Wie ben je als niemand meer toekijkt? Laat je dan pas je ware identiteit zien of ben je juist pas echt jezelf in relatie tot de mensen in je omgeving? Deze vragen staan centraal in Ole Giævers Out of Nature. Het is een treffend gedachte-experiment in tijden waarin realityprogramma's als Keeping Up with the Kardashians en Superstream Me het televisiescherm overheersen. Tegenwoordig kan iedereen altijd meekijken met alles wat je doet en dus staan we met z'n allen onder constante sociale druk. Niet altijd even prettig. Dit is dan ook precies de reden waarom huisvader Martin (gespeeld door Giæver zelf) besluit de Noorse wildernis in te trekken.
Vanaf het moment van vertrek is eigenlijk alleen Martin nog te horen. Met geen mens in de wijde omtrek te bekennen, vindt hij zichzelf alleen met zijn gedachten. Gedachten waar de kijker middels een non-stop voice-over van de hoofdpersoon zelf overigens van kan meegenieten. Een slimme truc van Giæver: zo is de film niet alleen een indrukwekkende reis door het Noorse berglandschap, maar ook een vermakelijk tripje in Martins hoofd.
En dat blijkt geen vreemde bestemming te zijn. Martin denkt namelijk na over hele herkenbare dingen. Over of hij blij is met waar hij nu in het leven staat. Over een goede smoes om zijn afwezigheid te verklaren bij dat feestje waar hij voor uitgenodigd is, maar eigenlijk helemaal geen zin in heeft. En over seks. Heel veel seks. Hoewel Martin in de omgang zeer timide en gemanierd is, is het in zijn hoofd één groot kut-lul-en-neukenfestijn. Mentaal gezien is Martin in de orale en anale fase blijven steken. Van een wipfantasie in de keuken tot een aftreksessie in het bos: Giæver brengt het allemaal volop in beeld. En dat is extra knap, gezien het feit dat het zijn eigen piemel is die op zeven meter doek geprojecteerd wordt.
Dat doet hij echter niet voor niets. De regisseur en acteur, zelf Noors, lijkt veel te impliceren over het milieu waarin hij is opgegroeid. In een interview haalt Giæver de Noorse filosoof Arne Næss aan, die zei dat hij zich het meest op zijn gemak voelde als hij in de woeste natuur was: de natuur verlangt niets van je en verwacht bepaald gedrag niet volgens zekere normen. De samenleving doet dat wel. Martin nuttigt zijn koffie stipt om tien uur, moet met een kinderzitje op zijn mountainbike naar werk fietsen en komt thuis in een huis dat volledig volgens Ikea-regels is ingericht: de bank past perfect bij de theedoeken en er hangt steevast een schoenlepel bij de deur. Als het vrijdag is, eten ze taco's, want dan is het immers taco-vrijdag (jazeker, dit bestaat echt).
Je kunt het idyllisch noemen, maar ook betuttelend. Het leven in Noorwegen heeft haar rauwe randje verloren. Het feminisme lijkt te zijn doorgeslagen en nu is het de man die onderdrukt wordt. Van hem wordt verwacht dat hij dat kinderzitje op zijn stoere fiets monteert, dat hij meegaat om nieuwe theedoeken uit te zoeken voor bij de bank en dat hij op vrijdag het hele gezin van taco's voorziet. Martin probeert dat te ontvluchten, op welke manier ook.
Hoewel Out of Nature daarmee een zwaar onderwerp aansnijdt, wordt het middels de nodige humor verrassend licht gebracht. Wanneer Martin bijvoorbeeld met zijn blote billen achter een boom staat te schuilen, probeert een jager een heel gesprek over koetjes en kalfjes met hem aan te knopen. En wanneer Martins voet een keer in de modder blijft steken, gaat hij er op dramatische wijze bij liggen. Dit is het, denkt hij, zo ga ik dood. Zo ver is het nog niet, maar hoe het hem wel vergaat, blijft gissen. Trekt Martin zijn voeten uit de metaforische modder of sjokt hij verder door het betuttelende leven?