Haifa al-Mansour was in 2012 met haar debuut Wadjda een pionier. Wadjda is de eerste Saoedi-Arabische film ooit door een vrouw geregisseerd, en ook nog eens de eerste film die volledig in het koninkrijk van de Saoedi's werd opgenomen. Al-Mansour moest de film toen nog vanuit een busje draaien, omdat ze niet in het openbaar met de mannelijke leden van haar crew mocht praten. Met walkietalkies regisseerde ze de acteurs op basis van beelden. Sindsdien hebben vrouwen meer rechten en vrijheden gekregen in Saoedi-Arabië, en Al-Mansour maakte zodra zij kon daar een film over: The Perfect Candidate.
Voor het regisseren van haar tweede film hoefde zij niet meer in een busje te zitten, hoewel de productie wel regelmatig last had van politie die nog niet goed op de hoogte was van de nieuwe wetten en vrouwenrechten. Zo reflecteerde het maken van The Perfect Candidate het onderwerp van de film (of vice versa): dokter Maryam Alsafan voelt zich door omstandigheden genoodzaakt om zich verkiesbaar te stellen voor de lokale gemeenteraad. Dat is voor vrouwen pas net legaal geworden in Saoedi-Arabië.
Maryam is een jonge dokter in een klein ziekenhuis, waar haar mannelijke collega's en zelfs patiënten haar regelmatig kleineren. Als een oude man met een gewonde arm weigert door haar onderzocht te worden, kiest de verpleger die haar assisteert zijn kant. Thuis woont ze samen met haar twee zussen Selma en Sara, en hun vader, de muzikant Abdulaziz. Hij gaat met zijn muziekgroep op een nationale toer, en Maryam denkt de kans te grijpen om naar een medische conferentie in Dubai te vliegen, waar ze door te netwerken een betere baan hoopt te krijgen. Maar om te vliegen heeft ze toestemming van een mannelijk familielid nodig, en haar vader is vergeten om zijn handtekening daaronder te zetten. De ambtenaar die dat kan oplossen is toevallig een neef, dus misschien kan ze nog snel regelen dat ze haar vlucht alsnog kan halen.
Maar Maryam kan haar neef niet zomaar zo snel te spreken krijgen. Alleen kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezing kunnen zonder afspraak zijn kantoor binnenlopen. Sinds kort mogen vrouwen dit ook, dus vult ze het benodigde formulier in. Haar vlucht loopt ze alsnog mis, maar nu staat ze wel opeens kandidaat, en besluit daar iets van te maken.
Met een paar scènes illustreert Al-Mansour heel veel over de Saoedi-Arabische samenleving. Het belang van connecties en nepotisme om iets gedaan te kunnen krijgen, maar bovenal het seksisme dat vrouwen beperkt en infantiliseert. Hoe de volwassen vrouw volledig afhankelijk is van schriftelijke toestemming van een man in haar leven, en het cynisme en onbegrip waarop zij stuit als zij (weer) wordt geconfronteerd met de gevolgen daarvan. Naar het spaargeld dat ze in het vliegticket stopte kan ze ondertussen fluiten; de verantwoordelijkheid voor de vrouwonvriendelijkheid wordt ook nog eens op haar bordje gelegd.
Maar ze kan dus wel de politiek in. Dat doet ze niet met een feministische agenda, maar met iets heel concreets en simpels: de binnenplaats van haar ziekenhuis is een modderpoel die onbegaanbaar is voor auto's, en na een flinke regenbui hebben de ambulancebroeders zelfs moeite om iemand op een brancard naar binnen te dragen. Dat dit verbeterd moet worden, heeft ze al vaker aangekaart bij het lokale raadslid dat daar de opdracht toe moet geven, maar omdat ze een vrouw is werd er niet naar haar geluisterd. Dus maakt ze daarvan het speerpunt van haar campagne tegen zijn herverkiezing.
Maar hoe campagne te voeren in een land waarin vrouwen zo gesegregeerd zijn? Vrouwen hebben pas net (sinds 2015) stemrecht en het recht om verkozen te worden, maar in de praktijk is daar geen ruimte voor. Ze slaagt er via haar zus, die op bruiloften zingt, in om tijdens een feest voor vrouwen hen toe te spreken, maar de reacties zijn op zijn best gemengd te noemen. De mannen van haar district bereiken is nog moeilijker. Hen toespreken tijdens een politieke bijeenkomst is alleen mogelijk via een videoverbinding vanuit een andere ruimte (voor vrouwen).
De technologie is ook een obstakel, want hoe repareer je iets als de vrouw niet de mannenruimte in mag om te kijken of daar het probleem zit, en de mannelijke technicus de vrouwenruimte niet in mag om daar de apparatuur te bekijken. Maryam merkt dat er niet naar haar geluisterd wordt via de gebrekkige verbinding. Maar als ze woedend de andere ruimte binnenstormt om de ongeduldige mannen stevig toe te spreken, is een deel van hen woedend dat ze überhaupt het lef heeft om binnen te stappen. Ze spreken zich uit tegen haar kandidatuur en bedreigen haar zelfs. Voor beide situaties putte de regisseur uit haar ervaringen tijdens het maken van Wadjda.
Situatie na situatie schept Haifa Al-Mansour een beeld het leven van een vrouw in modern Saoedi-Arabië. Een beeld dat voor westerse ogen mogelijk schokkend en deprimerend is. Maar voor haar en vele anderen is het simpelweg de alledaagse realiteit, die ze in goede banen moeten zien te leiden. De wetgeving die vrouwen iets meer rechten heeft gegeven, lijkt vooral een gebaar te zijn geweest naar westerse handelspartners. Hopelijk is het een begin naar meer vrijheid, meer rechten en een verandering van de (mannelijke) mentaliteit in de maatschappij. Het zal een lange, moeizame weg zijn, maar wel richting die belangrijke stip op de horizon.