie door, gevuld met schaamteloze oneliners die onbedoeld flink op de lachspieren weten te werken.

Op visueel gebied levert Retribution gelukkig wel puik werk af. De 3D-aspecten zijn net als in het vorige deel goed uitgewerkt en de actie komt in IMAX nog beter tot zijn recht. En aan actiescènes is ook deze keer geen gebrek. Anderson houdt vast aan zijn gebruikelijke stijl, dus verwacht volledig over de top gaande vechtscènes, voorzien van een overdaad aan explosies en rondvliegende bloedspetters, het liefst met zo veel mogelijk gebruik van slowmotion. Voer voor de liefhebbers dus, maar de actiescènes beginnen gaandeweg steeds repetitiever te worden en te vervelen. Af en toe voelt het alsof je zit te kijken naar hoe iemand anders een computerspelletje aan het spelen is, zonder zelf echt betrokken te raken.

In zijn geheel is Resident Evil: Retribution wel iets beter dan zijn voorganger, maar hij ontkomt niet aan de tekortkomingen waar ook de rest van de serie onder gebukt ging: een rommelig script, gebrek aan verhaal en zwakke acteerprestaties. Dit zal de fans echter worst wezen, zij kunnen zich opmaken voor negentig laagdrempelige minuten aan puur hersenloos vermaak. Dat kan best lekker zijn, maar het roept toch de vraag op of er met ietwat meer ambitie niet meer van deze serie is te maken. Anderson zelf is de zombies in ieder geval nog lang niet zat, aangezien het einde laat zien dat we nog minstens één vervolg mogen verwachten.